Uitspraak
1.[eiser 1] ,
2.
[eiser 2],
3.
[eiser 3],
4.
[eiser 4],
Rechtbank Amsterdam
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Amsterdam op 8 mei 2025 uitspraak gedaan in een geschil tussen meerdere eisers en een gedaagde partij over de beëindiging van een huurovereenkomst. De eisers, wonende in de Verenigde Staten, hebben de huurovereenkomst opgezegd op basis van de diplomatenclausule, omdat zij van plan zijn terug te keren naar Nederland en de woning weer zelf willen betrekken. De gedaagde, die de woning huurt, heeft geweigerd de woning te verlaten en stelt dat er andere afspraken zijn gemaakt die hem het recht geven om langer in de woning te blijven. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de huurovereenkomst een tussenhuurovereenkomst betreft voor een periode van drie jaar, zoals overeengekomen door beide partijen. De rechter heeft geoordeeld dat de opzegging van de huurovereenkomst rechtsgeldig is en dat de gedaagde de woning moet ontruimen. De kantonrechter heeft de ontruiming per 1 augustus 2025 vastgesteld, zodat de gedaagde voldoende tijd heeft om andere woonruimte te vinden. Tevens zijn de proceskosten aan de gedaagde opgelegd, terwijl de vorderingen van de gedaagde in reconventie zijn afgewezen. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.