ECLI:NL:RBAMS:2025:3091

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
14 mei 2025
Publicatiedatum
12 mei 2025
Zaaknummer
C/13/752110 / HA ZA 24-646
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Onrechtmatig handelen door Wego Europe met betrekking tot LCDA's geproduceerd in China

In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 14 mei 2025 uitspraak gedaan in een geschil tussen Cathay Biotech Inc., een Chinese producent van lange-keten dicarbonzuren (LCDA's), en Wego Europe B.V., een Nederlandse distributeur van deze producten. Cathay Biotech heeft Wego Europe aangeklaagd wegens onrechtmatig handelen, omdat Wego Europe LCDA's importeert en verkoopt die in China zijn geproduceerd met een productieproces dat inbreuk maakt op de octrooirechten van Cathay Biotech. De rechtbank heeft vastgesteld dat Wego Europe vanaf 1 juni 2019 onrechtmatig heeft gehandeld door producten te verhandelen waarvan zij wist of had moeten weten dat deze inbreuk maakten op de Chinese octrooien van Cathay Biotech. De rechtbank heeft Wego Europe veroordeeld tot het betalen van schadevergoeding aan Cathay Biotech, die in een schadestaatprocedure verder moet worden vastgesteld. Daarnaast is Wego Europe verboden om LCDA's die in de Faciliteit zijn geproduceerd in de Europese Economische Ruimte (EER) en Zwitserland te importeren, verkopen of anderszins te verhandelen. De rechtbank heeft ook bepaald dat Wego Europe een dwangsom verbeurt bij overtreding van dit verbod. De uitspraak benadrukt de verantwoordelijkheid van bedrijven om zich te vergewissen van de legaliteit van hun inkooppraktijken, vooral in het kader van intellectuele eigendomsrechten.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling privaatrecht
zaaknummer / rolnummer: C/13/752110 / HA ZA 24-646
Vonnis van 14 mei 2025
in de zaak van
de rechtspersoon naar buitenlands recht
CATHAY BIOTECH INC.,
gevestigd te Shanghai in China,
eiseres,
advocaten mrs. B.J. Berghuis van Woortman en D.M. Termeulen te Amsterdam,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
WEGOCHEM EUROPE B.V.,
gevestigd te Amsterdam,
gedaagde,
advocaten mrs. P.L. Reeskamp en S.N. Naäman te Amsterdam.
Partijen zullen hierna Cathay Biotech en Wego Europe worden genoemd.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding van 23 mei 2024, tevens houdende de incidentele vordering tot het treffen van een voorlopige voorziening, met producties;
  • de conclusie van antwoord in het incident, met productie;
  • het vonnis in incident van 24 juli 2024, waarin iedere beslissing is aangehouden;
  • de incidentele conclusie tot zekerheidstelling ex artikel 224 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (hierna: Rv);
  • de conclusie van antwoord in het incident tot zekerheidstelling;
  • het vonnis in incident van 28 augustus 2024;
  • de conclusie van antwoord tevens houdende voorwaardelijke vordering tot aanhouding ex artikel 223 Rv, met producties;
  • het tussenvonnis van 20 november 2024, waarin een mondelinge behandeling is bepaald;
  • de akte van Cathay Biotech van 14 februari 2025, houdende overlegging nadere producties tevens houdende eiswijziging;
  • de akte van Cathay Biotech van 7 maart 2025, houdende overlegging nadere producties tevens houdende (nadere) eiswijziging;
  • de akte van Wego Europe van 7 maart 2025, houdende uitlating nadere producties Cathay Biotech tevens overlegging reactieve producties;
  • de door Wego Europe op 14 maart 2025 overgelegde nadere productie;
  • het proces-verbaal van de mondelinge behandeling van 18 maart 2025;
  • de reactie op het proces-verbaal van mr. Reeskamp van 17 april 2025;
  • de reactie op het proces-verbaal van mr. S. Versaevel namens Cathay Biotech van 18 april 2025;
  • de reactie daarop van mr. Reeskamp van 18 april 2025;
  • de reactie van mr. Termeulen namens Cathay Biotech op de reactie van mr. Reeskamp van 25 april 2025.
1.2.
Naar aanleiding van de opmerkingen van mr. Reeskamp en mr. Termeulen op het proces-verbaal wordt alleen het volgende toegevoegd op pagina 6 waar de verklaring van LoPipero is opgenomen. Tussen “kwam van advocaten die door Himount waren ingeschakeld.” en “Het is mogelijk dat hun berichtgeving gekleurd was”, wordt de vraag van de rechtbank toegevoegd: “U vraagt mij of ik meen in een zaak die over inbreuk gaat, van de eigen mensen een eerlijk antwoord te kunnen verwachten?”.
1.3.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.Deze zaak in het kort

2.1.
Cathay Biotech is een producent van LCDA’s, nylon. Wego Europe importeert en distribueert LCDA’s in Europa. Ze neemt die af bij achtereenvolgens producenten Himount, Henderson en Graceland. Deze producenten produceren de LCDA’s alle in dezelfde productiefaciliteit als voorheen Hilead.
2.2.
Cathay Biotech voert in China al jaren gerechtelijke procedures tegen deze producenten en hun voorganger Hilead en hun directeuren die voorheen hebben gewerkt bij Cathay Biotech, omdat zij meent dat gegevens van het productieproces van haar zijn gestolen en dat het produceren inbreuk maakt op het door haar ontwikkelde productieproces. Zij heeft procedures tot overdracht van het door Hilead aangevraagde octrooi tot in hoogste instantie gewonnen en bezit nu dus de octrooirechten in China.
2.3.
Cathay Biotech vordert dat Wego Europe stopt met het importeren en verkopen van de in China in de productiefaciliteit gemaakte LCDA’s en heeft aanverwante vorderingen ingesteld. De grondslag voor deze vordering is dat Wego Europe gebruik zou maken of zou profiteren van de onrechtmatige daad van een ander (als eerste Himount en thans Graceland) die inbreuk maakt op het octrooi van Cathay Biotech. Wego Europe betwist de vordering met stellingen die er in hoofdzaak op neer komen dat Cathay Biotech geen octrooi in Europa heeft en ook niet via deze omweg een octrooi in Nederland of Europa kan laten gelden. Verder stelt Wego Europe dat het productieproces dat zij sinds 2022 of in elk geval sinds november 2023 hanteert, afwijkt van het geoctrooieerde proces.
2.4.
De rechtbank beslist in dit vonnis dat Wego Europe vanaf 1 juni 2019 onrechtmatig heeft gehandeld door van Henderson en Graceland LCDA’s af te nemen, terwijl zij wist of bewust het aanmerkelijk risico heeft aanvaard, zonder daartoe nader onderzoek te doen, dat deze producten inbreuk maakten op de Chinese octrooien van Cathay Biotech. Wego Europe is aansprakelijk voor de daardoor door Cathay Biotech geleden schade die in een volgende procedure (schadestaatprocedure) moet worden vastgesteld.

3.De feiten

3.1.
Cathay Biotech is een beursgenoteerde Chinese onderneming die zich bezighoudt met het onderzoeken, ontwikkelen, produceren en verkopen van nieuwe bio-grondstoffen gebaseerd op synthetische technologieën. Cathay Biotech doet investeringen in onderzoek naar en ontwikkeling van zulke materialen.
3.2.
Cathay Biotech richt zich met name op de polyamide-industrie. Polyamide is ook bekend als nylon, een soort plastic. Meer specifiek produceert Cathay grondstoffen die kunnen worden gebruikt in de productie van biogebaseerde polyamides. Eén van die grondstoffen betreft langeketen dicarbonzuren, in het Engels: ‘
Long Chain Dicarboxylic Acids’ (hierna: LCDA’s). LCDA’s zijn organische verbindingen. De door Cathay Biotech geproduceerde LCDA’s komen in diverse toepassingen terecht, zoals in textiel, farmaceutische producten, auto's, elektronische apparaten en consumptiegoederen.
3.3.
In 2001 heeft Cathay Biotech een nieuw proces, gebaseerd op fermentatie, ontwikkeld om LCDA’s te produceren. In dit kader heeft zij investeringen gedaan.
3.4.
Cathay Biotech heeft op 7 augustus 2006 een Chinees octrooi aangevraagd en op 9 maart 2011 verkregen met nummer CN101121653 (hierna: CN’653).
3.5.
[naam 1] (hierna: [naam 1] ) en [naam 2] (hierna: [naam 2] ) werkten destijds bij Cathay Biotech en zijn in dat kader bekend geraakt met relevante technische tekeningen en productieprocessen van Cathay Biotech. Nadat het Chinese bedrijf Shandong Hilead Biotechnology Co., Ltd. (hierna: Hilead) in juli 2008 [naam 1] (als aandeelhouder) en later ook [naam 2] had aangetrokken, kondigde Hilead in november 2008 aan dat ook zij zou starten met de productie van LCDA’s. Hilead heeft vervolgens in Yantai City, in de Shandong Provincie in China, een fabriek opgezet om LCDA’s te produceren (hierna: de Faciliteit). In 2010 heeft Hilead in relatie tot de productie van LCDA’s ook diverse octrooien aangevraagd, waarbij onder andere [naam 1] als uitvinder is vermeld.
3.6.
Hilead heeft onder andere op 30 april 2010 een Chinees octrooi aangevraagd onder
nummer ZL 201010160266.4, dat op 9 november 2016 aan haar is verleend onder nummer CN101985416 (hierna: CN’416 ).
3.7.
Wego Europe maakt onderdeel uit van een Amerikaanse handelsorganisatie in industriële grondstoffen, Wego Chemical Group. Vanuit haar hoofdkantoor in New York in de Verenigde Staten wordt door Wego Chemical Group leiding gegeven aan een wereldwijd concern dat zich bezig houdt met de levering, invoer en distributie van chemicaliën, mineralen en ruwe grondstoffen. Het Europese hoofdkantoor van Wego Chemical Group staat in Nederland, te weten in Oosterhout in Noord-Brabant, en wordt geëxploiteerd door Wego Europe.
Strafrechtelijke procedure in China: diefstal van bedrijfsgeheimen
3.8.
Cathay Biotech heeft in 2011 melding gemaakt van diefstal van haar bedrijfsgeheimen door [naam 1] en Hilead, waarna een strafrechtelijk onderzoek is gestart. In april 2019 zijn zowel Hilead als [naam 1] uiteindelijk in hoger beroep onherroepelijk veroordeeld voor diefstal van bedrijfsgeheimen van Cathay Biotech; Hilead is veroordeeld tot een boete van 5.000.000 Chinese Yuan en [naam 1] tot vijf jaar gevangenisstraf.
Procedures in China met betrekking tot de door Hilead aangevraagde octrooien
3.9.
In de periode 2012 tot en met 2018 heeft Cathay Biotech in China diverse civielrechtelijke procedures gevoerd om de Chinese octrooiaanvragen op te eisen die Hilead had ingediend. De Chinese rechter heeft (telkens, ook in hoger beroep) geoordeeld dat Cathay Biotech de rechtmatige eigenaar is van de aan Hilead verleende Chinese octrooien. De diverse Chinese octrooien, waaronder het Chinese octrooi CN’416 , zijn vervolgens overgedragen aan Cathay Biotech.
