ECLI:NL:RBAMS:2025:3090

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
29 april 2025
Publicatiedatum
12 mei 2025
Zaaknummer
11599959 WM VERZ 25-2440
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Proces-verbaal
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bestuursrechtelijke procedure inzake verkeerssanctie en matiging van sanctie op basis van bijzondere omstandigheden

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Amsterdam op 29 april 2025 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure betreffende een verkeerssanctie opgelegd aan de betrokkene. De betrokkene, die als kentekenhouder werd aangemerkt, ontving een administratieve sanctie ingevolge de Wet administratieve handhaving verkeersvoorschriften (Wahv) omdat het keuringsbewijs van haar motorvoertuig was verlopen. De overtreding werd geconstateerd op 19 augustus 2023. De betrokkene heeft tegen de inleidende beschikking beroep ingesteld, maar dit werd door de verweerder ongegrond verklaard. Vervolgens heeft de betrokkene het beroep bij de kantonrechter ingesteld.

Tijdens de openbare zitting op 29 april 2025 is de betrokkene, ondanks behoorlijke oproeping, niet verschenen. De verweerder heeft ter zitting de inhoud van het beroepschrift toegelicht en geconcludeerd dat het beroep ongegrond is. De kantonrechter heeft de zaak beoordeeld aan de hand van de relevante wetgeving, waaronder artikel 72 van de Wegenverkeerswet 1994, en heeft vastgesteld dat de betrokkene verantwoordelijk is voor het hebben van een geldig keuringsbewijs.

Echter, de kantonrechter heeft ook rekening gehouden met de bijzondere omstandigheden van de betrokkene, die alleenstaande moeder is van een zorgkind dat intensieve medische zorg nodig heeft. Dit heeft geleid tot de beslissing om de sanctie te matigen tot nihil, waarbij het als zekerheid betaalde bedrag aan de betrokkene wordt gerestitueerd. De beslissing is genomen met inachtneming van de relevante wetgeving en de omstandigheden van de betrokkene.

Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling privaatrecht
kantonrechter: mr. A.P. Ploeger
zaaknummer: 11599959 WM VERZ 25-2440
beslissing van: 29 april 2025
func.: 43837
Afschrift van de aantekening in het proces-verbaal van de openbare zitting van 29 april 2025 inzake het beroep ingevolge de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (verder: de Wahv) van:

[betrokkene]

[adres]
verder: betrokkene
welk beroep is ingesteld bij verzoekschrift, ingekomen bij de CVOM te Utrecht op 30 april 2024 en is gericht tegen de beslissing van 29 april 2024 van de
officier van justitie(verder: verweerder) ten aanzien van betrokkene, geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 2004.

CJIB-nummer: [nummer]

VERLOOP VAN DE PROCEDURE

Aan betrokkene is bij beschikking van 31 augustus 2023 (verder: de inleidende beschikking) een sanctie in het kader van de Wet administratieve handhaving verkeersvoorschriften (Wahv) opgelegd. Betrokkene heeft tegen de inleidende beschikking beroep ingesteld bij verweerder. Deze heeft dat beroep ongegrond verklaard. Tegen die beslissing heeft betrokkene vervolgens beroep ingesteld bij de kantonrechter. Verweerder heeft de op de zaak betrekking hebbende gegevens overgelegd. Het beroep is behandeld op de openbare zitting van 29 april 2025. Partijen zijn voor deze zitting opgeroepen.
Betrokkene is, hoewel behoorlijk opgeroepen, niet bij de zitting verschenen.
Ter zitting heeft verweerder gereageerd op de inhoud van het beroepschrift. Verweerder heeft geconcludeerd dat het beroep ongegrond is.

