Uitspraak
RECHTBANK Amsterdam
VvE),
1.[verweerder 1] ,
2.
[verweerder 2],
3.
[verweerder 3],
4.
[verweerder 4],
5.
[verweerder 5],
6.
[verweerder 6] B.V.,
7.
[verweerder 7] B.V.,
8.
[verweerder 8],
9.
[verweerder 9],
[verweerder 10],
11.
[verweerder 11],
winkeleigenaren),
12.12. VOMAR VOORDEELMARKT B.V.,
Vomar),
1.De procedure
- het verzoekschrift, ter griffie bij afdeling kanton binnengekomen op 15 juli 2024,
- de verwijzingsbeslissing van de kantonrechter van 15 oktober 2024,
- de tussenbeschikking van 14 november 2024 waarin een mondelinge behandeling is bepaald,
- het verkort proces-verbaal van mondelinge behandeling van 12 maart 2025 en de daarin genoemde stukken,
- bijlagen 4 tot en met 8 van Vomar ingediend bij haar verweerschrift.
2.De feiten
eerste verbouwing).
Peutz) onderzoek laten doen naar de akoestische kwaliteit van de bouwkundige scheidingsconstructies tussen de woningen en de winkelruimten, waarvan op 26 september 2014 een rapport is uitgebracht (hierna:
Peutz 2014).
VSO). Artikel 3.1 VSO gaat over geluidsisolatie waarin wat betreft luchtgeluidsisolatie wordt verwezen naar Peutz 2014 en wat betreft contactgeluidsisolatie in afwijking van Peutz 2014 een norm is gesteld van minimaal -8 decibel. Artikel 7.1 VSO regelt dat partijen na uitvoering van de eerste verbouwing verklaren dat zij tot aan de datum van de VSO over en weer niets meer van elkaar te vorderen hebben en dat zij elkaar, voor zover rechtens vereist, finale kwijting verlenen.
tweede verbouwing).
Peutz 2022). Voor het onderzoek zijn geluidsmetingen verricht in twee woonappartementen. De twee woningen van de eigenaren die namens de VvE op de mondelinge behandeling waren, zijn niet in Peutz 2022 betrokken.
3.Het verzoek en de verweren
Nieman) als deskundige wordt benoemd om met onderzoek de in het verzoekschrift opgesomde vragen te beantwoorden. Tot slot verzoekt de VvE een proceskostenveroordeling van de winkeleigenaren en Vomar.
4.De beoordeling
5.De beslissing
binnen twee wekenna de datum van deze beslissing een begroting van de kosten op te geven aan de griffie van de rechtbank, gespecificeerd naar het verwachte aantal te besteden uren, het uurtarief en de eventuele overige kosten,
binnen twee wekenna dagtekening van de brief/het bericht van de griffie schriftelijk bij de rechtbank bezwaar maken tegen de begroting,
- de deskundige voor aanvang van het onderzoek dient kennis te nemen van de Leidraad deskundigen in civiele zaken (te raadplegen op www.rechtspraak.nl of desgevraagd te verkrijgen bij de griffie),
- de deskundige het onderzoek pas na het bericht van de griffier omtrent betaling van het voorschot dient aan te vangen,
- de deskundige het onderzoek onmiddellijk dient te staken en contact dient op te nemen met de griffier, indien tijdens de uitvoering van de werkzaamheden het voorschot niet toereikend blijkt te zijn,
- de deskundige partijen bij een onderzoek van een object ter plaatse gelegenheid dient te bieden dit onderzoek bij te wonen; indien slechts één partij, althans niet alle partijen, bij het onderzoek van objecten ter plaatse aanwezig is of zijn, de deskundige dit onderzoek niet mag uitvoeren, tenzij alle partijen zijn uitgenodigd om bij dat onderzoek aanwezig te zijn, en dat uit het rapport moet blijken dat hieraan is voldaan,
- indien partijen bij het onderzoek van objecten ter plaatse aanwezig zijn geweest, uit het rapport moet blijken welke opmerkingen zij hebben gemaakt, welke verzoeken zij hebben gedaan en hoe de deskundige hierop heeft gereageerd,
- uit het schriftelijk bericht moet blijken op welke stukken het oordeel van de deskundige is gebaseerd,
- de deskundige een concept van het rapport aan partijen moet toezenden, zodat partijen de gelegenheid krijgen binnen vier weken daarover bij de deskundige opmerkingen te maken en verzoeken te doen, en dat de deskundige in het definitieve rapport de door partijen gemaakte opmerkingen en verzoeken en de reactie van de deskundige daarop moet vermelden,