In deze zaak vorderde Woningstichting Rochdale ontruiming van een sociale huurwoning aan de [adres] van huurder [betrokkene]. De huurder verblijft sinds begin 2023 bij zorginstelling Cordaan voor revalidatie en is rolstoelgebonden. Rochdale stelde dat de woning niet meer door [betrokkene] werd bewoond, dat deze maanden leegstond en dat er criminele activiteiten plaatsvonden. De kantonrechter oordeelde dat [betrokkene] zijn hoofdverblijf niet in de woning had, aangezien hij al geruime tijd bij Cordaan verbleef en de woning onderverhuurd was aan derden zonder toestemming van Rochdale. De rechter wees de vordering tot ontruiming toe, omdat de huurder in strijd handelde met de huurovereenkomst en de algemene voorwaarden. De kantonrechter benadrukte dat ontruiming een ingrijpende maatregel is, maar dat in dit geval het spoedeisend belang van Rochdale om de woning snel weer beschikbaar te stellen voor andere huurders zwaarder woog. De rechter veroordeelde [gedaagde], de bewindvoerder van [betrokkene], tot ontruiming van de woning en betaling van de proceskosten.