Inbreukprocedure in China tegen Hilead
3.10.
In juni 2014 is Cathay Biotech in China een inbreukprocedure tegen Hilead gestart. Cathay Biotech stelde in deze procedure dat Hilead in de Faciliteit LCDA’s produceerde op basis van het productieproces middels biologische fermentatie waarvoor aan Cathay Biotech het octrooi CN’653 was verleend. In 2017 oordeelde de Chinese rechter dat inderdaad sprake was van een octrooi-inbreuk. Een inbreukverbod werd aan Hilead opgelegd en de vorderingen van Cathay Biotech tot vergoeding van schade werden toegewezen. Het
Sichuan Provincial Higher People’s Courtheeft dit vonnis op 7 november 2018 bekrachtigd.
3.11.
Enige tijd voordat het inbreukverbod in 2017 door de Chinese rechter tegen Hilead werd uitgesproken, heeft Hilead de Faciliteit waarin de LCDA’s werden geproduceerd, aan een nieuw opgerichte entiteit, Shandong Himount Biotechnology Co., Ltd. (hierna: Himount) geleased.
3.12.
Wego Europe importeert sinds februari 2016 de in de Faciliteit (door Hilead en de opvolgende bedrijven die de Faciliteit hebben geleased, waarover hierna meer) geproduceerde LCDA’s en verspreidt en verkoopt deze vervolgens binnen Europa.
3.13.
In november 2016 kreeg Wego Europe van één van haar afnemers een brief van 10 november 2016 doorgezonden, die afkomstig was van Cathay Biotech. De brief bevatte onder meer de volgende inhoud:
“This letter is an informational update on our ongoing legal activities to defend our intellectual property from illegal infringement.
Cathay began development of our long-chain diacid production technology in 1997 with full commercialization in 2003. Since that time, Cathay has grown to be a global leader in industrial biotechnology and supplier of long chain diacids.
In 2008, a former Cathay employee, [naam 1] , left Cathay and co-founded Shandong Hilead Biotechnology Co., ltd ("Hilead"). Hilead shortly thereafter filed ten China patents for long-chain diacid production describing technology identical to Cathay's. Cathay challenged the ownership of these patents in China Courts and most recently have been rewarded with rulings in Cathay's favor for all ten of these patents (see attached summary). Long-chain diacid products produced by Hilead using Cathay intellectual property are considered anillegal good under China law.
Concurrently, the Jining Police Department has opened an official and aggressivecriminalinvestigation into violation of Cathay trade secrets by Hilead co-founder and former Cathay employee, [naam 1] .
Cathay will continue to take action to defend infringement of our intellectual property.”
3.14.
Wego Chemical Group heeft hierover contact opgenomen met Himount en ontving daarop op 22 februari 2017 de volgende reactie van Himount, waarbij de rechtbank opmerkt dat het daarin genoemde ‘patent No. 201010160266.4’ overeenkomt met het aanvraagnummer van het Chinese octrooi CN’416 en DDDA een andere benaming is voor LCDA’s:
“First, we would like to thank Wego company for timely feedback on the issue of patent No. 201010160266.4.
We want to explain that Himount is always paying great importance to the protection of intellectual property rights, especially for the protection of the original technology. We always give strict assessment of whether our product infringes third party's intellectual property rights before the production, during the production and after production for such products as DDDA. Thus, please rest the relevant dealers for us thatHimount’s products do not have issue of infringing patent No. 201010160266.4, the reasons are as followed:
I.
The former applicant of patent No. 201010160266.4 is not Himount rather than Hilead.We remind our customers thatthe former applicant of above-mentioned patent is Hilead, not Himount. Thus, although such patent had been transferred to the name of Cathay, such patent application had no business with Himount.
Moreover, as the latest rely to you, Himount have no direct correlation with Hilead especially in the technology and the process of producing diacid products. Himount doesn’t use the patented technology from Cathay or even Hilead, neither hired anyone who ever work in Cathay or Hilead asLaiyang Himount Bio-products Technology Co., Ltd No.5 E’mei Rd Laiyang Yantai Shandong China 86–0535–3369516manager or technical staff. Thus, such patent has nothing to do with Himount, or Himount’s products.
II.
Himount is using our own patented technology for DDDA, which is completely different from patent No. 201010160266.4 Himount is now using our new patented technology of dicarboxylic acid which had received Chinese patent No 201610139691.2 (Novel method of biological synthesizing 1,12-dodecanedioic acid)on Mar., 2016; and such patent process has been proven very successful and applied in real production now. Our patent No 201610139691.2 involves not only the strain of DC12, but also the whole process of fermentation, late extraction and refining DC12. However, the patent No. 201010160266.4 only involves the refining technology for DDDA, and does not includes any strains, or any process of using such strains in biological fermentation, late extraction. Thus, our patented technology is completely different from patent No 201010160266.4.
In fact, the screen for strains of DDDA, using such strains for fermentation, and the control of such process of fermentation and late extraction in our patent iskey technologyin the biological process of producing DDDA. However, as far as we know, until nowadaysCathay does not possess any patent in relation to the strains, especially the strains for fermentation of Cathay’s main product –DDDA. Cathay need to think their infringement problem of intellectual property rights, instead of blamingLaiyang Himount Bio-products Technology Co., Ltd No.5 E’mei Rd Laiyang Yantai Shandong China 86–0535–3369516others.
In conclusion, we, Himount will not produce any products which may infringe the intellectual property rights of others. BUT we will also take necessary legal means if anyone infringes our intellectual property rights or using so-called issues of infringing intellectual property rights to make improperly competition or to disturb the normal market, to protect our legitimate rights and interests of the company.Laiyang Himount Bio-products Technology Co. Ltd 2017.02.22.
Inbreukprocedure in China tegen Himount
3.15.
Cathay Biotech is in november 2017 een inbreukprocedure tegen Himount in China gestart. Insteek van deze procedure was dat Himount moest stoppen met het in de Faciliteit produceren van LCDA’s op basis van het productieproces waar het bij Hilead opgeëiste octrooi CN’416 op zag (zie 3.9). CN’416 ziet, net als CN’653, op het LCDA productieproces dat Cathay Biotech heeft ontwikkeld. Meer specifiek betreft CN’416 een deelproces ervan, namelijk het raffinageproces, zijnde een zuiveringsproces. Het specifieke zuiveringsproces volgens CN’416 , dat gekenmerkt wordt door bepaalde parameters, zorgt ervoor dat LCDA’s van uitzonderlijke zuiverheid en in grote hoeveelheden kunnen worden verkregen.
3.16.
Op 13 mei 2019 heeft de Chinese rechter geoordeeld dat Himount inderdaad inbreuk maakte op het Chinese octrooi CN’416 . Aan Himount werd een inbreukverbod opgelegd en vorderingen van Cathay Biotech tot vergoeding van schade werden toegewezen.
The Supreme People’s Court of the People’s Republic of China(hierna: de Chinese Hoge Raad) heeft dit vonnis op 8 oktober 2019 in laatste instantie bekrachtigd.
Procedure tot nietigverklaring octrooi CN’416
3.17.
Op 14 november 2018 heeft Hilead een verzoek tot nietigverklaring van het (aanvankelijk door haarzelf aangevraagde en verkregen) Chinese octrooi CN’416 ingediend bij de
Patent Reexamination Board of the former China National Intellectual Property Administration for Patent(hierna: de CNIPA). Op 29 maart 2019 is het octrooi geldig beoordeeld, maar na een door Hilead gestarte procedure bij
the Beijing Intellectual Property Courtis de CNIPA opgedragen het verzoek tot nietigverklaring opnieuw te beoordelen. De beslissing van
the Beijing Intellectual Property Courtis vervolgens echter op 12 november 2021 op aangeven van de CNIPA en Cathay Biotech weer vernietigd door de Chinese Hoge Raad. Hileads verzoek tot ongeldigverklaring van het octrooi werd bij laatstgenoemde beslissing alsnog door de Chinese Hoge Raad verworpen.
3.18.
Vóór het laatste arrest van 8 oktober 2019 in de inbreukprocedure tegen Himount (zie 3.16), heeft eerst Laiyang Henderson Bioproducts & Management Co., Ltd (hierna: Henderson) de Faciliteit gehuurd in de periode van 1 mei 2018 tot 31 mei 2019; en daarna Shandong Graceland Biotechnology Co., Ltd (hierna: Graceland) tot op heden.
3.19.
Bij brief van 28 mei 2019 heeft Henderson over de beëindiging van haar werkzaamheden in relatie tot haar samenwerking met Hilead en haar productie van LCDA’s in de Faciliteit, het volgende aan haar afnemers, waaronder Wego Europe, bericht:
“(..) For the past year, Henderson kept trying its best to fulfil the reorganization of Hilead, but failed. Meanwhile, Henderson is suffering from the losing of intellectual property lawsuits of Hilead, as it is obliged to respect intellectual property as a state-owed company.
Recently, Henderson will quit the business of long chain dicarboxylic acids. We apologize for the impact on your business. (..)”.
3.20.
Per e-mail van 5 juni 2019, met als onderwerp ‘DDDA’, heeft de General Manager van Wego Europe één van haar ongeruste afnemers het volgende bericht:
“(..) I do not know where you received this info, but Henderson is not shutting down production. They will change back ownership into private hands, the government was only in between ad interim but management and production staff will remain unchanged. (..)”
3.21.
Bij brief van 20 juni 2019 hebben Graceland en Wego Chemical Group hun klanten gezamenlijk bericht dat Graceland de lease van de Faciliteit en de productie van de LCDA’s van Henderson had overgenomen en dat de samenwerking met Wego Chemical Group op het punt van de distributie zou worden voortgezet:
“We are pleased to announce the transfer of leasehold & management of Laiyang factory from State Run (..) Henderson (..) to (..) Graceland (..), a private corporation. (..) Graceland (..) had taken over the operation of the Dicarboxylic acid production facilities in Laiyang factory and is now responsible for the production of Dodecanedioic acid and Tridecanedioic acid. (..)
Graceland (..) understands the strength of Wego Chemical Group as one of the top chemical distributors in the world and will continue to support Wego for the stability of our products sales worldwide. Wego will service the existing key clients that have been relying on regular deliveries of (..) Graceland (..).
Wego has been aware of these expected developments and has sufficient local inventory in all continents to smoothly handle the transition period. The factory in Laiyang has continued to operate normally during this transition period with regularly production and shipments. (..)”
Inbreukprocedure in China tegen Hilead, Henderson en Graceland
3.22.
Diezelfde maand, juni 2019, is Cathay Biotech in China een inbreukprocedure tegen Henderson, Graceland en ook (weer) Hilead gestart. Bij vonnis van 10 oktober 2020 heeft de Chinese rechter zowel Henderson als Graceland gelast het gebruik van CN’416 , zijnde “
A Method For Refining Biologically Fermented Long-Chain Dicarboxylic Acids”, en ook de verkoop van producten die rechtstreeks via de geoctrooieerde methode zijn verkregen, te staken. Ook zijn Henderson en Graceland veroordeeld om schade aan Cathay Biotech te vergoeden. Overige vorderingen zijn afgewezen.
