ECLI:NL:RBAMS:2025:2446

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
15 april 2025
Publicatiedatum
15 april 2025
Zaaknummer
13/045133-24 (EAB II)
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste en enige aanleg
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toestemming voor overlevering op basis van Europees aanhoudingsbevel van Polen

Op 15 april 2025 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een zaak betreffende een Europees aanhoudingsbevel (EAB) dat is uitgevaardigd door de District Court in Wrocław, Polen. Het EAB, dat op 22 januari 2024 is uitgevaardigd, betreft de aanhouding en overlevering van een opgeëiste persoon die in Polen is geboren in 1992. De rechtbank heeft de behandeling van het EAB op 6 maart 2025 gestart, waarbij de officier van justitie, mr. K. van der Schaft, aanwezig was. De opgeëiste persoon was bijgestaan door zijn raadsman, mr. M.P.M. Balemans, en een tolk in de Poolse taal. De rechtbank heeft de termijn voor uitspraak verlengd en de gevangenneming bevolen, maar dit bevel geschorst tot aan de uitspraak.

De rechtbank heeft de identiteit van de opgeëiste persoon vastgesteld en bevestigd dat hij de Poolse nationaliteit heeft. Het EAB is gebaseerd op een vonnis van de Regional Court for Wrocław-Śródmieście van 26 november 2013, waarin een vrijheidsstraf van zes maanden is opgelegd. De rechtbank heeft vastgesteld dat de opgeëiste persoon in persoon aanwezig was bij het proces dat leidde tot deze veroordeling. De rechtbank concludeert dat er geen weigeringsgronden zijn die de overlevering in de weg staan, en dat het EAB voldoet aan de eisen van de Overleveringswet (OLW).

Uiteindelijk heeft de rechtbank besloten om de overlevering van de opgeëiste persoon aan Polen toe te staan, omdat aan alle wettelijke vereisten is voldaan. De uitspraak is gedaan door mr. C. Klomp, voorzitter, en mrs. M.C.M. Hamer en H.H.J. Zevenhuijzen, rechters, in aanwezigheid van griffier mr. C.W. van der Hoek. Tegen deze uitspraak staat geen gewoon rechtsmiddel open, zoals bepaald in artikel 29, tweede lid, OLW.

Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM

INTERNATIONALE RECHTSHULPKAMER

Parketnummer: 13/045133-24 (EAB II)
Datum uitspraak: 15 april 2025
UITSPRAAK
op de vordering van 18 februari 2025 van de officier van justitie bij deze rechtbank tot het in behandeling nemen van een Europees aanhoudingsbevel (EAB). [1]
Dit EAB is uitgevaardigd op 22 januari 2024 door
the District Court in Wrocław, Polen (hierna: de uitvaardigende justitiële autoriteit) en strekt tot de aanhouding en overlevering van:
[opgeëiste persoon] ,
geboren in [geboorteplaats] (Polen) op [geboortedag] 1992,
feitelijk adres: [BRP-adres] ,
hierna ‘de opgeëiste persoon’.

1.Procesgang

De behandeling van het EAB heeft plaatsgevonden op de zitting van 6 maart 2025, in aanwezigheid van mr. K. van der Schaft, officier van justitie. De opgeëiste persoon is verschenen en is bijgestaan door zijn raadsman, mr. M.P.M. Balemans, advocaat te Amsterdam, en door een tolk in de Poolse taal.
De rechtbank heeft de termijn waarbinnen zij op grond van de Overleveringswet (OLW) uitspraak moet doen over de verzochte overlevering met 30 dagen verlengd. [2]
Tevens heeft de rechtbank de gevangenneming bevolen met gelijktijdige schorsing van dat bevel tot aan de uitspraak.
De rechtbank heeft het onderzoek ter zitting voor onbepaalde tijd geschorst teneinde de officier van justitie in de gelegenheid te stellen om nadere vragen te stellen die betrekking hebben op de weigeringsgrond als bedoeld in artikel 12 OLW en heeft daarbij bepaald dat deze zaak tegelijkertijd gepland moet worden met de zaak met parketnummer 13/045206-24 (EAB I).
De behandeling van het EAB is – na toestemming van de officier van justitie en de verdediging – in gewijzigde samenstelling hervat op de zitting van 1 april 2025, in aanwezigheid van mr. M. al Mansouri, officier van justitie. De opgeëiste persoon is in strijd met zijn schorsingsvoorwaarden niet verschenen en is vertegenwoordigd door zijn gemachtigd raadsman, mr. M.P.M. Balemans, advocaat te Amsterdam.

2.Identiteit van de opgeëiste persoon

De rechtbank heeft de identiteit van de opgeëiste persoon onderzocht en vastgesteld dat de bovenvermelde persoonsgegevens juist zijn en dat de opgeëiste persoon de Poolse nationaliteit heeft.

