ECLI:NL:RBAMS:2025:2850

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
8 april 2025
Publicatiedatum
30 april 2025
Zaaknummer
13/654174-17
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van de terbeschikkingstelling van een terbeschikkinggestelde met een ernstige persoonlijkheidsstoornis en recidiverisico

Op 8 april 2025 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in de zaak betreffende de verlenging van de terbeschikkingstelling van een terbeschikkinggestelde, geboren in 1973, die momenteel verblijft in een Forensisch Psychiatrische Kliniek. De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie om de termijn van de terbeschikkingstelling met twee jaren te verlengen, toegewezen. De terbeschikkingstelling is ingegaan op 20 maart 2021, na een eerdere veroordeling door het gerechtshof Amsterdam op 30 oktober 2020 voor ernstige misdrijven, waaronder seksuele handelingen met een minderjarig kind en het bezit van kinderporno. De rechtbank heeft de terbeschikkinggestelde, zijn raadsvrouw en de officier van justitie gehoord, evenals deskundigen die de terbeschikkinggestelde hebben onderzocht. De deskundigen hebben geadviseerd om de terbeschikkingstelling te verlengen, gezien de aanhoudende stoornissen en het recidiverisico. De rechtbank heeft vastgesteld dat de algemene veiligheid van personen de verlenging van de maatregel eist en dat de behandeling gefaseerd en stapsgewijs moet worden voortgezet. De beslissing is openbaar uitgesproken en er staat hoger beroep open voor de terbeschikkinggestelde.

Uitspraak

beslissing

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling Publiekrecht
Team Strafrecht
Parketnummer: 13/654174-17, 23/003973-19
Uitspraakdatum: 8 april 2025
beslissing van de meervoudige kamer op de vordering van de officier van justitie tot verlenging van de termijn van de terbeschikkingstelling van:

[terbeschikkinggestelde] ,

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1973,
thans verpleegd in Forensisch Psychiatrische Kliniek (hierna: FPK) [instelling] (hierna: de instelling),
hierna te noemen: de terbeschikkinggestelde.

Procesgang

Bij arrest van het gerechtshof Amsterdam van 30 oktober 2020 is de maatregel van terbeschikkingstelling met bevel tot verpleging van overheidswege opgelegd na bewezenverklaring van – kort gezegd – het verrichten van seksuele handelingen met zijn minderjarig kind, het bezitten, verspreiden, vervaardigen en uitvoeren van kinderporno en het tonen van pornografisch materiaal aan minderjarigen. Dit is telkens een misdrijf dat gericht is tegen of gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen. De terbeschikkingstelling is daarom niet gemaximeerd tot een periode van vier jaar.
De terbeschikkingstelling is ingegaan op 20 maart 2021. Deze maatregel is voor het laatst bij beslissing van deze rechtbank van 11 april 2023 met twee jaren verlengd.
De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie van 12 februari 2025 op de openbare zitting van 8 april 2025 behandeld. De vordering strekt tot verlenging van de termijn van de terbeschikkingstelling met twee jaren.
De rechtbank heeft de terbeschikkinggestelde, zijn raadsvrouw mr. E.P.H. van Esser en de officier van justitie op zitting gehoord.
Daarnaast is R. Wessels, als regiebehandelaar, psychotherapeut en GZ-psycholoog verbonden aan de instelling, als deskundige gehoord.

Stukken

De rechtbank heeft kennisgenomen van de volgende stukken:
  • een advies van de instelling met de aantekeningen over de lichamelijke en geestelijke gesteldheid van de terbeschikkinggestelde, opgemaakt door I.D.C. van Balkom (hoofd van de inrichting, lid Raad van Bestuur, psychiater) en R. Wessels (regiebehandelaar, psychotherapeut, GZ-psycholoog) van 17 januari 2025, en de adviezen van twee externe gedragsdeskundigen I. Maksimović (psychiater) van 2 december 2024 en A.J. de Groot (psycholoog) van 23 december 2024, zoals genoemd in artikel 6:6:12 lid 1 en lid 3 Sv.
  • een advies van het Adviescollege Verloftoetsing TBS van 11 oktober 2024, opgemaakt door [commissievoorzitter] (commissievoorzitter).