GRONDEN VAN DE BESLISSING

1. Aan betrokkene is bij de inleidende beschikking wegens een verkeersgedraging een administratieve sanctie opgelegd ingevolge de Wet administratieve handhaving verkeersvoorschriften (Wahv). Betrokkene wordt verweten dat voor het motorrijtuig van 3500 kilogram of minder, met kenteken [kenteken] , waarvoor betrokkene als kentekenhouder aansprakelijk is, het keuringsbewijs zijn geldigheid heeft verloren. Deze overtreding is geconstateerd op 19 augustus 2023 om 16:16 uur op de [locatie] .
2. Het beroep is tijdig ingesteld.
3. Betrokkene voert tegen de beslissing van verweerder aan dat het voertuig met voornoemd kenteken niet op haar naam staat en zij niet van het ontbreken van de APK status van het voertuig op de hoogte was.
Betrokkene is alleenstaande moeder van een zorgkind, die momenteel intensieve medische zorg nodig heeft en regelmatig in het ziekenhuis wordt opgenomen. Daardoor was betrokkene haar vermogen om aandacht te besteden aan externe zaken, zoals deze boete, beperkt.
Ze heeft administratief beroep laten instellen door Bonnetje B.V., maar deze hebben haar niet eens verzocht om aanvullende informatie met betrekking tot de APK-status.
Er is een kopie van het kentekenbewijs voor voertuig met kenteken [kenteken] aan het beroepschrift gevoegd. Hieruit blijkt dat het voertuig op naam van [naam] staat met als tenaamstellingsdatum: 17 oktober 2023.
Betrokkene verzoekt de kantonrechter om rekening te houden met de bovengenoemde omstandigheden.
4. Desgevraagd deelt verweerder ter zitting mede dat het motorvoertuig met kenteken
[kenteken] op naam van Sushi meesters B.V. stond ten tijde van de geconstateerde gedraging. Dat kan erop duiden dat betrokkene in dienst was bij dit bedrijf om sushi te bezorgen.
Verweerder stelt zich vervolgens op het standpunt dat het beroep ongegrond dient te worden verklaard. Op grond van artikel 73, lid 3 van de Wegenverkeerswet kan ook de bestuurder ervoor verantwoordelijk worden gehouden dat hij rijdt met een voertuig dat geen geldig keuringsbewijs heeft.
5. Het volgende wordt overwogen.
6. De verbalisant verklaart in het zich in het dossier bevindende zaakoverzicht:
“Ik, verbalisant, zag dat de betrokken auto reed met een ongeldig APK. Dit gaven de politie systemen aan toen ik de auto controleerde”.
Betrokkene is staande gehouden en de cautie verleend. Bij de staandehouding heeft betrokkene verklaard:
“Omdat ik er niet van wist”.
7. De onderhavige gedraging is gebaseerd op artikel 72, tweede lid onder b, van de Wegenverkeerswet 1994 (hierna: WVW 1994). Artikel 72 luidt, voor zover hier van belang, als volgt:
"1. Voor een motorrijtuig (…) waarvoor een kenteken is opgegeven dan wel dient te zijn opgegeven, dient een keuringsbewijs te zijn afgegeven.
2. Het keuringsbewijs dient: (...)
b. zijn geldigheid niet te hebben verloren, (...)
3. Voor overtreding van het eerste lid en het bepaalde bij of krachtens het tweede lid zijn aansprakelijk:
a. voor zover het betreft een motorrijtuig, de eigenaar of houder, alsmede in het geval dat met dat motorrijtuig over de weg wordt gereden, de bestuurder."
8. Gelet op artikel 72, derde lid onder a van de WVW 1994 is de bestuurder er verantwoordelijk voor dat als hij/zij met een motorvoertuig de openbare weg op gaat, er sprake is van een geldig keuringsbewijs. De omstandigheid dat in de onderhavige zaak het keuringsbewijs was verlopen dient, ook onder aangevoerde omstandigheden, voor rekening en risico van betrokkene te komen. De sanctie is niet ten onrechte opgelegd.
9. Op grond van artikel 2, derde lid, WAHV is de hoogte van de sanctie voor elke gedraging vastgesteld in de bij de wet behorende bijlage. Deze in hoge mate tariefmatige afdoening van gedragingen brengt met zich dat de omstandigheden van het concrete geval niet licht van invloed zullen zijn op de hoogte van de opgelegde sanctie. Slechts bijzondere zaken kunnen aanleiding geven om van de vastgestelde tarieven af te wijken.
10. Dit is in de onderhavige zaak het geval. Zowel de door betrokkene in haar beroepschrift aangevoerde omstandigheden als het feit dat op de zitting blijkt dat het voertuig ten tijde van de geconstateerde gedraging op naam stond van Sushi meesters B.V., zodat niet onaannemelijk is dat het voertuig van de werkgever van betrokkene was, vormen aanleiding om van de vastgestelde tarieven af te wijken. De sanctie wordt gematigd als na te melden.
11. Daarom wordt beslist als volgt.

BESLISSING

De kantonrechter:
- verklaart het beroep gedeeltelijk gegrond en stelt, onder wijziging van de inleidende beschikking, de sanctie vast op nihil;
- bepaalt dat het als zekerheid betaalde bedrag aan betrokkene wordt gerestitueerd.
De griffier De kantonrechter
Datum verzending
Bent u het met deze beslissing niet eens, dan kunt u
binnen zes wekenna de hierboven vermelde datum van verzending van deze beslissing hoger beroep instellen bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, maar alleen indien de als gevolg van deze beslissing te betalen administratieve sanctie meer dan € 110,00 bedraagt. Het beroepschrift dient schriftelijk (niet per e-mail) te worden ingediend bij rechtbank Amsterdam, afdeling privaatrecht, team kanton, postbus 70515, 1007 KM, Amsterdam en dient door degene die het beroep instelt of een gemachtigde te worden ondertekend. De procedure bij het gerechtshof verloopt schriftelijk,
tenzij in het beroepschrift uitdrukkelijk om een mondelinge behandeling wordt gevraagd.