ECLI:NL:RBAMS:2025:2851

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
22 april 2025
Publicatiedatum
30 april 2025
Zaaknummer
13/047747-02
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van de terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege

Op 22 april 2025 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een zaak betreffende de verlenging van de terbeschikkingstelling van een terbeschikkinggestelde, geboren in 1974. De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie om de termijn van de terbeschikkingstelling met twee jaren te verlengen, toegewezen. De terbeschikkingstelling is oorspronkelijk opgelegd na bewezenverklaring van ernstige misdrijven, waaronder afpersing en zware mishandeling. De terbeschikkinggestelde verblijft momenteel in een Langdurige Forensisch Psychiatrische Zorg-voorziening (LFPZ) en is gediagnosticeerd met een persoonlijkheidsstoornis en problemen met middelengebruik. De rechtbank heeft de vordering behandeld op een openbare zitting op 8 april 2025, waarbij de terbeschikkinggestelde, zijn raadsman en de officier van justitie zijn gehoord, evenals een deskundige. De rechtbank concludeert dat het recidiverisico onverminderd hoog is en dat eerdere behandelpogingen geen effect hebben gehad op de stoornissen van de terbeschikkinggestelde. De rechtbank heeft geen aanleiding gezien om de verlenging van de maatregel te beperken tot één jaar, gezien de noodzaak voor een veilige omgeving en de ernst van de situatie. De beslissing is openbaar uitgesproken en er staat hoger beroep open bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden.

Uitspraak

beslissing

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling Publiekrecht
Team Strafrecht
Parketnummer: 13/047747-02, 23/001838-03
Uitspraakdatum: 22 april 2025
beslissing van de meervoudige kamer op de vordering van de officier van justitie tot verlenging van de termijn van de terbeschikkingstelling van:

[de terbeschikkinggestelde] ,

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1974,
thans verpleegd in Langdurige Forensisch Psychiatrische Zorg-voorziening (hierna: LFPZ) van Forensisch Psychiatrisch Centrum (hierna: FPC) [huidige locatie FPC] ,
hierna te noemen: de terbeschikkinggestelde.

Procesgang

Bij arrest van het gerechtshof Amsterdam van 8 maart 2005 is de maatregel van terbeschikkingstelling met bevel tot verpleging van overheidswege opgelegd na bewezenverklaring van afpersing, meermalen gepleegd, zware mishandeling, gepleegd met voorbedachten rade en begaan tegen zijn echtgenoot, wederrechtelijke vrijheidsberoving en bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht. Zware mishandeling en wederrechtelijke vrijheidsberoving zijn misdrijven die gericht zijn tegen of gevaar veroorzaken voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een persoon. De terbeschikkingstelling is daarom niet gemaximeerd tot een periode van vier jaar.
De terbeschikkingstelling is ingegaan op 23 maart 2005. Deze maatregel is voor het laatst bij beslissing van deze rechtbank van 11 april 2023 met twee jaren verlengd.
Op 23 november 2021 is de LFPZ-status toegekend. De toekenning van die status staat in deze procedure niet ter discussie. Deze procedure ziet op de vordering van de officier van justitie van 12 februari 2025, die strekt tot verlenging van de termijn van de terbeschikkingstelling met twee jaren.
De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie op de openbare zitting van 8 april 2025 behandeld.
De rechtbank heeft de terbeschikkinggestelde, zijn raadsman mr. J.J. Weldam en de officier van justitie op zitting gehoord.
Daarnaast is W.J.M. van Bergen, als klinisch psycholoog en behandelcoördinator verbonden aan de instelling, als deskundige gehoord.

Stukken

De rechtbank heeft kennisgenomen van de volgende stukken:
- een advies van de instelling [naam/locatie FPC] met de aantekeningen over de lichamelijke en geestelijke gesteldheid van de terbeschikkinggestelde, opgemaakt door J. Adank (directeur bedrijfsvoering tbs en plaatsvervangend hoofd van de instelling) en A.C. Hagendijk (psychiater en coördinerend regiebehandelaar) van 17 januari 2025, en de adviezen van twee externe gedragsdeskundigen T. den Boer (psychiater) en J. Heerschop (psycholoog) van 10 december 2024 en 27 november 2024, zoals genoemd in artikel 6:6:12 lid 1 en lid 3 Sv.

