Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.Verloop van de procedure
2.De feiten
“De dagvaardingen in de zaken met parketnummers 13/367139-24, 13/055601-23 en 13/034923-23 zijn geldig. Uit het dossier blijkt dat verdachte afstand heeft gedaan van de betekeningstermijn. Formeel gezien kan de zaak inhoudelijk worden behandeld. De rechtbank is echter van oordeel dat gebleken is dat de verdediging niet voldoende in de gelegenheid is gesteld om die zaken voor te bereiden. Om die reden worden die zaken vandaag niet behandeld en worden deze zaken aangehouden. Het verweer met betrekking tot de laat ingediende vordering van de benadeelde partij valt daarmee weg omdat dit ziet op de zaak met parketnummer 13/367139-24. De zaken met parketnummers 13/115870-24, 13/015259-21 (TUL) en 13/338938-24 blijven over en worden vandaag behandeld. Het reclasseringsrapport is laat ontvangen, maar niet zodanig laat dat we daar niets meer mee kunnen. Bovendien wordt het reclasseringsrapport vandaag uitgebreid besproken en is de reclasseringswerker ter zitting verschenen om te worden gehoord over het rapport. Het Openbaar Ministerie is derhalve ontvankelijk.”
3.Het verzoek
“Op grond van de houding en de uitlatingen van de rechtbank heeft cliënt er geen vertrouwen in dat hij een eerlijk proces tegemoet kan zien. Met uitlatingen bedoel ik de desinteresse van de rechtbank met betrekking tot de medische informatie van cliënt. De middelste rechter gaf aan dat hij afgelopen maandag, 10 februari 2025, pas de beschikking kreeg over de medische stukken van cliënt en dat hij daar nog niet naar had kunnen kijken. Althans dat hij daar nog geen kennis van heeft genomen. De verdediging stelt daartegenover, niet alleen de overschrijding van de dagvaardingstermijn, maar ook dat de verdediging vanaf maandag in haar belang wordt getroffen. Ik heb de zaken niet kunnen overleggen met cliënt. Voor de rechtbank is 30 bladzijden aan medische informatie al veel. De verdediging kreeg te maken met drie nieuwe parketnummers, het reclasseringsrapport en een vordering van de benadeelde partij. Het is voor de verdediging niet te doen om al die stukken telefonisch met cliënt te bespreken. Het verdedigingsbelang speelt voor deze rechtbank geen enkele rol. Ik heb uitgebreid gemotiveerd waarom die zaken niet afgesplitst kunnen worden, hetgeen ook wordt genoemd bij het preliminair verweer. Vandaar dat cliënt stelt dat de houding en de uitlatingen en de combinatie daarvan door de rechtbank, cliënt geen enkel vertrouwen geeft dat hij een eerlijk proces tegemoet kan zien.”