ECLI:NL:RBAMS:2025:3086

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
6 mei 2025
Publicatiedatum
12 mei 2025
Zaaknummer
11599745 WM VERZ 25-2422
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Proces-verbaal
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen administratieve sanctie wegens onnodig geluid door motorrijders in groepsverband

Op 6 mei 2025 heeft de kantonrechter van de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een zaak waarin betrokkene, een motorrijder, in beroep ging tegen een administratieve sanctie opgelegd op basis van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wahv). De sanctie was opgelegd wegens het veroorzaken van onnodig geluid met zijn motorfiets, terwijl hij deel uitmaakte van een groep van tien motorrijders. De verbalisant had geconstateerd dat de groep onnodig veel geluid produceerde, maar kon niet met zekerheid vaststellen dat het geluid van de motor van betrokkene afkomstig was. Betrokkene voerde aan dat hij niet staande was gehouden en dat er geen bewijs was dat zijn motor het onnodige geluid had veroorzaakt. Tijdens de zitting werd duidelijk dat de verbalisant niet in staat was om te bepalen wie binnen de groep het geluid had veroorzaakt, wat leidde tot de conclusie dat de gedraging niet kon worden vastgesteld. De kantonrechter volgde het standpunt van de verweerder, die het beroep gegrond verklaarde, en vernietigde de eerdere beslissing. Betrokkene kreeg het betaalde bedrag teruggestort. De uitspraak benadrukt de moeilijkheid om individuele gedragingen vast te stellen binnen een grote groep motorrijders.

Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling privaatrecht
kantonrechter: mr. B. Brokkaar
zaaknummer: 11599745 WM VERZ 25-2422
beslissing van: 6 mei 2025
func.: 43837
Afschrift van de aantekening in het proces-verbaal van de openbare zitting van 6 mei 2025 inzake het beroep ingevolge de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (verder: de Wahv) van:

[betrokkene]

[adres]
verder: betrokkene
welk beroep is ingesteld bij verzoekschrift, ingekomen bij de CVOM te Utrecht op 12 mei 2024 en is gericht tegen de beslissing van 1 april 2024 van de
officier van justitie(verder: verweerder) ten aanzien van betrokkene, geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1972.

CJIB-nummer: [nummer]

VERLOOP VAN DE PROCEDURE

Aan betrokkene is bij beschikking van 9 augustus 2023 (verder: de inleidende beschikking) een sanctie in het kader van de Wahv opgelegd. Betrokkene heeft tegen de inleidende beschikking beroep ingesteld bij verweerder. Deze heeft dat beroep ongegrond verklaard. Tegen die beslissing heeft betrokkene vervolgens beroep ingesteld bij de kantonrechter. Verweerder heeft de op de zaak betrekking hebbende gegevens overgelegd. Het beroep is behandeld op de openbare zitting van 6 mei 2025. Partijen zijn voor deze zitting opgeroepen.
Betrokkene is samen met de bestuurder, de heer [naam] , bij de zitting verschenen.
Aan hen is de cautie verleend.
Ter zitting heeft verweerder gereageerd op de inhoud van het beroepschrift. Verweerder heeft geconcludeerd dat het beroep gegrond is.