Adviezen

Het advies van de instelling luidt – zakelijk weergegeven – als volgt.
De diagnose
Bij terbeschikkinggestelde is sprake van een ongespecificeerde persoonlijkheidsstoornis, een pedofiele stoornis van het niet exclusieve type, een ongespecificeerde parafiele stoornis (hyperseksualiteit en differentiaal diagnostisch een seksverslaving), een voyeurismestoornis, een stoornis in cannabisgebruik (matig/ernstig, in vroege remissie binnen een gereguleerde omgeving), een stoornis in het gebruik van een stimulantium (poppers) (matig/ernstig, in vroege remissie binnen een gereguleerde omgeving) en een gokstoornis (matig, in langdurige remissie in een gereguleerde omgeving).
De behandeldoelen en het behandelverloop
De terbeschikkinggestelde heeft gewerkt aan het open en eerlijk zijn over seksuele gedachten en gevoelens. Hij heeft zich naar vermogen ingezet tijdens verschillende modules en therapieën en volgt een volwaardig programma met arbeid, therapie, sport en vrijetijdsbesteding. Terbeschikkinggestelde heeft onbegeleide vrijheden opgebouwd, waardoor hij verschillende werkzaamheden kan uitvoeren op het instellingsterrein. Hij volgt de therapiegroep ‘Delictketen’. Daarnaast heeft hij de verslavingsmodule positief afgerond. Er is bij terbeschikkinggestelde sprake van een hoge mate van seksuele gerichtheid, daarom is in oktober 2023 gestart met psychofarmaca. Na een incident waarbij erotisch getinte afbeeldingen van
avatarswaren opgeslagen op zijn Playstation, is op 19 november 2024 gestart met het libidoremmende protocol ter optimalisering van het medicatiebeleid. Terbeschikkinggestelde verblijft momenteel op [afdeling 1] , een gesloten groepsgerichte behandelafdeling met een supportief leefklimaat, gericht op het behandelen van seksueel grensoverschrijdend gedrag.
Terbeschikkinggestelde heeft contact met zijn ouders en broer, die hem af en toe in de kliniek bezoeken. Zij zijn niet volledig op de hoogte van de problematiek van terbeschikkinggestelde.
Terbeschikkinggestelde lijkt te profiteren van het behandelklimaat op de afdeling waar hij verblijft. Bij een positief verloop van de behandeling zal hij op korte termijn doorstromen naar een gesloten afdeling op het terrein van de instelling: afdeling [afdeling 2] . Daar zal aandacht zijn voor het vergroten van de zelfredzaamheid van terbeschikkinggestelde en zal op een lager beveiligingsniveau worden getoetst of hij het geleerde in praktijk kan brengen, voordat een open afdeling op het terrein van de instelling in beeld komt. Als terbeschikkinggestelde een jaar succesvol op een open afdeling heeft verbleven, kan uitplaatsing in het kader van transmuraal verlof overwogen worden. Dan kan onderzocht worden of er middels proefverlof toegewerkt kan worden naar voorwaardelijke beëindiging van de maatregel. Dat traject zal meerdere jaren in beslag nemen.
De risicotaxatie en het risicomanagement
Het risico op delictgerelateerd gedrag is binnen de huidige context laag, ook ten tijde van het uitbreiden van de vrijheden. Het risico op ongeoorloofde afwezigheid is eveneens laag. Ook bij doorstroom naar een vervolgafdeling binnen een transmuraal verlofkader wordt het risico als laag ingeschat. Indien het begeleidingskader en het toezicht wegvallen, zullen de risico’s al snel toenemen. Terbeschikkinggestelde wordt dan overvraagd en beschikt op dit moment nog over onvoldoende zelfregulatie buiten de huidige context. Bij beëindiging van de maatregel is het risico hoog, omdat terbeschikkinggestelde nog niet in staat is zich te conformeren aan delictpreventieve voorwaarden.
Het advies luidt de termijn van de terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege met twee jaren te verlengen.
Ter zitting heeft de deskundige het advies bevestigd. Hij heeft toegelicht dat, indien het behandelverloop zich voortzet zoals het nu gaat, de verwachting is dat terbeschikkinggestelde binnen anderhalf tot twee jaar naar een resocialisatieafdeling kan worden overgeplaatst. Van belang is dat de behandeling in kleine stappen en gefaseerd verloopt, zodat terbeschikkinggestelde niet wordt overvraagd. Ten aanzien van de ouders van terbeschikkinggestelde heeft de deskundige toegelicht dat hun draagkracht gering is en dat dit is meegewogen in de overweging om hen al dan niet volledig te informeren over de indexdelicten en risicofactoren.
Het advies van de AVT luidt – zakelijk weergegeven – als volgt:
De aanvraag voldoet aan de vereisten die zijn gesteld in de Verlofregeling TBS. Terbeschikkinggestelde stelt zich gemotiveerd op ten aanzien van zijn behandeling en de verloven verlopen goed. De overgang naar afdeling [afdeling 2] wordt passend geacht: hier is voldoende zorgintensiteit en toezicht aanwezig en kan getoetst worden of terbeschikkinggestelde openheid over zijn gedachten en gevoelens blijft geven. Het verlofplan wordt voldoende verantwoord geacht en daarom adviseert het AVT aan de minister van Justitie en Veiligheid om een machtiging voor transmuraal verlof te verlenen conform het verlofplan.

