Op 8 april 2025 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een zaak betreffende de verlenging van de terbeschikkingstelling van een terbeschikkinggestelde, geboren op [geboortedag] 1983. De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie tot verlenging van de termijn van de terbeschikkingstelling met twee jaren toegewezen. De terbeschikkingstelling was eerder opgelegd na een veroordeling voor poging tot zware mishandeling, en is ingegaan op 23 maart 2023. De rechtbank heeft de terbeschikkinggestelde, zijn raadsman mr. C.J.J. Kwint, en de officier van justitie gehoord, evenals deskundige A. Hurkmans, GZ-psycholoog. De rechtbank heeft kennisgenomen van een advies van de instelling, waarin de diagnose schizofrenie en een stoornis in het gebruik van cocaïne zijn vastgesteld. De terbeschikkinggestelde verblijft sinds september 2024 in de FPK van Inforsa en volgt verschillende therapieën. Het recidiverisico is ingeschat als matig/laag binnen de klinische setting, maar hoog bij beëindiging van de maatregel. De rechtbank oordeelt dat de behandeling en resocialisatie meer tijd vergen en dat de verlenging van de terbeschikkingstelling noodzakelijk is voor de veiligheid van de samenleving. De beslissing is openbaar uitgesproken op 8 april 2025.