Het vonnis vermeldt, voor zover hier van belang:
“(..) Hilead knows that Graceland used the refining equipment involved in the
case to implement the Patent. Although Graceland claimed in this case that it had changed part of the temperature and heat preservation time of the refining process previously implemented, the evidence submitted by it could not prove it. Graceland also did not provide evidence to prove that its actual refining process did not fall within the scope of patent protection. Accordingly, the Court holds that as Hilead, knowing that Graceland used the refining equipment involved in the case to implement the Patent and that Graceland did not provide evidence to prove that it had actually changed the refining process, continued to lease the refining equipment involved to Graceland for the production of long chain dicarboxylic acid, and allowed Graceland's infringement, it constitutes “knowing that the refining equipment involved in the case is specially used for the implementation of the Patent". To sum up, without the permission of the Plaintiffs, Hilead provided Graceland with the refining equipment involved in the case for the purpose of production and operation, which subjectively had the intention of contributory infringement, and objectively implemented the act of assistance, which constituted the act of contributory infringement.
Op 23 december 2021 heeft de Chinese Hoge Raad dit vonnis in laatste instantie bekrachtigd.
Nadere procedures (Himount en Graceland) in China tot nietigverklaring octrooi CN’416
3.23.
Ook Himount, op 21 juni 2019, en Graceland, op 17 december 2021, hebben in China om nietigverklaring van het Chinese octrooi CN’416 verzocht. De CNIPA heeft op het verzoek van Hilead op 29 december 2019 en op het verzoek van Graceland op 31 oktober 2022 geoordeeld dat het octrooi CN’416 nog steeds geldig is.
3.24.
Op 4 januari 2022 heeft Cathay Biotech schriftelijk het volgende aan diverse afnemers van LCDA-producten, waaronder die van Wego Europe, bericht:

Notification Letter to Customers
On December 31, 2021, Cathay Biotech (..) received the final judgement from the Supreme People's Court regarding (..) Henderson (..) and (..) Graceland (..) infringement on Cathay's patent rights. Henderson and Graceland were ordered to stop patent infringement and compensate Cathay for losses. Excerpts from the first and final judgement are as shown below:

On December 10, 2020, the Qingdao Intermediate People's Court issued Civil Judgement (2019) [naam 3] No. 87, ruling that the defendants Graceland and Henderson shall immediately stop using the invention patent No. ZL201010160266.4, stop selling the related products and compensate Cathay for economic losses from the date of the judgement becoming effective.

On December 23, 2021, the Supreme People's Court of the People's Republic of China issued Civil Judgement (2021) [naam 4] No.1305. The judgement affirmed the Intermediate Court's December 10, 2020, judgement ordering Henderson and Graceland to stop using Cathay's patented information. This judgement is final.
According to the judgements above, the Supreme People's Court has ruled that Henderson and Graceland infringed on Cathay's patent rights. As a result, the related products (long-chain diacids) made by Henderson and Graceland are infringing products.
Consequently, Henderson/Graceland can no longer produce or sell the infringing long-chain diacids.
Please be aware that there may be some lingering Henderson/Graceland product inventory in the supply chain. By this final judgement, these products infringe on Cathay patents and should be avoided.
Cathay remains committed to being a global leader in the development of synthetic biotechnology. With your help, protecting intellectual property will enable future Cathay technology developments which benefit all of us.”
3.25.
Op 16 januari 2024 heeft Graceland naar aanleiding hiervan het volgende schriftelijke ‘
statement’ aan Wego Chemical Group uitgebracht:
“Graceland had been aware that letters have been sent on behalf of Cathay Biotech Inc. to certain customers of LCDA products manufactured by our company. These letters claim that the Graceland LCDA products violate Cathay Biotech’s patents and also claim that the alleged patent violation has been confirmed in courts in the People’s Republic of China. We assure you that the products Graceland currently produces and sells using its own patented technology do not violate Cathay Biotech’s patents and that the information provided in these letters is misleading and not telling the entire truth of the circumstances.
Cathay Biotech and the owners of Graceland have been involved in multiple lawsuits over the past many years. The lawsuit judgment mentioned in the letter is still in the appeal process at the courts, and therefore, the claimed issues are still judicially pending. Whether Graceland's technological process constitutes patent infringement remains also judicial pending. The court has never prohibited Graceland's customers from purchasing and using Graceland's dibasic acid products.
On January 11, 2024, Graceland received the "Notification of Granting Patent Right Invention" issued by the State Intellectual Property Office. Graceland has applied for an invention patent and the grand number is 202311632272.9. The invention creation name of “A refining method and the device of long chain dicarboxylic acid" have now been granted the invention patent right by State Intellectual Property Office. Graceland will continue to produce its products using its own patents and technology that we assure is not in violation or infringement of anyone's intellectual property rights, including those of Cathay Biotech.
(..)”
3.26.
Nadat een afnemer van Wego Europe de brief van Cathay Biotech van 4 januari 2022 (zie 3.24) op 21 januari 2022 naar Wego Europe had doorgezet, heeft de General Manager van Wego Chemical Group diezelfde dag het volgende aan J. LoPipero (hierna: LoPipero), de als Global Product Manager binnen Wego Chemical Group verantwoordelijke voor de verkoop van onder meer LCDA’s door Wego Europe, bericht:
“Hi Jason, see attached letter that Cathay is sending to our DDDA customers. I had similar remark from one other customer (..). Please let me know asap how we will react on this with a legal reply.”
3.27.
Bij brief van 25 januari 2022 heeft Graceland het volgende aan haar afnemers, waaronder Wego Europe, bericht:
“As you may be aware that certain competitor in the market has deliberately released some information recently in order to describe (..) Graceland (..) as no longer being able to produce or sell long-chain diacids, a claim which is completely false. This letter is one of many that have been sent over the years in attempts to hinder the normal business of Graceland, to create fear in the market-place, and damage Graceland's reputation in the market. Even facing these challenges, Graceland continues and has continued to produce material for our customers.
Graceland is currently disputing the claims under patent ZL201010160266.4 and the case is on-going. It is Graceland's belief that patent No.ZL201010160266.4 mentioned does not meet the conditions for grant of patent right. Graceland has already currently applied to CNIPA to declare this patent invalid. Secondly, Graceland has developed it's own manufacturing and refining process that neither falls within the scope of protection of the patent No.ZL201010160266.4 nor within the scope of protection of any other patent. Graceland has our own R&D and intellectual property rights to produce material so the ruling on the law suit does not affect our production. This lawsuit does nothing to stop Graceland from continuing to produce material as our production method and refining process is not at question.
What the letter did not disclose, is that several of Cathay's core patents have already been invalidated by the China National Intellectual Property Administration (CNIPA) previously. In November of 2021, Cathay's core patents ZL200410035192.6 and ZL201410853909.1 were declared invalid by the CNIPA. However, up to now, Cathay has neither informed customers nor disclosed in time in accordance with the management requirements of the China Securities Regulatory Commission (CSRC). In addition, there are several other rulings that have been in favor of Graceland that of course, are not mentioned.
Besides defending our business production, Graceland has also taken action against the years long reputational damage that Cathay has circulated in the market, such as the newest letter in question dated January 4th, 2022. Graceland has filed suit against Cathay in 2021 in Shanghai Court under the "Unfair Competition Clause" in order to defend our reputation. (..).”
Inbreukprocedure in China tegen Hilead en Graceland
3.28.
Omdat de productie van LCDA’s in de Faciliteit (door Graceland) werd voortgezet, is Cathay Biotech in 2022 in relatie tot het Chinese octrooi CN’416 een nieuwe inbreukzaak tegen Graceland en Hilead gestart. Bij vonnis van 25 september 2023 zijn Graceland en Hilead opnieuw veroordeeld; Graceland opnieuw tot het staken van het op basis van CN’416 produceren van LCDA’s en de verkoop van de met dat productieproces verkregen producten en tot het betalen van schadevergoeding (30 miljoen Chinese Yang). Graceland en Hilead hebben hoger beroep ingesteld tegen dit vonnis. Deze hoger beroepsprocedure is nog niet afgerond.
3.29.
Op 5 februari 2024 heeft Cathay Biotech de volgende “
Patent Infringement Warning Letter” naar de diverse Wego-entiteiten, waaronder Wego Europe, verzonden:
“The purpose of this letter is to remind you of the facts related to your infringement of our patent right, and to request you to negotiate with us on the relevant compensation matters in respect thereof, the specific facts of which are as follows:
I.
The long chain dicarboxylic acids produced by (..) Graceland (..) has been recognized as infringing our patent right (Patent No. ZL 201010160266.4) by the effective legal documents [see Attachment 1. Civil Judgments (2019 [naam 3] No.87) & ((2021) [naam 4] No.1305)].
II.
According to our understanding, on June 20, 2019, Wego Chemical Group Inc. and Graceland jointly declared that Wego Chemical Group Inc. is the global distributor of Graceland, and thereafter, according to the relevant records of the Chinese Customs, Wego Chemical LLC and Wegochem Europe B.V. have since purchased long chain dicarboxylic acid products from Graceland on several occasions.
Article 11 of the Patent Law of the People's Republic of China stipulates that after the patent right for invention and utility model is granted, except as otherwise provided for in the Law, no unit or individual may exploit its patent without the permission of the patentee; that is, it may not manufacture, use, promise to sell, sell or import its patented products for the purpose of production and operation, or use its patented process and use, offer to sell, sell or import products directly obtained by the patented process. According to this regulation, this may cause you to face serious legal consequences and adverse business impact.
We would like to remind you that you should take effective measures to ensure that your relevant behavior is in compliance with the relevant Chinese laws and regulations, and contact us in a timely manner to negotiate relevant compensation for the matters mentioned in this letter.
We reserve the right to take all legal actions, including litigation to safeguard our legitimate rights and interests in relation to the matters mentioned in this letter
We kindly draw your attention to this letter. Thank you! (..)”
Inbreukprocedure in China tegen onder andere Wego Europe
3.30.
Wegens het uitblijven van een reactie van de diverse Wego-entiteiten op de “
Patent Infringement Warning Letter” is Cathay Biotech in China een inbreukprocedure tegen onder meer Wego Europe (op basis van haar Chinese octrooi CN’416 ) gestart.
Nadere procedure (Graceland) tot nietigverklaring octrooi CN’416
3.31.
Nadat Graceland op 27 februari 2024 opnieuw om nietigverklaring van het Chinese octrooi CN’416 had verzocht, heeft het CNIPA bij beslissing van 4 november 2024 geoordeeld dat het Chinese octrooi CN’416 nog altijd geldig is. Daartegen is beroep ingesteld.
3.32.
In het kader van deze procedure heeft LoPipero, op onbekende datum de volgende schriftelijke verklaring opgesteld:
“(..) Wego[
Europe; de rb]
purchases chemicals, including DDDA, from third party manufacturers and resells the products to Wego’s customers. (..) Wego sells DDDA in Europe. Currently, Wego only sources and purchases DDDA from manufacturers in China, (..)
On or about February of 2016, Wego began purchasing DDDA from Himount. Wego began purchasing DDDA from Himount from sometime in 2016 to May of 2018, at which time Himount ceased producing DDDA. Wego then began purchasing DDDA from Henderson, until May of 2019.
