ECLI:NL:RBAMS:2025:2611

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
11 april 2025
Publicatiedatum
22 april 2025
Zaaknummer
C/13/767565 / HA RK 25-122
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Verschoning
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toewijzing van een verzoek tot verschoning in een civiele procedure

Op 11 april 2025 heeft de Rechtbank Amsterdam, in de Wrakingskamer, een beslissing genomen op het verzoek tot verschoning van rechter mr. S.P. Pompe, ingediend onder rekestnummer C/13/767565 HA RK 25/122. Het verzoek tot verschoning is ingediend omdat een bloedverwant van de rechter werkzaam is bij het kantoor van een van de procesdeelnemers. De rechtbank heeft op basis van artikel 40 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) beoordeeld of er sprake is van feiten of omstandigheden die de onpartijdigheid van de rechter in gevaar kunnen brengen. De rechtbank heeft vastgesteld dat er voldoende redenen zijn om te concluderen dat de rechterlijke onpartijdigheid in het geding zou kunnen komen. Daarom is het verzoek tot verschoning toegewezen. De hoofdzaak met zaaknummer C/13/760528 HA RK 24/431 zal worden voortgezet met een andere rechter. De beslissing is genomen zonder mondelinge behandeling, aangezien de wet dit toestaat in verschoningsprocedures. De rechtbank heeft bepaald dat een afschrift van deze beslissing moet worden toegezonden aan de betrokken partijen en de rechter.

Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM

Wrakingskamer

Beslissing op het onder rekestnummer C/13/767565 HA RK 25/122 ingeschreven verzoek van:
mr. S.P. Pompe, rechter bij de rechtbank Amsterdam, hierna: de rechter.

1.Verloop van de procedure

1.1.
Bij de afdeling Privaatrecht, team handel van de rechtbank te Amsterdam is onder zaaknummer C/13/760528 HA RK 24/431 een zaak aanhangig die ter behandeling is toegewezen aan de rechter.

2.Het verzoek

2.1.
Aan het verzoek is ten grondslag gelegd dat een bloedverwant van de rechter werkt bij het kantoor van een van de procesdeelnemers.

3.De beoordeling

3.1.
Op grond van het bepaalde in artikel 40 van het Wetboek van Burgerlijke rechtsvordering (hierna: Rv) dient in een verschoningsprocedure te worden beslist of er sprake is van de in artikel 36 Rv genoemde feiten of omstandigheden waardoor de rechterlijke onpartijdigheid schade zou kunnen lijden. Uit voormelde bepaling valt af te leiden dat de behandeling van een verschoningsverzoek, anders dan de behandeling van een wrakingsverzoek, niet ter terechtzitting behoeft plaats te vinden. De rechtbank zal daarom zonder mondelinge behandeling een beslissing nemen op het verzoek.
3.2.
Verschoning is een middel ter verzekering van (het vertrouwen in) de rechterlijke onpartijdigheid.
3.3.
Gelet op hetgeen de rechter heeft aangevoerd is de Wrakingskamer van oordeel dat sprake is van zodanige omstandigheden dat de rechterlijke onpartijdigheid schade zou kunnen lijden. Het verzoek zal daarom worden toegewezen.
4. Op grond van het vorenstaande wordt beslist als volgt.
De rechtbank:
- wijst het verzoek tot verschoning toe en bepaalt dat de hoofdzaak met zaaknummer C/13/760528 HA RK 24/431 wordt voortgezet voor een andere rechter;
- beveelt dat (een afschrift van) deze beslissing met inachtneming van het bepaalde bij artikel 41 tweede lid Rv wordt toegezonden aan:
(de advocaat van) partijen;
de rechter.
Aldus gegeven door mrs. P.B. Martens, voorzitter, N.C.H. Blankevoort en I.M. Bilderbeek, leden, op 11 april 2025 in tegenwoordigheid van de griffier.
Tegen deze beslissing staat geen rechtsmiddel open.