Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.[eiser 1] ,
[eiser 2],
verschenen bij haar bestuurder [gedaagde 2] ,
[gedaagde 2],
in persoon verschenen,
1.De procedure
Gedaagden hebben gedeeltelijk verweer gevoerd.
Eisers hebben producties en een pleitnota in het geding gebracht.
Bij de mondelinge behandeling waren mr. Yntema, [eiser 1] en [gedaagde 2] aanwezig ( [eiser 1] en [gedaagde 2] via een digitale verbinding).
2.De feiten
managed accounts’.
Statement for January 2025bedroeg het saldo van de beleggingen van [eiser 1] op dat moment € 538.258,18.
3.Het geschil
(i) GBP 54.604,04 aan [eiser 1] en
(ii) GBP 10.000 aan [eiser 2]
te vermeerderen met de wettelijke rente ex artikel 6:119a BW, althans ex artikel 6:119 BW, voor [eiser 1] vanaf 23 mei 2023 en voor [eiser 2] vanaf 28 augustus 2024, althans voor beiden vanaf 21 februari 2025, tot aan de dag van voldoening;
(i) aan [eiser 1] van € 538.258,18, althans de initiële investering van
GBP 54.605,05;
(ii) aan [eiser 2] van GBP 10.000 vermeerderd met het door hem behaalde maar nog onbekende rendement;
te vermeerderen met de wettelijke rente ex artikel 6:119a BW, althans ex artikel 6:119 BW, voor [eiser 1] vanaf 23 mei 2023 en voor [eiser 2] vanaf 28 augustus 2024, althans voor beiden vanaf 21 februari 2025, tot aan de dag van voldoening;
ponzi schemeofwel een piramidefraude (hun beleggingen zijn aangewend om aan andere investeerders uit te keren).
4.De beoordeling
5.De beslissing
(i) GBP 54.605,04 aan [eiser 1] , te vermeerderen met de wettelijke rente ex artikel 6:119 BW vanaf 23 mei 2023 tot aan de dag van voldoening,
(ii) GBP 10.000 aan [eiser 2] , te vermeerderen met de wettelijke rente ex artikel 6:119 BW vanaf 28 augustus 2024 tot aan de dag van voldoening,