GRONDEN VAN DE BESLISSING

1. Aan betrokkene is bij de inleidende beschikking wegens een verkeersgedraging een administratieve sanctie opgelegd ingevolge de Wahv. Betrokkene wordt verweten dat deze als bestuurder van een motorfiets met kenteken [kenteken] , waarvoor betrokkene als kentekenhouder aansprakelijk is, onnodig geluid heeft veroorzaakt. Deze gedraging is geconstateerd op 1 juli 2023 om 18:52 uur op de [locatie] .
2. Het beroep is tijdig ingesteld.
3. Betrokkene voert tegen de beslissing van verweerder aan dat de bestuurder niet is staande gehouden en zij niet weet hoe de verbalisant erbij komt dat de bestuurder onnodig geluid zou hebben veroorzaakt.
Betrokkene zou graag bewijs in de vorm van geluidsopnames willen horen, waaruit blijkt dat het geluid van haar motorvoertuig afkomstig is.
4. Op de zitting heeft de heer [naam] , de bestuurder ten tijde van de vermeende gedraging, het beroep nader toegelicht. [naam] maakte deel uit van een groep van tien motorrijders, waarvan er vijf een boete hebben gekregen voor een soortgelijke gedraging. Van deze vijf boetes zijn er drie geseponeerd. De onderhavige boete is in stand gebleven en dat is pure willekeur, aldus [naam] .
[naam] stelt dat als er met een groep motorrijders wordt gereden dit sowieso meer geluid veroorzaakt dan wanneer een motorrijder alleen rijdt. [naam] ontkent de onderhavige gedraging te hebben verricht. Er zit een 75 decibel uitlaat onder de motor en deze is gedempt. Hij heeft geen onnodig geluid gemaakt en geen onnodig gas gegeven.
De motorrijders uit de groep reden twee aan twee. [naam] vraagt zich af hoe de verbalisant heeft kunnen constateren dat binnen de grote groep van motorrijders het onnodige geluid kwam van de motor waar hij op reed.
5. Verweerder is het met [naam] eens en stelt zich ter zitting op het standpunt dat het gelet op de grote groep motorrijders lastig is te bepalen wie er onnodig geluid heeft veroorzaakt. Uit de verklaring van de verbalisant is onvoldoende af te leiden dat het geluid door de motor van betrokkene werd geproduceerd. Daarom verzoekt verweerder de kantonrechter om het beroep gegrond te verklaren.
6. Het volgende wordt overwogen.
7. De verbalisant verklaart in het zich in het dossier bevindende zaakoverzicht:
“Ik, verbalisant, zag en hoorde dat de bestuurder van het voornoemde voertuig onnodig hard optrok waardoor het voertuig onnodig veel geduid[RB leest: geluid]
produceerde. Ik hoorde dat de bestuurder op het moment dat hij mij passeerde meerdere malen gas gaf, hierdoor produceerde het voertuig wederom onnodig veel geluid. De bestuurder maakte deel uit van een grote groep motorrijder, welke uiteindelijk stil kwam te staan voor een rood verkeerslicht. Ik hoorde dat de groep gezamenlijk onnodig gas aan het geven waren (revven) en daardoor onnodig geluidshinder veroorzaakte. Ik heb de bestuurder niet staande gehouden omdat de bestuurder deel uitmaakt van een groep van meer dan 8 motorrijders".
8. In een op ambtsbelofte opgemaakt aanvullend proces-verbaal van 5 maart 2024 verklaart de verbalisant nog het volgende:
“Ik, verbalisant kon de betrokkene van het voertuig niet staande houden doordat de bestuurder omringt was tussen andere motorrijders en ik hem hierdoor niet veilig uit het verkeer kon halen. Doordat ik te voet was en de afstand tussen mij en het voertuig, kon ik met alle zekerheid ook inschatten dat ik de bestuurder niet tijdig kon naderen.

De groep motorrijders was tevens al eerder provocerend geweest richting de Politie, mijn veiligheid tezamen met die van het verkeer kon dan ook niet gegarandeerd worden. Mede door het bovengenoemde heb ik besloten om het voertuig op kenteken te verbaliseren”.

9. In Wahv-zaken biedt een verklaring van een opsporingsambtenaar in beginsel een voldoende grondslag voor de vaststelling dat de aan betrokkene verweten gedraging is verricht. Dit is anders indien betrokkene voor zijn of haar zaak specifieke feiten en/of omstandigheden aanvoert die aanleiding geven om te twijfelen aan de juistheid van een of meer onderdelen van de opgemaakte verklaring in het zaakoverzicht dan wel dat uit het dossier zulke feiten en omstandigheden blijken.
10. In de onderhavige zaak heeft de verbalisant verklaard dat betrokkene deel uit maakte van een grote groep motorrijders. Gelet hierop en gelet op het door [naam] gevoerde verweer is naar het oordeel van de kantonrechter uit de verklaring van de verbalisant onvoldoende te herleiden dat het de bestuurder van de motorfiets met voornoemd kenteken is geweest die onnodig geluid produceerde. Als de bestuurder omringd wordt door andere motoren, is het lastig waarnemen door welk voertuig binnen de groep het onnodige geluid wordt veroorzaakt. Nu niet met zekerheid is vast te stellen dat het de bestuurder van voornoemd voertuig is geweest, is de aan betrokkene verweten gedraging onvoldoende komen vast te staan. De kantonrechter beslist derhalve om het ter zitting ingenomen standpunt van verweerder te volgen. Het beroep wordt gegrond verklaard.
11. Daarom wordt beslist als volgt.

BESLISSING

De kantonrechter:

- verklaart het beroep gegrond en vernietigt de bestreden beslissing, alsmede de inleidende beschikking;
- bepaalt dat het als zekerheid betaalde bedrag aan betrokkene wordt gerestitueerd.
De griffier De kantonrechter
Datum verzending
Bent u het met deze beslissing niet eens, dan kunt u
binnen zes wekenna de hierboven vermelde datum van verzending van deze beslissing hoger beroep instellen bij het gerechtshof Arnhem- Leeuwarden , maar alleen indien de als gevolg van deze beslissing te betalen administratieve sanctie meer dan € 110,00 bedraagt. Het beroepschrift dient schriftelijk (niet per e-mail) te worden ingediend bij rechtbank Amsterdam, afdeling privaatrecht, team kanton, postbus 70515, 1007 KM, Amsterdam en dient door degene die het beroep instelt of een gemachtigde te worden ondertekend. De procedure bij het gerechtshof verloopt schriftelijk,
tenzij in het beroepschrift uitdrukkelijk om een mondelinge behandeling wordt gevraagd.