Advies van de externe gedragsdeskundigen

Het advies van de psychiater en psycholoog die de terbeschikkinggestelde hebben onderzocht luidt – zakelijk weergegeven – als volgt.
De diagnose
Bij terbeschikkinggestelde kan worden gesproken van een ongespecificeerde persoonlijkheidsstoornis. Daarbij is sprake van seksuele problematiek in de vorm van een diffuse seksualiteit, waaronder pedofilie en voyeurisme, en ook in de vorm van hyperseksualiteit. De seksuele problematiek is dankzij libidoremmende medicatie in remissie. Daarnaast is er sprake van verslavingsproblematiek betreffende cannabis, stimulantia (XTC, poppers) en andere drugs (zoals GHB en ketamine). De stoornissen in het middelengebruik zijn in remissie in een gereguleerde omgeving.
De behandeldoelen, het recidiverisico en risicomanagement
Binnen de huidige context – het verblijf in een forensische setting met intensieve begeleiding, behandeling en het gebruik van libidoremmende medicatie – wordt het recidiverisico op hands-on en hands-off delicten als laag ingeschat. Bij het wegvallen van die context, zonder dat de behandeling is afgerond en zonder dat terbeschikkinggestelde adequaat is ingebed op het gebied van wonen en zorg, kan het recidiverisico op termijn oplopen tot matig-hoog. Alhoewel terbeschikkinggestelde behandeling ondergaat, meer inzicht heeft in zijn problematiek en libidoremmende medicatie gebruikt, ligt zijn primaire pedoseksueel georiënteerde preoccupatie verankerd in zijn persoonlijkheid. Doordat terbeschikkinggestelde beschikt over beperkte copingvaardigheden, is het dan ook de vraag of er voldoende zelfregulatie is om in geval van oplopende stress bij vrij verblijf in de maatschappij (zonder steun, structuur en controle) het hoofd te bieden aan seks en drugs als copingmechanisme. Daarbij bevordert middelengebruik bovendien het recidivegevaar. Wel is de inschatting dat het risico op hands-on delicten pas na enige tijd zal oplopen en dat terbeschikkinggestelde naar verwachting eerder zal overgaan tot hands-off delicten.
In het kader van een adequaat risicomanagement is het van belang dat betrokkende de geïndiceerde behandelonderdelen volgt en afmaakt. Daarbij is een stapsgewijze verlaging van de structuur aangewezen. In de loop van het traject binnen Trajectum zal worden bepaald wat het uitstroommodel is. In deze fase van het traject is het nog te vroeg om dat te voorspellen. Er is geen sprake meer van hyperseksualiteit dankzij het gebruik van libidoremmende medicatie. Het is echter wel van belang om het effect van deze medicatie goed te volgen en – waar nodig – te optimaliseren. In de extramurale fase is het van belang om een ondersteunende en corrigerende omgeving te creëren. In dat kader kan worden gedacht aan een COSA-traject, gelet op het feit dat betrokkene een beperkt netwerk heeft. Verdere opbouw van een gezond netwerk zal beschermend werken.
Het advies luidt de termijn van de terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege met twee jaren te verlengen.

Standpunten

De officier van justitie heeft gepersisteerd bij de vordering, omdat de stoornis en het recidiverisico nog aanwezig zijn. Hoewel de behandeling een positief verloop kent, is een verlenging van de maatregel met twee jaren nog noodzakelijk, zodat terbeschikkinggestelde gefaseerd vervolgstappen kan nemen.
De terbeschikkinggestelde heeft zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.

Beoordeling

De rechtbank heeft kennisgenomen van alle voorgenoemde stukken. Zij komt op grond van de stukken en hetgeen is besproken ter zitting tot het volgende oordeel.
De stoornissen van de terbeschikkinggestelde zijn nog steeds aanwezig en het recidiverisico is – bij het wegvallen van het huidige begeleidings- en toezichtskader – hoog.
Als uitgangspunt geldt dat de terbeschikkingstelling verlengd dient te worden met een termijn van twee jaren wanneer aannemelijk is geworden dat de behandeling en resocialisatie van de terbeschikkinggestelde in het bestaande juridische kader meer tijd in beslag zal nemen dan de tijd die resteert bij een verlenging van de terbeschikkingstelling met een termijn van één jaar. De rechtbank ziet in dit geval geen aanleiding om van dit uitgangspunt af te wijken. Van belang is dat de positieve lijn die is ingezet, wordt voortgezet, door de behandeling gefaseerd en stapsgewijs voort te zetten. Voor een zorgvuldige en duurzame resocialisatie is tijd nodig.
De rechtbank stelt vast dat de algemene veiligheid van personen de verlenging van de maatregel eist en dat de termijn van de terbeschikkingstelling met twee jaren moet worden verlengd.

Beslissing

De rechtbank
wijstde vordering van de officier van justitie
toeen
verlengtde termijn van de
terbeschikkingstellingmet
twee jaren.
Deze beslissing is gegeven door
mr. A.A. Spoel, voorzitter,
mrs. I. Timmermans en D.A.J. Buylinckx, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. E. Willeboer, griffier,
en in het openbaar uitgesproken op 8 april 2025.
Tegen de beslissing staat voor de terbeschikkinggestelde hoger beroep bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden open, in te stellen bij de griffie van deze rechtbank, binnen veertien (14) dagen na betekening van deze beslissing.