In June of 2019, (..) Graceland (..) came under the new Management company of the Laiyang factory. During this transition time period, our customers began communicating that a competitor in the market was communicating that Wego would not have any inventory available and that Graceland would be unable to produce any material. Our customers grew concerned during this time, so a joint letter with Graceland and Wego Chemical Group was prepared to help alleviate the unfounded concerns the customers had. In addition, customers in the chemical industry often approve specific manufacturers of products. In the case of DDDA, customers cannot just use any producer’s material and have a specific approved manufacturer list. This letter further served as a notice to our customers to update them that Wego Chemical Group sourced DDDA from the new name of (..) Graceland (..).
(..)
On or about November 10, 2016, Wego was forwarded a letter from one of our customers issued by Cathay stating it was “an informational update on [Cathay’s] ongoing legal activities to defend [its] intellectual property from illegal infringement.” The letter referenced infringement of Cathay’s long-chain diacid products by a company called Shandong Hilead Biotechnology Co., Ltd (“Hilead”).
Wego had only worked with (..) Himount and had no communication history or purchasing with Hilead so no immediate action was taken. (..) Despite not purchasing any products from Hilead, Wego inquired of its then current supplier Himount regarding the Cathay letter. On or about February 22, 2017, Wego received a letter from Himount confirming that Himount did not and would not “produce any product which may infringe the intellectual property rights of others.” The letter also provided information regarding patents for DDDA held by Himount and how the Himount patents and process for producing DDDA differed from the Cathay patents. (..)
During this same time period, Himount had already been engaged in an independent third party patent review, done by the law firm Chang Tsi & Partners. Chang Tsi & Partners provided an analysis and issued a Freedom to Operate Analysis (“FTO”) regarding the Himount product as it pertains to the Cathay patent claims. The FTO analysis concluded that the Himount product was “totally different” and “didn’t infringe” on the process described in the Cathay patent. (..). Wego received a copy of the FTO which detailed a step-by-step production process and the differences.
Wego, and apparently other customers of Graceland and its predecessors as well, continued to receive assurances that the production of DDDA did not infringe the Cathay patents. The assurances that there was no infringement was taking place, were both verbal and in writing from both the supplier and the supplier’s law firm over the course of many years (..).
On or about August 12, 2020, Graceland sent a letter to all its customers, including Wego, that the Chinese courts had dismissed the patent invalidation decision which maintained the validity of Cathay's patent. (..). Graceland and prior suppliers have shared that their opinions on Cathay’s lawsuits are an attempt to inflict as much financial pain to a potential competitor as possible and to scare the market to stop buying any non-Cathay produced LCDA’s. Over the years, Wego has been forwarded various letters that have been sent out by Cathay to the market.
(..)
Wego has no record of ever receiving communication directly from Cathay concerning DDDA. As the Global Product Manager, I have never received any communication from Cathay nor have any of our other executives. (..)”

4.Het geschil

4.1.
Cathay Biotech vordert - samengevat en na wijzigingen van eis - dat de rechtbank, bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis:
Primair
1. Wego Europe met onmiddellijke ingang verbiedt LCDA’s die in de Faciliteit zijn geproduceerd in de Europese Economische Ruimte (hierna: EER) en Zwitserland te importeren, verkopen of anderszins te verhandelen, op straffe van een dwangsom;
2. verklaart voor recht dat Wego Europe onrechtmatig handelt jegens Cathay Biotech door LCDA’s die in de Faciliteit zijn geproduceerd in de EER en Zwitserland te importeren en te verhandelen;
3. Wego Europe veroordeelt tot betaling van alle schade die Cathay Biotech heeft geleden en nog zal lijden als gevolg van de verkoop van LCDA’s uit de Faciliteit, nader op te maken bij staat en te vereffenen volgens de wet, of - ter uitsluitende keuze van Cathay Biotech - tot afdracht aan Cathay Biotech van alle winst die Wego Europe als gevolg van haar onrechtmatig handelen heeft genoten, in overeenstemming met het onder vordering 4. bedoelde overzicht, vermeerderd met de wettelijke rente;
4. Wego Europe gelast binnen dertig dagen na betekening van het in deze zaak te wijzen vonnis een schriftelijke verklaring te overhandigen aan de raadsman van Cathay Biotech, welke verklaring een volledig beeld geeft van de administratie en voldoende is onderbouwd met documenten die de juistheid van de verklaring bewijzen, van in ieder geval de volgende informatie:
a. alle klanten en afnemers, inclusief namen en adressen daarvan, waaraan LCDA’s (en specifiek dodecaandizuur afkomstig van Hilead en de gebruikers van de Faciliteit, te weten Himount, Henderson en Graceland (hierna tezamen: de Gebruikers), zijn verkocht;
b. het maandelijks aantal verkochte LCDA’s, per afnemer of klant onder a.;
c. de aankoop- en verkoopprijs van elke LCDA onder b. per afnemer of klant onder a.;
d. de omzet en de winst die met de verkoop van de LCDA’s is gerealiseerd;
e. de wijze waarop de winst is berekend;
f. de exacte datum waarop Wego Europe voor het eerst de betreffende LCDA’s van Hilead en de Gebruikers heeft gekocht en/of geïmporteerd en/of geleverd en/of verkocht;
g. de hoeveelheid LCDA’s die nog op voorraad is ten tijde van betekening van het in deze te wijzen vonnis;
op straffe van een dwangsom;
5. Wego Europe gelast, binnen zeven dagen na betekening van dit vonnis, de volgende tekst of een tekst met een andere door de rechtbank te bepalen redelijke inhoud en vorm, te publiceren op haar website, en deze daar onveranderd gepubliceerd te houden gedurende dertig dagen, waarbij de tekst direct in beeld zal verschijnen bij het openen van de algemene pagina, voorafgaand aan de inhoudelijke tekst van die pagina, in het voor die website gebruikelijke goed leesbare lettertype en lettergrootte en omrand door een duidelijk zwart kader, zonder enige toevoegingen in woord of beeld:
“We are obliged to inform you that the District Court of Amsterdam has decided in a judgment on the merits dated [../../..] that our importing, selling or otherwise commercializing of LCDA’s produced in China in the facility of Laiyang is unlawful, for which reason we no longer offer these LCDA’s.”
op straffe van een dwangsom;
6. Wego Europe te veroordelen in de kosten van deze procedure, vermeerderd met de wettelijke rente.
Subsidiair
4.2.
Subsidiair vordert Cathay Biotech hetzelfde, maar dan in het onder 1 tot en met 3 gevorderde met betrekking tot in de Faciliteit geproduceerde LCDA’s “slechts voor zover door de Chinese rechter is vastgesteld dat bij de productie ervan inbreuk wordt gemaakt op de octrooien van Cathay Biotech, dan wel waarvan de productie de in de Chinese uitspraken opgelegde inbreukverboden schendt”. Met betrekking tot de proceskosten vordert Cathay Biotech subsidiair een veroordeling op de voet van artikel 1019h van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv).
Voorlopige voorziening
4.3.
Voor zover in de hoofdzaak op enigerlei wijze vertraging zou komen te ontstaan, vordert Cathay Biotech daarnaast, bij wege van voorlopige voorziening, dat de rechtbank bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis Wego Europe hangende deze procedure verbiedt de LCDA’s van Hilead en de Gebruikers in de EER en Zwitserland te importeren, verkopen of anderszins te verhandelen (
primair) voor zover deze LCDA’s in de Faciliteit zijn geproduceerd (
subsidiair) én voor zover door de Chinese rechter is vastgesteld dat bij de productie ervan inbreuk wordt gemaakt op de octrooien van Cathay Biotech, dan wel waarvan de productie de in de Chinese uitspraken opgelegde inbreukverboden schendt, op straffe van een dwangsom.
4.4.
Cathay Biotech legt aan haar vordering, samengevat, het volgende ten grondslag. Wego Europe handelt onrechtmatig jegens Cathay Biotech door LCDA’s uit de Faciliteit te importeren en te distribueren in Europa, terwijl zij weet dat met de productie van deze LCDA’s door Hilead en de Gebruikers inbreuk wordt gemaakt op de Chinese octrooien van Cathay Biotech en dat vele in relatie hiermee gewezen Chinese rechterlijke uitspraken stelselmatig worden genegeerd. Wego Europe faciliteert het onrechtmatige handelen van Hilead en de Gebruikers door een afzetmarkt voor deze partijen te creëren en profiteert bewust van hun onrechtmatige gedragingen. Dankzij hun handelen kan zij immers LCDA’s van een bijzondere zuiverheid uit China importeren en goedkoper verkopen aan afnemers dan dat Cathay Biotech, de enige die in China de LCDA’s op deze wijze en dus met een dergelijke zuiverheid kan en mag produceren, dat zelf kan. De prijs die Cathay Biotech voor LCDA’s rekent, ligt hoger vanwege de investeringen die zij heeft moeten doen om het geoctrooieerde proces te ontwikkelen. Door de diefstal van de bedrijfsgeheimen, waarvoor Hilead en [naam 1] zijn veroordeeld, hebben Hilead en de Gebruikers die investeringen niet hoeven te doen. Om eindelijk een halt toe te kunnen roepen aan de wanpraktijken van Hilead, de Gebruikers en Wego Europe, vraagt Cathay Biotech de Nederlandse rechter nu, samengevat, om Wego Europe, een grote afnemer van de LCDA’s uit de Faciliteit, te verbieden die LCDA’s te importeren en te distribueren in de EER en Zwitserland en om Wego Europe te veroordelen tot het vergoeden van haar door Wego Europe veroorzaakte schade, welke schade aan de hand van de gevorderde stukken nog nader moet worden vastgesteld, aldus steeds Cathay Biotech.
4.5.
Wego Europe voert, samengevat, primair het volgende tot haar verweer aan. Cathay Biotech, die in Europa niet beschikt over octrooien, kan niet via het leerstuk van de onrechtmatige daad aanspraak maken op een bescherming die in wezen niet verschilt van octrooirechtelijke bescherming, namelijk extraterritoriale bescherming van haar Chinese octrooien. Octrooien zijn immers territoriaal beperkte rechten en Cathay Biotech kan in dit geval dus alleen aanspraak maken op octrooibescherming in China. Ook vanwege de negatieve reflexwerking van de Rijksoctrooiwet (ROW) dienen Cathay Biotech’s vorderingen te worden afgewezen, aldus Wego Europe.
4.6.
Subsidiair betwist Wego Europe dat zij onrechtmatig jegens Cathay Biotech handelt. Zij faciliteert de beweerde octrooi-inbreuken in China niet; Wego Europe is slechts één van de afnemers van de Gebruikers en vervult geen
condicio sine qua non-rol: ook als Wego Europe met het afnemen zou stoppen, komt er in China geen einde aan de beweerde octrooi-inbreuken.
