Op 2 april 2025 heeft de Rechtbank Amsterdam een tussenbeslissing genomen in een zaak betreffende een Grieks verzoek om aanvullende toestemming op basis van artikel 14 van de Overleveringswet (OLW). Het verzoek was ingediend door de officier van justitie bij de rechtbank op 11 juli 2023 en betreft de tenuitvoerlegging van een straf die is opgelegd voor feiten die vóór het tijdstip van de overlevering zijn begaan. De rechtbank heeft vastgesteld dat de overgeleverde persoon niet op de juiste wijze is gehoord over het verzoek tot aanvullende toestemming, aangezien dit niet door een rechter, maar door de gevangenisdirecteur is gebeurd. Bovendien is niet gebleken dat de overgeleverde persoon bijgestaan is door een advocaat tijdens dit verhoor.
De rechtbank heeft eerder, in een tussenbeslissing van 20 juli 2023, de Griekse autoriteiten verzocht om de overgeleverde persoon met volledige eerbiediging van zijn verdedigingsrechten te horen. In een e-mail van 20 februari 2024 hebben de Griekse autoriteiten aangegeven dat de overgeleverde persoon al eerder is gehoord, maar de rechtbank kan niet uitsluiten dat de Griekse autoriteiten niet op de hoogte waren van de eerdere tussenbeslissing. De rechtbank heeft daarom besloten om de uitvaardigende justitiële autoriteit nogmaals te verzoeken om de overgeleverde persoon in de gelegenheid te stellen om zijn opmerkingen en bezwaren met betrekking tot de aanvullende toestemming naar voren te brengen bij een rechter, met volledige eerbiediging van zijn verdedigingsrechten.