3.Grondslag en inhoud van het EAB

Het EAB vermeldt een
final and binding judgement of the Regional Court for Wrocław-Śródmieście, II Penal Department of 26 November 2013, reference symbol of documents: II K 512/13.
De overlevering wordt verzocht ten behoeve van de tenuitvoerlegging van een vrijheidsstraf voor de duur van zes maanden, door de opgeëiste persoon te ondergaan op het grondgebied van de uitvaardigende lidstaat. Van deze straf resteren volgens het EAB nog 179 dagen. De vrijheidsstraf is aan de opgeëiste persoon opgelegd bij het hiervoor genoemde vonnis.
Dit vonnis betreft het feit zoals dat is omschreven in het EAB. [3]
3.1
Weigeringsgrond als bedoeld in artikel 12 OLW
Het EAB vermeldt dat de opgeëiste persoon in persoon is verschenen bij het proces dat tot de beslissing van 26 november 2013 heeft geleid.
De vrijheidsstraf is aanvankelijk in voorwaardelijke vorm aan de opgeëiste persoon opgelegd. Bij beslissing van
the Regional Court for Wrocław-Śródmieścievan 1 augustus 2016 is de tenuitvoerlegging van die voorwaardelijke vrijheidsstraf bevolen.
Uit het arrest van het Hof van Justitie van de Europese Unie van 23 maart 2023 [4] volgt dat de procedure die heeft geleid tot de veroordeling voor een nieuw strafbaar feit die ten grondslag ligt aan de beslissing tot tenuitvoerlegging van een eerder voorwaardelijk opgelegde straf ook onderworpen dient te worden aan de toets van artikel 12 OLW.
De beslissing tot tenuitvoerlegging van 1 augustus 2016 zelf is geen beslissing waarbij de aard of de maat van de aanvankelijk opgelegde straf is gewijzigd. Deze beslissing valt daarom niet onder de reikwijdte van artikel 12 OLW. [5] Uit het EAB blijkt dat de voorwaardelijke straf is omgezet in een onvoorwaardelijke gevangenisstraf vanwege het plegen van nieuwe strafbare feiten. De opgeëiste persoon is hiervoor op 22 februari 2016 door
the Regional Court for Wrocław-Krzyki(VII K 261/15) veroordeeld. Uit de aanvullende informatie van 27 maart 2025 volgt dat de opgeëiste persoon in persoon aanwezig was bij het proces dat tot dit vonnis heeft geleid. De weigeringsgrond van artikel 12 OLW is daarom niet aan de orde.

4.Strafbaarheid; feit waarvoor dubbele strafbaarheid is vereist

De uitvaardigende justitiële autoriteit heeft het feit niet aangeduid als een feit waarvoor het vereiste van toetsing van dubbele strafbaarheid niet geldt. Overlevering kan in dat geval worden toegestaan, indien voldaan wordt aan de eisen die in artikel 7, eerste lid, aanhef en onder b, OLW zijn neergelegd.
De rechtbank stelt vast dat hieraan is voldaan.
Het feit levert naar Nederlands recht op:
opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 3 onder C van de Opiumwet gegeven verbod.

5.Slotsom

De rechtbank stelt vast dat het EAB voldoet aan de eisen van artikel 2 OLW. Verder staan geen weigeringsgronden aan de overlevering in de weg en is geen sprake van een geval waarin aan het EAB geen gevolg mag worden gegeven. Om die reden staat de rechtbank de overlevering toe.

6.Toepasselijke wetsbepalingen

De artikelen 3 en 11 Opiumwet en 2, 5 en 7 OLW.

7.Beslissing

STAAT TOEde overlevering van
[opgeëiste persoon]aan
the District Court in Wrocław(Polen) voor het feit zoals dat is omschreven in onderdeel e) van het EAB.
Deze uitspraak is gedaan door
mr. C. Klomp, voorzitter,
mrs. M.C.M. Hamer en H.H.J. Zevenhuijzen, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. C.W. van der Hoek, griffier,
en in het openbaar uitgesproken op de zitting van 15 april 2025.
Ingevolge artikel 29, tweede lid, OLW staat tegen deze uitspraak geen gewoon rechtsmiddel open.

Voetnoten

1.Zie artikel 23 Overleveringswet.
2.Zie artikel 22, eerste en derde lid, OLW.
3.Zie onderdeel e) van het EAB.
4.HvJ EU 23 maart 2023, C-514/21 en C-515/21, ECLI:EU:C:2023 (Minister for Justice and Equality (Herroeping van de opschorting)).
5.HvJ EU 23 maart 2023, C-514/21 en C-515/21, ECLI:EU:C:2023 (Minister for Justice and Equality