Hetgeen door de Chinese rechter is vastgesteld in de procedures tussen Cathay, Hilead en de Gebruikers kan niet zonder meer als vaststaand kan worden aangenomen in de relatie tussen Cathay Biotech en Wego Europe. Wego Europe is immers niet betrokken geweest bij de Chinese inbreukprocedures en procedures inzake de geldigheid van de octrooien. Zij is pas na de betekening van de dagvaarding en producties inhoudelijk op de hoogte geraakt van de Chinese uitspraken. Er zijn geen gedragingen van Wego Europe aan te wijzen waaruit blijkt dat zij bewust de belangen van Cathay Biotech aan het omzeilen was, terwijl dat wel vereist is als bijkomende omstandigheid voor het aannemen van onrechtmatig handelen. Wego Europe heeft de beweerde inbreuk ook niet uitgelokt. Het enkele feit dat Wego Europe op de hoogte was van Cathay Biotech’s standpunt over de kwestie in China is onvoldoende om aan te nemen dat Wego Europe wist of had behoren te begrijpen dat (daadwerkelijk) van octrooi-inbreuken in China sprake was. Himount en de opvolgende Gebruikers hebben, onder andere middels een verstrekte FTO, Wego Europe steeds mondeling en schriftelijk bevestigd dat geen inbreuk werd gemaakt op de octrooirechten van Cathay Biotech en dat zij zich verzetten tegen de verwijten die Cathay Biotech hen op dit punt maakt. Van onrechtmatig profiteren is in de gegeven omstandigheden dan ook evenmin sprake, aldus Wego Europe.
4.7.
Bij het voorgaande dient volgens Wego Europe ook in aanmerking te worden genomen dat, nu Graceland haar productiewijze voor LCDA’s in november 2023 op onderdelen ingrijpend heeft aangepast, er serieuze kanttekeningen kunnen worden geplaatst bij de vraag of het huidige productieproces van Graceland nog binnen de beschermingsomvang van de Chinese octrooien CN’653 en CN’416 van Cathay Biotech valt. Zolang dit niet vaststaat, kan in elk geval het huidige handelen van Wego Europe niet onrechtmatig worden beoordeeld. Ook is van belang dat uit een geldigheidsonderzoek dat Wego Europe heeft laten verrichten, is gebleken dat de genoemde Chinese octrooien naar Europees/Nederlandse octrooirechtelijke maatstaven zeer waarschijnlijk nietig zouden zijn vanwege gebrek aan inventiviteit, aldus steeds Wego Europe.
Voorwaardelijke aanhoudingsverzoeken
4.8.
Voor zover de rechtbank, ondanks het voorgaande, tot de conclusie zou komen dat de vorderingen van Cathay Biotech voor toewijzing in aanmerking komen, verzoekt Wego Europe de onderhavige procedure aan te houden in afwachting van de uitkomst van het hoger beroep tegen het vonnis van de Chinese rechter in de inbreukprocedure tegen Graceland (zie 3.28). Zij legt aan dit verzoek ten grondslag dat in die procedure in eerste aanleg ten onrechte een octrooi-inbreuk is aangenomen. De Chinese rechter is er aan voorbij gegaan dat Graceland sinds 1 januari 2022 in haar productieproces koelt met water van 60˚C, terwijl een kenmerk van CN’416 juist het koelen met water van 30 tot 50˚C is. Daar komt bij dat Graceland haar productieproces in november 2023 nóg ingrijpender heeft gewijzigd en de Chinese rechter zich hierover nog niet heeft uitgelaten. De hoger beroepsprocedure ligt momenteel stil in afwachting van een mediationproces. Indien Cathay Biotech in deze procedure in het ongelijk wordt gesteld, ontvalt daarmee de basis van het beweerde onrechtmatige handelen van Wego Europe in Europa. Reden waarom een beslissing in die procedure moet worden afgewacht.
Gelet op het bepaalde in artikel 12 Rv dient de onderhavige zaak volgens Wego Europe ook te worden aangehouden in afwachting van de uitkomst van de inbreukprocedure in China tegen de verschillende Wego-entiteiten (zie 3.30). Het gaat tenslotte om een (eerder) aanhangig gemaakte procedure die speelt tussen (deels) dezelfde partijen en die in essentie hetzelfde feitenrelaas (‘hetzelfde onderwerp’) betreft. Ook in China gaat het immers om de vraag of Wego Europe onrechtmatig jegens Cathay Biotech handelt vanwege de beweerde gezamenlijke inbreuk op het Chinese octrooi CN’416 , aldus Wego Europe.
4.9.
Toewijzing van (één van) de aanhoudingsverzoeken mag volgens Wego Europe niet leiden tot een toewijzing van de gevraagde voorlopige voorziening, reeds omdat er volgens haar gerede twijfel bestaat over of de vorderingen in de hoofdzaak wel voor toewijzing in aanmerking komen. Een tijdelijk verbod zal tot onherstelbare schade voor Wego Europe leiden, terwijl het voor Wego Europe, wegens het ontbreken van executieverdragen, onmogelijk zal zijn deze schade op Cathay Biotech te verhalen, aldus nog steeds Wego Europe.
4.10.
Wego Europe had aanvankelijk ook verzocht de uitkomst van de in China door Graceland ingestelde nietigheidsactie tegen CN’416 af te wachten, maar heeft te kennen gegeven dit verzoek niet langer te handhaven, omdat de beslissing van de CNIPA in dit kader inmiddels bekend is. Het CNIPA heeft bij beslissing van 4 november 2024 geoordeeld dat het Chinese octrooi CN’416 nog altijd geldig is (zie 3.31).

5.De beoordeling

5.1.
Vooropgesteld wordt dat deze procedure een internationaal karakter heeft omdat één van de partijen – Cathay Biotech – haar statutaire zetel in China heeft. Daarom zal eerst ambtshalve worden beoordeeld of de Nederlandse rechter rechtsmacht heeft en welk recht van toepassing is.
Bevoegdheid
5.2.
De rechtbank dient haar rechtsmacht te beoordelen aan de hand van de Verordening Brussel I bis [1] , omdat sprake is van een rechtsverhouding met internationale aspecten, de hoofdvordering is ingesteld na 10 januari 2015 en de zaak valt binnen het materieel toepassingsgebied van deze verordening.
5.3.
Op grond van de hoofdregel van artikel 4 Verordening Brussel I bis worden zij die woonplaats hebben op het grondgebied van een lidstaat, opgeroepen voor de gerechten van die lidstaat. Aangezien Wego Europe is gevestigd in Nederland, is op grond van deze hoofdregel de Nederlandse rechter in beginsel bevoegd. Gesteld noch gebleken is dat partijen een forumkeuze voor een andere rechter hebben gemaakt. Evenmin is gesteld of gebleken dat in dit geval een andere, exclusieve bevoegdheidsregel van toepassing is op grond waarvan een andere dan de Nederlandse rechter bevoegd zou zijn kennis te nemen van het geschil tussen Cathay Biotech en Wego Europe.
Toepasselijk recht
5.4.
Met partijen stelt de rechtbank vast dat voor de beoordeling van de vraag welk recht moet worden toegepast, de Rome II Verordening [2] bepalend is. Dat China geen lidstaat van de Europese Unie is, maakt dit niet anders. Het formele toepassingsgebied van de Rome II Verordening is, gezien het bepaalde in artikel 3 Rome II Verordening, immers universeel.
5.5.
Partijen zijn verdeeld over de vraag aan de hand van welk artikel van de Rome II Verordening het toepasselijke recht moet worden vastgesteld. Volgens Cathay Biotech is dit artikel 4, omdat het geschil volgens haar een ‘gewone’ vordering uit onrechtmatige daad betreft; volgens Wego Europe is dit artikel 8 lid 1, omdat het een ‘bijzondere onrechtmatige daad’ in de zin van genoemd artikel(lid) zou betreffen: het geschil vloeit volgens haar voort uit een inbreuk op rechten van intellectuele eigendom.
5.6.
De rechtbank stelt met Cathay Biotech vast dat Cathay Biotech haar vordering grondt op onrechtmatig handelen van Wego Europe (zie 4.4). Dit gestelde onrechtmatige handelen van Wego Europe vindt weliswaar haar oorsprong in een door derden gepleegde diefstal van bedrijfsgeheimen en (vervolgens) door derden gepleegde opvolgende octrooi-inbreuken, maar dit betekent nog niet dat sprake is van een door Cathay Biotech gestelde verbintenis tussen Wego Europe en haarzelf die voortvloeit uit een inbreuk op een intellectueel eigendomsrecht als bedoeld in artikel 8 lid 1 Rome II Verordening. Het hiervoor beschreven gestelde onrechtmatig handelen van Wego Europe staat immers centraal, niet de vraag of Wego Europe (zelf) inbreuk maakt op de Chinese octrooien van Cathay Biotech. De inroeping van een octrooirecht is daarmee niet de kern van het geschil. De reikwijdte van de Rome II Verordening en artikel 8 brengt met zich dat genoemd artikel uitsluitend ziet op vorderingen betreffende een niet-contractuele inbreuk op deze (intellectuele-eigendoms)rechten. Nu van een dergelijke vordering geen sprake is en partijen geen rechtskeuze zijn overeengekomen, leidt het voorgaande tot de conclusie dat artikel 4 Rome II Verordening bepalend is bij de beantwoording van de vraag welk recht van toepassing is.
5.7.
Op grond van artikel 4 lid 1 Rome II Verordening geldt als algemene regel voor de onrechtmatige daad dat van toepassing is het recht van het land waar de schade zich voordoet (
lex loci damni). Bij de formulering van genoemd artikellid is aansluiting gezocht bij de rechtspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie (hierna: HvJ EU) met betrekking tot artikel 7, aanhef en onder punt 2, Verordening Brussel I bis. Deze rechtspraak speelt een rol bij de identificatie van de plaats waar de schade zich voordoet. Het is vaste rechtspraak van het HvJ EU dat artikel 7, aanhef en onder punt 2, Verordening Brussel I bis betrekking heeft op zowel de plaats waar de gebeurtenis heeft plaatsgevonden die de oorzaak is van de schade (‘Handlungsort’) als de plaats waar de schade is ingetreden (‘Erfolgsort’). De keuze tussen deze twee is aan eiseres.
5.8.
De rechtbank stelt op basis van het dossier en het verhandelde ter zitting vast dat Wego Europe de LCDA-producten vanuit de Faciliteit in Europa importeert en deze producten vervolgens in Europa (verspreidt en) verkoopt. De producten worden met schepen vervoerd vanuit China, komen dan aan in verschillende Europese havens, waaronder die van Rotterdam, en worden vanuit daar via diverse distributiecentra verspreid over en verkocht aan afnemers in Europa. Nu de LCDA-producten feitelijk in de diverse Europese landen worden geïmporteerd en verkocht, kunnen al die Europese landen als de plaatsen waar de onrechtmatige handelingen schadelijk inwerken, worden beschouwd (‘Handlungsort’). Dit zou op grond van artikel 4 lid 1 Rome II Verordening de toepasselijkheid van de verschillende Europese rechtsstelsels, waaronder dat van Nederland, tot gevolg hebben; de zogenaamde mozaïek-benadering. Ook zijn er aanknopingspunten om te oordelen dat op grond van diezelfde bepaling Chinees recht van toepassing is, aangezien Cathay Biotech de door haar gestelde vermogensschade in China ‘in haar portemonnee voelt’ (‘Erfolgsort’). De rechtbank komt evenwel op grond van het bepaalde in artikel 4 lid 3 Rome II Verordening tot de conclusie dat uitsluitend Nederlands recht van toepassing. Hiertoe is het volgende redengevend.
5.9.
