Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.De procedure
- mr. Alberdingk Thijm;
- mr. N.S.G. de Bruijn;
- [naam 1] , voorzitter van [eiseres] ;
- [naam 2] , bestuurslid van [eiseres] ;
- mr. Potjewijd;
- mr. M.E. van Dam;
- mr. D.J.B. Hereijgers.
2.De feiten
Data Management Platform(DMP) waarmee haar klanten via cookies online gegevens kunnen verzamelen, opslaan, ordenen en analyseren.
third partycookie met de naam “_kuid_” op de randapparatuur van haar achterban te plaatsen en met behulp daarvan, in strijd met de Algemene Verordening Gegevensverwerking (AVG) en de Telecommunicatieweg (Tw), persoonsgegevens te verwerken. Bij vonnis van 29 december 2021 heeft deze rechtbank [eiseres] niet-ontvankelijk verklaard in haar vorderingen. [eiseres] is in hoger beroep gegaan. Bij tussenarrest van 18 juni 2024 heeft het Gerechtshof Amsterdam overwogen dat [eiseres] ontvankelijk is in haar vorderingen, een regiezitting gelast en iedere verdere beslissing aangehouden.
Salesforce can confirm that it will preserve evidence that exists and that it deems relevant and reasonably capable of being preserved in light of Salesforce's evidentiary position in the context of the proceedings.
(…)”
1) To which service(s), if any, did Salesforce advise its customers to migrate after the retirement of Audience Studio?
(…)”
We inform you that Salesforce does not see reason to further discuss this topic with [eiseres] at this stage of the proceedings. We refer you to the contents of our letter dated 11 October 2024.
(…)”
3.Het geschil
4.De beoordeling
De zaak in het kort en spoedeisend belang
beschiktis immers niet afhankelijk van de vraag of Salesforce als verwerkingsverantwoordelijke moet worden aangemerkt. Ook als Salesforce wordt gevolgd in haar standpunt dat alleen haar klanten persoonsgegevens zouden hebben verwerkt aan de hand van eigen configuraties van de Audience Studio-software, dan betekent dit niet zonder meer dat Salesforce feitelijk niet zou beschikken over de Cookie ID’s en aanverwante gegevens die haar klanten met behulp van die software hebben gegenereerd. Ook de stelling dat zij geen inzicht zou hebben in die gegevens doet niet af aan de mogelijkheid dat Salesforce over deze gegevens (heeft) beschikt.
heeftbeschikt over gegevens van haar klanten volgt uit haar stelling dat zij “de Audience Studio infrastructuur” en “alle resterende data van haar klanten die zich binnen die infrastructuur bevonden” binnen 120 dagen na beëindiging heeft verwijderd, conform haar
Trust and Compliance Documentation. Wat de aard is van de verwijderde gegevens heeft Salesforce niet toegelicht. Voorshands kan niet worden uitgesloten dat dit ook gegevens betreffen waar de vordering in dit kort geding op ziet, nu Salesforce in haar conclusie van antwoord heeft toegelicht dat haar klanten “de aan de cookie gerelateerde gegevens (…) in hun eigen omgeving van Audience Studio konden opslaan”.
De wet is er niet geheel duidelijk over of tijdens een lopende procedure ook in kort geding nog een inzageverzoek (of eigenlijk dan: inzagevordering) kan worden gedaan. De mogelijkheid om in spoedeisende gevallen in kort geding inzage te vorderen, is geregeld in art. 197 lid 1, laatste volzin, Rv-nieuw en daarmee dus in de paragraaf over voorlopige bewijsverrichtingen; kennelijk ziet de wetgever een inzagevordering in kort geding als een vorm van voorlopige bewijsverrichting. Hieruit zou kunnen worden afgeleid dat een inzageverzoek of -vordering niet meer zelfstandig, ook niet in kort geding, kan worden gedaan als inmiddels de hoofdzaak loopt. Deze uitleg zou stroken met de gedachte van de wetgever dat wanneer de zaak in een bodemprocedure wordt behandeld, bewijsverrichtingen moeten lopen via de rechter die met de bodemzaak is belast, en dat een voorlopige bewijsverrichting die lopende procedure niet mag doorkruisen (…).” [1]
Data Cloud) maken geen gebruik van de _kuid_cookie en verschillen fundamenteel van de diensten van een DMP (zie 2.3), zodat ook niet aannemelijk is dat haar klanten data hebben gemigreerd van Audience Studio naar een van haar andere diensten, omdat die gegevens binnen die diensten niet zonder meer bruikbaar zijn, aldus Salesforce.