Advies

Het advies van de instelling luidt – zakelijk weergegeven – als volgt.
De diagnose
Terbeschikkinggestelde is gediagnosticeerd met een persoonlijkheidsstoornis met antisociale en narcistische kenmerken en psychopathie, een stoornis in het gebruik van cannabis (in remissie in een gereguleerde omgeving) en problemen verband houdend met justitiële maatregelen.
De behandeldoelen en het behandelverloop
In november 2021 is aan terbeschikkinggestelde de LFPZ-status toegekend, omdat meerdere behandelpogingen niet tot afname van delictgerelateerde risicofactoren hebben geleid en aanvullende behandelinterventies niet meer mogelijk werden geacht.
Terbeschikkinggestelde verbleef vanaf 11 januari 2022 op de Zeer Intensieve Zorg-afdeling (hierna: ZIZ-afdeling) [naam afdeling] in [naam/locatie FPC] . Hij wordt vanuit zijn problematiek en recidiverisico aangemerkt als extreem vlucht- en beheersgevaarlijk. Het functioneren van terbeschikkinggestelde is sinds de laatste verlengingsbeslissing onveranderd gebleven. Hij laat groepsontwrichtend gedrag zien en heeft een negatieve invloed op de medepatiënten. Ook ten aanzien van het behandelteam stelt hij zich met regelmaat devaluerend op. Terbeschikkinggestelde volgt zijn programma en houdt zich aan afspraken voor zover hem geen ruimte wordt geboden om af te wijken. Hij test binnen [naam/locatie FPC] meermalen positief op het gebruik van cannabis. Terbeschikkinggestelde verblijft sinds 24 februari 2025 op de Zeer Intensieve Zorg-afdeling in de LFPZ-voorziening van FPC [huidige locatie FPC] .
De risicotaxatie en het risicomanagement
Bij het huidige niveau van zorg en toezicht is er sprake van een hoog risico op terugval in gewelddadig gedrag. Terbeschikkinggestelde houdt zich niet aan de afspraken en gebruikt middelen. Delictgerelateerde risicofactoren blijven onverminderd actueel. Een verblijf in een begrenzende en structurerende omgeving met zeer intensieve begeleiding blijkt nog noodzakelijk om escalatie van gedragsproblemen te voorkomen. Indien het kader met de huidige mate van zorg en toezicht wegvalt, is het risico op terugval in middelengebruik en gewelddadig en crimineel gedrag hoog. Er is dan ook sprake van weinig beschermende factoren. Aan terbeschikkinggestelde is de LFPZ-status toegekend. Gelet op al het voorgaande wordt het risicomanagement extern vormgegeven. Daarbij past de opname van terbeschikkinggestelde met EVBG-status op een ZIZ-afdeling.
Het advies luidt de termijn van de terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege met twee jaren te verlengen.
Ter zitting heeft de deskundige de conclusies en adviezen uit het rapport onderschreven. Terbeschikkinggestelde verblijft pas sinds kort in de LFPZ-voorziening van FPC [huidige locatie FPC] . Op die afdeling zal de behandeldruk laag zijn, zodat gekeken kan worden of er mogelijkheden ontstaan om een nieuwe behandelpoging te starten. Er zal gekeken worden naar mogelijkheden om de activiteiten voor terbeschikkinggestelde uit te breiden, zoals sport en een keukenprogramma. Ook is de deskundige voornemens om met terbeschikkinggestelde te kijken of toegewerkt kan worden naar plaatsing op een nieuwe afdeling in Nijmegen voor patiënten met een LFPZ-status die groepsontwrichtend gedrag laten zien. Die afdeling moet nog worden opgezet. Het streven is dat deze afdeling eind 2025 beschikbaar zal zijn, maar door personele problemen kan voor dit tijdpad geen duidelijke indicatie worden gegeven.

Advies van de externe gedragsdeskundigen

De rapporten van de psychiater en de psycholoog die terbeschikkinggestelde hebben onderzocht luiden – zakelijk weergegeven – als volgt. Terbeschikkinggestelde heeft geweigerd mee te werken aan het onderzoek van voornoemde deskundigen. Daardoor zijn de deskundigen in hun onderzoek beknot en hebben zij niet tot eigenstandige conclusies ten aanzien van de diagnose en het recidiverisico kunnen komen. Ook kunnen zij de overwegingen uit eerdere rapporten met betrekking tot het behandelverloop en de prognose niet onderbouwd onderschrijven, dan wel er kanttekeningen bij plaatsen. Wel hebben de deskundigen de onderstaande beschouwingen gegeven van conclusies uit eerdere rapporten, opgemaakt tijdens het tbs-traject, eerdere Pro Justitia onderzoeken en rapporten van de kliniek.
De diagnose
Er is sprake van een grote mate aan consistentie met betrekking tot de kernproblematiek (die in de persoonlijkheid van terbeschikkinggestelde is gelegen), naast gevoeligheid voor problematisch middelengebruik.
De behandeldoelen en het behandelverloop
In 2021 is aan terbeschikkinggestelde een LFPZ-status toegekend, omdat er geen behandelmogelijkheden meer werden gezien. Hiermee zal hopelijk de behandeldruk die terbeschikkinggestelde ervaart afnemen, waardoor er ruimte kan ontstaan om op termijn een nieuwe behandelpoging te starten.
Het recidiverisico en risicomanagement
Er is gedurende het behandeltraject grote consistentie in de inschatting van het recidiverisico, dat als hoog wordt ingeschat. Eén psycholoog zag in 2021 basis voor voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege, maar die visie werd niet ondersteund door de andere deskundigen. FPC [naam/locatie FPC] signaleert een onveranderd hoog risicoprofiel. De enige wijze waarop de risico’s kunnen worden ingeperkt, is een verblijf binnen een hoog beveiligde omgeving met intensieve begeleiding.
Gelet op de beperkingen in het onderzoek van de deskundigen, komen zij niet tot zelfstandige adviezen.