Artikel 4 lid 3 Rome II Verordening bepaalt dat, indien uit het geheel der omstandigheden blijkt dat de onrechtmatige daad een kennelijk nauwere band heeft met een ander dan het in de leden 1 (en 2) bedoelde land, het recht van dat andere land van toepassing is. Een kennelijk nauwere band met een ander land zou met name kunnen berusten op een reeds eerder bestaande, nauw met de onrechtmatige daad samenhangende betrekking tussen de partijen. In punt 18 van de considerans van de Rome II Verordening is opgemerkt dat artikel 4 lid 1 de algemene verwijzingsregel behelst en dat artikel 4 lid 3 dient te worden opgevat als een ontsnappingsclausule ten opzichte van (onder meer) artikel 4 lid 1, voor het geval dat uit alle omstandigheden van het geval blijkt dat de onrechtmatige daad een kennelijk nauwere band heeft met een andere lidstaat.
5.10.
Ter zitting is namens Wego Europe verklaard dat de organisatie van de import in en de verkoop binnen Europa van producten, waaronder de LCDA-producten afkomstig uit de Faciliteit, volledig door Wego Europe wordt geregeld vanuit haar hoofdkantoor in Oosterhout in Nederland. Dit betekent dat de besluitvorming over het handelen en blijven handelen met de Gebruikers, het sluiten van contracten met de Gebruikers alsook de communicatie daarover en het wegen van verkregen informatie in relatie tot de Gebruikers en hun productieproces allemaal gecentreerd is (geweest) in Nederland. Ook het in gang zetten van de import van de LCDA-producten in de Europese havens, het organiseren van het vervoer van die producten vanuit die havens naar de diverse distributiecentra in Europa en het organiseren van de verdere distributie op de Europese markt, vond en vindt allemaal in het hoofdkantoor in Oosterhout plaats. Het zwaartepunt van deze zaak bevindt zich daarmee in Nederland. Eén en ander rechtvaardigt de conclusie dat de gestelde onrechtmatige daad evident een nauwere band met Nederland (dan de overige Europese import- en distributielanden of China) heeft. Dit leidt ertoe dat op grond van artikel 4 lid 3 Rome II Verordening (uitsluitend) Nederlands recht op de vorderingen van Cathay Biotech moet worden toegepast.
Octrooi-inbreuken door Hilead en de Gebruikers
5.11.
De rechtbank stelt voorop dat, gezien de inhoud van de vele Chinese rechterlijke uitspraken, in de onderhavige procedure tussen Cathay Biotech en Wego Europe als vaststaand kan worden aangenomen dat Hilead destijds middels diefstal van bedrijfsgeheimen het door Cathay Biotech ontwikkelde proces om LCDA’s van een zuivere graad in grote hoeveelheden te produceren niet rechtmatig is gaan toepassen in de Faciliteit en dat ook het aanvragen door Hilead van octrooien voor dat betreffende proces niet rechtmatig was. Dat Hilead in de Faciliteit middels een inbreukmakend productieproces LCDA’s produceerde, wat ook door de Chinese Hoge Raad is vastgesteld, is ook niet door Wego Europe betwist.
5.12.
De diverse procedures die Cathay Biotech in China heeft gevoerd om een einde aan de situatie te maken door de door Hilead verkregen octrooien (met succes) op te eisen en door Hilead te laten verbieden om met toepassing van haar, Cathay Biotech’s, productieproces LCDA’s te produceren, heeft Hilead er echter geenszins van weerhouden deze situatie te laten voortbestaan. Zij is de Faciliteit en het productieproces van Cathay Biotech immers aan een andere onderneming, Himount, gaan leasen, tot het moment dat Cathay Biotech daar middels een rechterlijk verbod (in hoogste instantie) eveneens een stokje voor stak. Hilead heeft hierop vervolgens (meermalen) de Faciliteit en de productie telkens naar andere ondernemingen (Henderson, Graceland) door geschoven.
Het in die inbreukprocedures telkens naar voren gebrachte argument van Hilead en de Gebruikers dat het productieproces (inmiddels) op wezenlijke punten zou zijn aangepast en daarmee niet meer onder de Chinese octrooien van Cathay Biotech zou vallen, is in de diverse Chinese procedures tot op heden verworpen. Telkens is geoordeeld dat het bewijs van die stelling niet is geleverd, terwijl daartoe, als het proces daadwerkelijk zou zijn gewijzigd, wel mogelijkheden zouden hebben bestaan.
5.13.
De rechtbank merkt het hiervoor beschreven feitencomplex aan als een hardnekkig frauduleus patroon dat inmiddels ruim vijftien jaar geleden met Hilead een aanvang heeft genomen en waardoor Cathay Biotech, ook blijkens de diverse Chinese rechterlijke uitspraken, evident veel schade heeft geleden en thans nog lijdt.
Onrechtmatig handelen Wego Europe
5.14.
Zoals uit het voorgaande reeds volgt (zie 5.6), ligt, gelet op het gevorderde en hetgeen daaraan ten grondslag is gelegd, in deze procedure de vraag voor of Wego Europe door LCDA-producten van de Gebruikers af te nemen en in Europa te verkopen (naar Nederlands recht) onrechtmatig jegens Cathay Biotech heeft gehandeld en nog altijd handelt. Dit, omdat Wego Europe wist, althans moe(s)t weten dat met de productie van die LCDA’s stelselmatig inbreuk werd en wordt gemaakt op de octrooien van Cathay Biotech, dat rechtelijke uitspraken in dit verband stelselmatig zijn en worden genegeerd en dat Wego Europe van dit alles profiteert, nu zij hierdoor (goedkoper) LCDA-producten met een hoog zuiverheidsgehalte kan afnemen en op de Europese markt kan verhandelen, althans dat Cathay Biotech haar winst op die afzetmarkt misloopt.
5.15.
Anders dan Wego Europe betoogt, brengt het gevorderde aan Wego Europe op te leggen verbod om de LCDA-producten van de Gebruikers in de EER te importeren en te verkopen geen oprekking van de territoriale begrenzing van de Chinese octrooirechten van Cathay Biotech met zich. Ook op deze plaats geldt dat aan het gevorderde immers niet, ook niet impliciet, de stelling ten grondslag ligt dat Wego Europe zélf op de Chinese octrooien van Cathay Biotech (buiten China) inbreuk maakt. Het octrooirecht heeft territoriale werking zoals Wego Europe terecht stelt en de door haar verhandelde LCDA’s zijn op het grondgebied van China vervaardigd in strijd met het daar geldende octrooirecht (zie 5.11 en 5.12). Het betreft hier dan ook geen verkapt gevorderd inbreukverbod. Cathay Biotech beoogt met dit verbod slechts de situatie te beëindigen waarin Wego Europe een schending door derden van haar octrooirechten in China faciliteert en daarvan ook profiteert. Het verweer van Wego Europe dat Cathay Biotech haar productieproces middels octrooien in de EER had kunnen beschermen en dat zij nu feitelijk via de achterdeur octrooirechtelijke bescherming op grond van artikel 6:162 BW inroept, waaraan ‘de negatieve reflexwerking van de ROW’ in de weg zou staan, wordt dan ook verworpen. Het in het verlengde hiervan door Wego Europe gevoerde verweer dat Cathay Biotech om diverse redenen nimmer Europeesrechtelijke octrooibescherming had verkregen als zij die had gezocht, kan daarmee, als niet relevant, buiten bespreking worden gelaten.
5.16.
Vooropgesteld wordt dat het handelen met iemand, terwijl deze door dat handelen een door hem met een derde gesloten overeenkomst schendt, op zichzelf jegens die derde niet onrechtmatig is. Van onrechtmatigheid is pas sprake indien die aangesproken partij weet of behoort te weten dat zijn wederpartij door het sluiten van de desbetreffende overeenkomst, kort samengevat, wanprestatie pleegt jegens een derde, en bovendien sprake is van bijkomende omstandigheden. Dezelfde normen hebben te gelden wanneer op de in de vorige zin bedoelde wederpartij niet een verbintenis uit overeenkomst rust, maar uit de wet. Gelet op het voorgaande, zal eerst worden beoordeeld in hoeverre Wego Europe wist of behoorde te weten dat zij producten afnam die in China middels een inbreukmakend proces werden geproduceerd.
Kennis Wego Europe
5.17.
De rechtbank stelt vast dat Wego Europe al in een zeer vroeg stadium als afnemer van in de Faciliteit geproduceerde LCDA’s, onderdeel is gaan uitmaken van het hiervoor, onder 5.11 en 5.12, beschreven frauduleuze patroon. Zij is, blijkens de verklaring van LoPipero (zie 3.32) al sinds februari 2016 afnemer van de LCDA-producten van de eerste onderneming, Himount, die het inbreukmakende productieproces heeft voorgezet, nadat Hilead dit door de Chinese rechter middels een inbreukverbod definitief werd verhinderd. LoPipero heeft ter zitting verklaard dat hieraan enig onderzoek van Wego Europe vooraf is gegaan. Wego Europe was er destijds mee bekend dat er in China drie partijen waren die LCDA’s op de markt brachten: Cathay Biotech, Himount en een (voor de rechtbank) onbekend gebleven derde. Van Cathay Biotech kon Wego Europe als distributeur kennelijk niet afnemen, omdat Cathay Biotech alleen rechtstreeks aan eindafnemers zou leveren. Vanwege de prijs en de bijzondere zuiverheid van de geproduceerde LCDA’s kwam Wego Europe toen uit bij Himount.
5.18.
Vast staat dat Wego Europe vervolgens al na negen maanden een eerste signaal ontving dat er mogelijk iets aan de hand was met het productieproces van de LCDA’s in de door Hilead aan Himount geleasete Faciliteit. In november 2016 kreeg Wego Europe immers, via een afnemer, een brief van Cathay Biotech toegezonden (zie 3.13). In die brief is door Cathay Biotech duidelijk uiteengezet dat er, na de overstap van [naam 1] naar Hilead in 2008, octrooien door Hilead zijn aangevraagd en verkregen, dat Cathay Biotech die octrooien inmiddels alle met succes heeft opgeëist, dat er een strafrechtelijk onderzoek tegen Hilead en [naam 1] was ingesteld en dat het produceren van LCDA’s met gebruikmaking van het productieproces van Cathay Biotech door Hilead niet is toegestaan
.Duidelijk is dat Wego Europe op dat moment zelf een link tussen de brief van Cathay Biotech en het productieproces van Himount heeft gelegd. LoPipero van Wego Chemical Group heeft immers schriftelijk verklaard dat naar aanleiding van die brief door Wego Europe bij Himount is geïnformeerd naar de brief van Cathay Biotech (zie 3.32). In de conclusie van antwoord is uiteengezet dat Himount, nadat zij Wego Europe hierop in een brief van 22 februari 2017 (3.14) had bevestigd dat zij geen producten produceerde die inbreuk zouden kunnen maken op de intellectuele eigendomsrechten van anderen, op verzoek van Wego Europe een extern advocatenkantoor onderzoek heeft laten doen naar de octrooien van Cathay Biotech en het niet-inbreukverweer van Himount. Hierop is door dat advocatenkantoor een
Freedom to Operate Analysis(hierna: FTO) met betrekking tot de Himount-producten verstrekt, waarin werd geconcludeerd dat de Himount-producten ‘totaal anders’ waren en ‘geen inbreuk maakten’ op het proces dat werd beschreven in het Chinese octrooi CN’416 van Cathay Biotech.
