Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.De procedure
2.De beoordeling
3.De beslissing
dinsdag 13 mei 2025 om 10.00 uurvoor het nemen van een akte door eisende partij zoals bepaald in overwegingen 2.4 en 2.6,
Rechtbank Amsterdam
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Amsterdam, is een tussenuitspraak gedaan in een civiele procedure waarbij BOL.COM B.V. als eisende partij optreedt tegen een gedaagde die niet is verschenen. De eisende partij stelt dat de gedaagde de aangekochte goederen bedrijfsmatig heeft aangeschaft, maar de rechtbank oordeelt dat deze stelling onvoldoende is onderbouwd. De rechtbank verwijst naar het Costea-arrest van het Hof van Justitie van de Europese Unie, waarin het begrip 'consument' als objectief begrip wordt gedefinieerd. De rechtbank concludeert dat, indien niet kan worden vastgesteld dat de gedaagde partij de goederen voor zakelijke doeleinden heeft aangeschaft, deze als consument moet worden aangemerkt en dus recht heeft op consumentenbescherming. De eisende partij wordt opgedragen om haar stelling nader te onderbouwen en de relevante algemene voorwaarden in te dienen. De zaak wordt verwezen naar de rol voor verdere behandeling, waarbij de eisende partij ook verplicht is om de gedaagde op de hoogte te stellen van de procedure.