Standpunten

De officier van justitie heeft gepersisteerd bij de vordering. Uit het verlengingsadvies komt naar voren dat de stoornis en het recidiverisico nog altijd aanwezig zijn. Verlenging van de maatregel met verpleging van overheidswege met twee jaren is noodzakelijk.
De terbeschikkinggestelde heeft aangevoerd dat er tegenstrijdigheden in het verlengingsadvies zitten. Uit het door de raadsman per e-mail toegezonden behandelplan van 3 oktober 2024 blijkt niet dat terbeschikkinggestelde gevaarlijk is en niet mee wil werken. De verdediging is het niet eens met de LFPZ-status van terbeschikkinggestelde. Het is van belang dat terbeschikkinggestelde een kans krijgt. Als de rechtbank voornemens is om de maatregel met verpleging van overheidswege te verlengen, verzoekt de verdediging de duur van die verlenging te beperken tot één jaar.

Beoordeling

De rechtbank heeft kennisgenomen van alle voorgenoemde stukken. Zij komt op grond van de stukken en hetgeen is besproken ter zitting tot het volgende oordeel.
De stoornissen van de terbeschikkinggestelde zijn nog steeds aanwezig en het recidiverisico is onverminderd hoog.
Uit de stukken blijkt dat diverse behandelpogingen geen invloed hebben gehad op de aanwezigheid van de stoornissen en niet hebben geleid tot vermindering van het recidiverisico. Daarom is in november 2021 de LFPZ-status toegekend. Het verblijf in FPC [naam/locatie FPC] en het (tot nu toe korte) verblijf op de LFPZ-afdeling in FPC [huidige locatie FPC] hebben hierin eveneens geen verandering gebracht.
De raadsman heeft er in het kader van het recidivegevaar op gewezen dat uit de stukken blijkt dat er in de afgelopen periode geen incidenten met fysieke agressie zijn geweest. De rechtbank overweegt hierover als volgt. Uit de stukken blijkt ook dat er wel incidenten en aanzetten daartoe hebben plaatsgevonden en dat enkel door adequaat ingrijpen van de omgeving van terbeschikkinggestelde het niet tot fysiek geweld is gekomen. Terbeschikkinggestelde wordt nog altijd zeer intensief begeleid en verblijft op een zwaar beveiligde afdeling in een eveneens zwaar beveiligde kliniek.
Als uitgangspunt geldt dat de terbeschikkingstelling verlengd dient te worden met een termijn van twee jaren wanneer aannemelijk is geworden dat de behandeling en resocialisatie van de terbeschikkinggestelde in het bestaande juridische kader meer tijd in beslag zal nemen dan de tijd die resteert bij een verlenging van de terbeschikkingstelling met een termijn van één jaar. De rechtbank ziet in dit geval geen aanleiding om van dit uitgangspunt af te wijken. De deskundige heeft ter zitting verduidelijkt dat er tijd nodig is om in kleine stappen met terbeschikkinggestelde te werken aan het verminderen van het recidiverisico.
Gelet op al het voorgaande – in het bijzonder de LFPZ-status van terbeschikkinggestelde en de omstandigheid dat de stoornissen nog aanwezig zijn en het recidiverisico onverminderd hoog blijft – ziet de rechtbank geen aanleiding om de duur van de verlenging van de maatregel te beperken tot één jaar.
Zij stelt vast dat de algemene veiligheid van personen de verlenging van de maatregel eist en dat de termijn van de terbeschikkingstelling met twee jaren moet worden verlengd.

Beslissing

De rechtbank
wijstde vordering van de officier van justitie
toeen
verlengtde termijn van de
terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswegemet
twee jaren.
Deze beslissing is gegeven door
mr. A.A. Spoel, voorzitter,
mrs. I. Timmermans en D.A.J. Buylinckx, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. E. Willeboer, griffier,
en in het openbaar uitgesproken op 22 april 2025.
Tegen de beslissing staat voor de terbeschikkinggestelde hoger beroep bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden open, in te stellen bij de griffie van deze rechtbank, binnen veertien (14) dagen na betekening van deze beslissing.