5.19.
Voor zover Wego Europe zich op dat moment door de Himount verstrekte informatie nog heeft mogen laten overtuigen dat er met het productieproces in de Faciliteit niets aan de hand was en dat daarmee geen inbreuk werd gemaakt op de Chinese octrooien van Cathay Biotech, werd dat naar het oordeel van de rechtbank in mei 2019 wezenlijk anders. Hiertoe is het volgende redengevend.
5.20.
Vlak voordat (ook) aan Himount in hoogste instantie door de Chinese rechter een inbreukverbod werd opgelegd, is de Faciliteit en het productieproces middels een nieuw leasecontract doorgeschoven naar Henderson. Wego Europe is vervolgens LCDA’s van Henderson gaan afnemen. Het dossier bevat weliswaar onvoldoende aanknopingspunten om vast te kunnen stellen dat Wego Europe op dat moment bekend was met de precieze redenen van de overname door Henderson, maar na ontvangst van de brief van Henderson van 28 mei 2019 (zie 3.19) had van Wego Europe zonder meer mogen worden verlangd dat zij zich nader in de achtergronden zou gaan verdiepen. Henderson had middels die brief immers gecommuniceerd dat ‘zij leed onder de door Hilead verloren rechtszaken over het intellectuele eigendom en dat zij, omdat zij gehouden was om intellectueel eigendom te respecteren, ging stoppen met de productie van LCDA’s’. Gelet op de inhoud van de eerdere brief van Cathay Biotech van november 2016, had Wego Europe vanaf dat moment zonder meer vraagtekens moeten plaatsen bij de juistheid van de haar door Himount verstrekte informatie over het productieproces in de Faciliteit, de in dat kader verstrekte FTO en de vele geruststellende berichten die Himount volgens Wego Europe aan haar zou hebben verstrekt. Degene die het productieproces van Himount heeft voortgezet, Henderson, heeft immers (in de brief van 28 mei 2019) laten weten dat
zij zelfin verband met de verloren procedures van Hilead niet meer in staat was het productieproces in de Faciliteit voort te zetten: zij diende de octrooien te respecteren. Alleen al op grond van die informatie had Wego Europe moeten begrijpen dat het productieproces dat in de Faciliteit werd toegepast, eerst door Hilead, later door Himount en Henderson, naar alle waarschijnlijkheid niet alleen hetzelfde, maar ook wel degelijk een inbreukmakend proces betrof.
5.21.
Dit was dan ook het moment dat Wego Europe, als zij al niet op de hoogte was van de feitelijke gang van zaken, zich daarvan had moeten (laten) vergewissen. Zij had navraag kunnen en moeten doen naar de rechterlijke uitspraken waaraan Henderson in haar brief refereerde alsook naar de uitkomst van het ingestelde strafrechtelijke onderzoek naar de diefstal van bedrijfsgeheimen dat Cathay Biotech in haar eerdere brief al had genoemd. Dat Wego Europe niet zonder meer de beschikking over de civiel- en strafrechtelijke uitspraken kon krijgen, volgt de rechtbank niet. Inmiddels waren er al diverse eindarresten gewezen. De inbreukprocedure tegen Hilead was met een arrest in hoogste instantie in 2018 afgerond en de strafrechtelijke procedure tegen [naam 1] en Hilead met een eindarrest in april 2019. Los daarvan waren er nog de diverse vonnissen en (eind)arresten inzake het opeisen van de Chinese octrooien van Hilead door Cathay Biotech, waaraan Cathay Biotech in haar brief van november 2016 al had gerefereerd. Voor zover Wego Europe, zoals zij betoogt, deze vonnissen en (eind)arresten niet zonder meer via Chinese databanken had kunnen raadplegen, al dan niet door het inschakelen van derden, had zij deze uitspraken in elk geval bij haar (voormalige) zakenpartners Himount en Henderson kunnen en moeten opvragen.
5.22.
Het voorgaande rechtvaardigt de conclusie dat, voor zover Wego Europe eind mei 2019 niet al
wetenschaphad van het feit dat zij producten afnam die in de Faciliteit werden vervaardigd middels een inbreukmakend proces, zij vanaf dat moment, welk moment de rechtbank op 1 juni 2019 stelt, in elk geval bewust het aanmerkelijke risico heeft aanvaard dat zij dit deed. Dit door, ondanks alle andersluidende informatie, af te gaan op de geruststellende informatie van de betreffende leverancier(s) en door geen eigen onafhankelijk onderzoek in te stellen.
5.23.
Dat Wego Europe op dat moment overigens heel bewust haar ‘kop in het zand’ heeft gestoken, kan worden afgeleid uit al hetgeen zich nog na 1 juni 2019 heeft voorgedaan en uit de wijze waarop Wego Europe daarop heeft gereageerd, namelijk niet. Vaststaat dat Wego Europe, ondanks de inhoud van de hiervoor besproken brief van Henderson van 28 mei 2019, direct aansluitend met de opvolger van Henderson, Graceland, in zee is gegaan en het afnemen van de in de Faciliteit geproduceerde LCDA’s zonder onderbreking heeft voortgezet. Al in juni 2019 heeft zij tezamen met Graceland haar klanten geïnformeerd dat Graceland de lease van de Faciliteit en de productie van de LCDA’s van Henderson had overgenomen en dat de samenwerking tussen Graceland en Wego Chemical Group (Wego Europe) op het punt van de distributie zou worden voortgezet (zie 3.21). Blijkens de inhoud van de e-mail van 5 juni 2019, die de General Manager van Wego Europe aan een afnemer heeft verzonden (zie 3.20) en de inhoud van voornoemde kort daarna verzonden gezamenlijke brief van Graceland en Wego Europe, moet het Wego Europe volstrekt helder zijn geweest dat het productieproces, zoals Henderson dat in de Faciliteit toepaste (maar niet langer kon, want niet mocht toepassen), ongewijzigd zou worden voortgezet door Graceland. Wego Europe heeft in die e-mail en brief immers gecommuniceerd:
management and production staff will remain unchanged”en
“The factory in Laiyang has continued to operate normally during this transition period with regularly production and shipments”.
5.24.
Vervolgens heeft Wego Europe (LoPipero) op 21 januari 2022 de brief van Cathay Biotech van 4 januari 2022 (zie 3.24) per e-mail ontvangen. In genoemde brief heeft Cathay Biotech duidelijk uiteengezet dat de Chinese Hoge Raad op 31 december 2021 in laatste instantie heeft geoordeeld dat Henderson en Graceland inbreuk maken op de octrooirechten van Cathay Biotech, dat de LCDA’s die zij produceren inbreukmakende producten zijn en dat Henderson en Graceland deze producten niet meer mogen produceren of verkopen, ook niet voor zover zij die nog in voorraad hebben. De in dit kader relevante vonnissen en arresten zijn met traceerbare gegevens in de brief benoemd. Graceland had weliswaar in reactie op die brief middels ‘statements’ op 16 januari 2022 (zie 3.25) en 25 januari 2022 (zie 3.27) aan Wego Europe kenbaar gemaakt dat ‘Cathay Biotech ten onrechte beweert dat Graceland inbreuk maakt op haar octrooirechten’, maar van Wego Europe had in dit kader (wederom) mogen worden verlangd dat zij hier niet zonder meer op zou vertrouwen, zeker niet zonder zich in de vonnissen en arresten, zoals door Cathay Biotech in haar brief benoemd, en de relevante achtergronden en actualiteiten te verdiepen. Uit hetgeen Wego Europe in deze procedure naar voren heeft gebracht, kan worden afgeleid dat Wego Europe de vonnissen en arresten pas heeft bestudeerd toen deze haar als producties bij de dagvaarding ter hand werden gesteld. Had zij zich eerder in die vonnissen en arresten verdiept, dan had zij ook kunnen begrijpen dat de mededeling van Graceland in haar statement van 16 januari 2022 (zie 3.25) ‘dat de rechtbank de klanten van Graceland nooit heeft verboden om LCDA-producten van Graceland te kopen’ in de gegeven context ronduit misleidend was. Als zij zich in de actuele situatie had verdiept en (internet)onderzoek in China had verricht of laten verrichten, had haar ook niet kunnen ontgaan dat er datzelfde jaar door Cathay Biotech weer een nieuwe inbreukprocedure tegen Graceland en Hilead was gestart en dat deze partijen bij vonnis van 25 september 2023 opnieuw door de Chinese rechter in eerste aanleg zijn veroordeeld (zie 3.28). Graceland is daarbij opnieuw veroordeeld tot het staken van het op basis van CN’416 produceren van LCDA’s en de verkoop van de met dat productieproces verkregen producten en tot het betalen van een aanzienlijke schadevergoeding aan Cathay Biotech. Wego Europe heeft zich ook door al het voorgaande niet laten weerhouden om LCDA’s van Graceland af te nemen, óók niet toen Cathay Biotech op 5 februari 2024 de “
Patent Infringement Warning Letter” naar haar verzond (zie 3.29). De afname van de LCDA’s is door Wego Europe onverminderd voortgezet.
Stelselmatig profiteren Wego Europe
5.25.
Cathay Biotech stelt dat Wego Europe al die jaren welbewust en stelselmatig heeft geprofiteerd van het fraudeleus handelen van de Gebruikers. Naar het oordeel van de rechtbank heeft Wego Europe deze stellingname onvoldoende gemotiveerd betwist, zodat deze door de rechtbank als vaststaand wordt aangenomen. Hierbij wordt in aanmerking genomen dat uit het voorgaande volgt dat Wego Europe LCDA-producten heeft afgenomen van de Gebruikers, terwijl zij dus al op zijn minst vanaf 1 juni 2019 bewust het aanmerkelijk risico heeft aanvaard dat dit illegaal geproduceerde producten betroffen. Zij kon op basis hiervan met Cathay Biotech concurreren op de Europese markt en wel met LCDA-producten die zijn gemaakt met een productieproces dat in China enkel door Cathay Biotech mocht en tot op heden mag worden toegepast. Wego Europe heeft in dit kader weliswaar naar voren gebracht dat Cathay Biotech nota bene lagere prijzen voor haar LCDA(-producten) zou bedingen dan de Gebruikers, maar heeft dit verder niet onderbouwd. De vraag is overigens in hoeverre dit betoog relevant is, nu Wego Europe tevens (zelf) naar voren heeft gebracht dat Cathay Biotech alleen met eindafnemers handelt en niet met tussenhandelaren, zoals Wego Europe. Wego Europe handelt in LCDA’s, die vanwege hun zeldzame zuiverheid voor haar aantrekkelijk zijn, maar die zij – anders dan via illegale productie door derden – niet in China kan verkrijgen voor haar handel op de Europese markt. Zij heeft dus gehandeld en handelt nog steeds in producten die zij, indien geproduceerd in China, niet had kunnen/mogen en niet kan/mag hebben voor haar handel.
5.26.
