Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.Het onderzoek ter terechtzitting
2.Tenlastelegging
3.Voorvragen
4.Vrijspraak
auditu-verklaring van één van de kinderen en foto’s van de vernielde goederen in de woning in het dossier. Er is een steekvoorwerp gebruikt bij deze vernielingen. Ten aanzien van de bedreiging wordt verzocht om verdachte partieel vrij te spreken van het dreigen met het flesje zwavelzuur. Op basis van het dossier kan niet worden vastgesteld of met dit flesje daadwerkelijk is gedreigd. Gelet op de aangifte en de verklaringen over de ruzie, die door geen van de partijen wordt ontkend, komt de officier van justitie tot een bewezenverklaring van de bedreiging.
“Hoe zou jij het vinden als je kaal gaat?”levert geen bedreiging op met enig misdrijf tegen het leven gericht. Dat verdachte de schuldige is van de vernielingen volgt ook slechts uit één bron. De verklaring van het kind van [slachtoffer] biedt hiervoor onvoldoende steunbewijs.
“Hoe zou jij het vinden als je kaal gaat?”. Een dergelijke uitlating valt echter niet aan te merken als een bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht danwel een bedreiging met zware mishandeling. Ook voor dit feit ontbreekt het in het dossier aan voldoende bewijs.