Zoals uit het voorgaande reeds volgt (zie 5.21 en 5.22), kan Wego Europe zich in dit verband niet verschuilen achter ‘het niet volledig op de hoogte zijn van wat er zich in China afspeelde’ of achter de door de Gebruikers verstrekte informatie; het hiervoor beschreven handelen van Wego Europe kan haar worden toegerekend. Gelet op de duur van haar handelen met de (elkaar kort opvolgende) Gebruikers en dit ondanks de nadere hiervoor besproken berichtgeving in 2019, 2022 en 2024, kan haar handelen ook als stelselmatig worden beschouwd. Wego Europe heeft sinds 1 juni 2019 met de illegaal geproduceerde producten onrechtmatig geconcurreerd met Cathay Biotech en anders dan Wego Europe, acht de rechtbank met Cathay Biotech aannemelijk dat Cathay Biotech hierdoor schade heeft geleden. Op grond van het voorgaande is de rechtbank met inachtneming van de onder 5.16 vermelde maatstaf van oordeel dat Wego Europe onrechtmatig in de zin van artikel 6:162 BW heeft gehandeld jegens Cathay Biotech. Dat Graceland ook andere afnemers dan Wego Europe bedient, doet daar niet aan af.
5.27.
Aan de stelling van Wego Europe dat de toewijzing van een verbod niet aan de orde is, omdat Graceland in januari 2022 haar productieproces heeft gewijzigd, als gevolg waarvan het productieproces van Graceland thans niet meer onder de reikwijdte van het Chinese octrooi CN’416 zou vallen, wordt op dit moment voorbij gegaan. Niet alleen is in vrijwel alle gevoerde inbreukprocedures een dergelijke stellingname gepresenteerd en telkens verworpen, over de concreet gestelde wijziging van januari 2022 is reeds op 25 september 2023 door de Chinese rechter in de laatste inbreukprocedure tegen Graceland en Hilead geoordeeld (zie 3.28):
“To sum up, the Court holds that the existing evidence cannot prove that the
refining process claimed by Graceland is the refining process actually used by Graceland, nor can it prove that the product of long chain dicarboxylic acid obtained by the claimed refining process is the same as that obtained by the patented process, nor can it prove that its actual refining process is different from the patented process. In view of the fact that Graceland fails to provide evidence to prove that the refining process it actually used is different from the patented process, Graceland should bear the adverse consequences of the failure to provide evidence. The Court ruled that the refining process used by Graceland falls within the scope of the patent right in this case.”
De rechtbank ziet, mede gelet op het gehele feitencomplex dat aan deze inbreukprocedure vooraf is gegaan, onvoldoende aanleiding om dit meest recente oordeel van de Chinese rechter niet tot uitgangspunt te nemen. Dat Graceland, naar Wego Europe stelt, in die Chinese hoger beroepsprocedure tevens zal aanvoeren dat zij haar productieproces in november 2023 nog veel
ingrijpenderheeft gewijzigd, leidt de rechtbank niet tot een ander oordeel. In het licht van de vele uitspraken die hieraan vooraf zijn gegaan, waarvan Wego Europe in het kader van deze procedure in elk geval kennis heeft kunnen nemen, heeft Wego Europe deze stelling onvoldoende gemotiveerd. Een nadere toelichting hoe Graceland dit bewijs in deze hoger beroepsprocedure (wel) kan en zal bijbrengen, ontbreekt. Het dossier biedt de rechtbank daarmee onvoldoende aanknopingspunten om te oordelen dat de Chinese rechter in hoger beroep op dit punt wezenlijk anders zal oordelen dan reeds is geoordeeld. Voor het geval in hoogste instantie zou worden geoordeeld dat en wanneer het productieproces in die mate van het geoctrooieerde productieproces wordt afgeweken dat niet meer van inbreuk kan worden gesproken, zal de rechtbank bepalen dat op een dergelijk moment ook de onrechtmatige daad van Wego Europe een einde vindt.
Aanhoudingsverzoeken
5.28.
Het voorgaande brengt met zich dat de vorderingen van Cathay Biotech - in beginsel - voor toewijzing in aanmerking komen, zodat de rechtbank toekomt aan een beoordeling van de aanhoudingsverzoeken van Wego Europe.
5.29.
Gelet op hetgeen hiervoor met betrekking tot de hoger beroepsprocedure in de inbreukprocedure tegen Graceland en Hilead is geoordeeld, ziet de rechtbank geen aanleiding om die procedure af te wachten. Het aanhoudingsverzoek zal in zoverre dan ook eveneens worden afgewezen.
5.30.
Het verzoek om op grond van artikel 12 Rv de uitkomst van de door Cathay Biotech in China gestarte inbreukprocedure tegen onder meer Wego Europe af te wachten en de onderhavige procedure dus aan te houden, zal eveneens worden afgewezen. Nog daargelaten de vraag of Wego Europe de exceptie van litispendentie op de juiste wijze en tijdig heeft ingeroepen, is de rechtbank van oordeel dat, ook indien (veronderstellender-wijze) daarvan wordt uitgegaan, deze exceptie niet slaagt. De vraag die in de betreffende Chinese procedure voorligt, is immers of Wego Europe - in China - inbreuk maakt op het Chinese octrooi CN’416 . Met Cathay Biotech is de rechtbank van oordeel dat het antwoord op die vraag niet relevant is voor het onderhavige geschil. De basis van het onrechtmatige handelen van Wego Europe is het gebruikmaken van onrechtmatig handelen van Hilead en de Gebruikers in China, niet het eigen handelen van Wego Europe in China. Zelfs in het geval in China geoordeeld zou worden dat Wego Europe (zelf) geen inbreuk maakt op genoemd octrooi, neemt dat de onrechtmatigheid van haar handelen, zoals hiervoor vastgesteld, niet weg. Er is dan ook geen sprake van “hetzelfde onderwerp” in de zin van artikel 12 Rv en geen risico op tegenstrijdige beslissingen.
Voorlopige voorziening
5.31.
Nu de aanhoudingsverzoeken worden afgewezen, is niet voldaan aan de voorwaarden waaronder de vordering tot het wijzen van een voorlopige voorziening is ingesteld. Dit betekent dat aan een beoordeling van die vordering niet wordt toegekomen.
Verbod en dwangsommen
5.32.
Gelet op al het voorgaande ligt het primair gevorderde aan Wego Europe met onmiddellijke ingang op te leggen verbod om LCDA’s die in de Faciliteit zijn geproduceerd in de EER en Zwitserland te importeren, verkopen of anderszins te verhandelen, voor toewijzing gereed. De inhoud van de tot op heden gewezen Chinese vonnissen rechtvaardigen de conclusie dat er geen andere LCDA’s dan de via het inbreukmakende productieproces verkregen LCDA’s in de Faciliteit worden geproduceerd. Er bestaat dan ook geen aanleiding te oordelen dat het verbod op dit punt te ruim zou zijn geformuleerd. Als het mindere voegt de rechtbank aan het verbod een einddatum toe vanaf het moment dat in China in hoogste instantie zou worden geoordeeld dat het productieproces op de Faciliteit niet meer inbreukmakend is. Nu er na de wijzigingen van eis geen verweer meer is gevoerd ten aanzien van de landen waarvoor het verbod wordt gevorderd, acht de rechtbank het gevorderde verbod ook op het punt van het bereik niet te ruim geformuleerd. De rechtbank zal aan het verbod een dwangsom verbinden als na te melden. Ook zal de rechtbank de dwangsommen maximeren zoals hierna te melden.
Verklaring voor recht
5.33.
In lijn met het voorgaande, ligt ook de primair gevorderde verklaring voor recht voor toewijzing gereed. Wel zal de gevorderde verklaring voor recht, gezien al het voorgaande, worden beperkt in tijd, te weten ‘vanaf 1 juni 2019’ en ‘tot de datum waarop blijkens een niet meer voor beroep vatbare uitspraak van de Chinese rechter (een zgn. eindvonnis) met het productieproces in de Faciliteit geen inbreuk meer wordt gemaakt op het octrooi van Cathay Biotech’.
Anders dan Wego Europe betoogt, heeft Cathay Biotech wel degelijk belang bij een toewijzing van de gevorderde verklaring, ook al wordt het hiervoor genoemde verbod al toegewezen. Vaste jurisprudentie is immers dat, indien een verklaring voor recht wordt gevorderd dat aansprakelijkheid bestaat voor schade, de rechter ervan uit dient te gaan dat de eisende partij daarbij belang heeft als de mogelijkheid van schade aannemelijk is; zelfs als niet tevens een veroordeling tot schadevergoeding of tot verwijzing naar de schadestaatprocedure wordt gevorderd.
Schadevergoeding en rente
5.34.
Cathay Biotech vordert dat Wego Europe wordt veroordeeld tot betaling van alle schade die Cathay Biotech heeft geleden en nog zal lijden als gevolg van de verkoop van LCDA’s uit de Faciliteit, nader op te maken bij staat en te vereffenen volgens de wet, of ter uitsluitende keuze van Cathay Biotech tot afdracht van alle winst die Wego Europe als gevolg van haar onrechtmatig handelen heeft genoten. Geoordeeld is reeds dat het aannemelijk is dat Cathay Biotech door het onrechtmatig handelen van Wego Europe schade heeft geleden. Daarmee is de drempel om de zaak naar de schadestaatprocedure te verwijzen, gehaald. Met deze verwijzing zal worden volstaan. Cathay Biotech kan in de schadestaatprocedure haar vordering insteken op de wijze die haar geraden voorkomt.
In het licht van het gevoerde debat en de overige vorderingen, heeft Cathay Biotech klaarblijkelijk bedoeld betaling van de schade te vorderen die zij door het onrechtmatig handelen van Wego Europe heeft geleden en aldus heeft geleden door het importeren, verkopen of anderszins verhandelen door Wego Europe van de LCDA’s die in de Faciliteit zijn geproduceerd. Ter voorkoming van onduidelijkheid in de schadestaatprocedure op dit punt zal de rechtbank de gevorderde veroordeling dan ook in die zin formuleren. De beslissing over de verschuldigdheid van rente zal worden overgelaten aan de rechter die over de schadestaat zal hebben te oordelen. Deze beslissing is te zeer met de alsdan in die procedure te beoordelen afzonderlijke schadeposten verweven om daarover op voorhand al een uitspraak te doen.
Exhibitievordering
5.35.
In het kader van de te voeren schadestaatprocedure vordert Cathay Biotech een veroordeling van Wego Europe tot overlegging van diverse stukken. De rechtbank ziet in het verhandelde ter zitting aanleiding Wego Europe te veroordelen om, binnen 30 dagen na de betekening van dit vonnis, aan Cathay Biotech een schriftelijke verklaring te verstrekken met de navolgende informatie:
  • het totaal aantal verkochte LCDA’s vanaf 1 juni 2019 tot heden, met vermelding van de maand en het jaar waarin het product is verkocht;
  • de omzet en winst die met die verkoop is gerealiseerd.
De rechtbank zal aan de veroordeling een dwangsom verbinden als na te melden. Ook zal de rechtbank de dwangsom maximeren zoals hierna te melden. De vordering tot verstrekking van meer of andere informatie zal worden afgewezen, nu Cathay Biotech heeft nagelaten toe te lichten welk zelfstandig belang zij bij de verstrekking van juist die gegevens - en wel met het oog op de te voeren schadestaatprocedure - heeft.
5.36.
Cathay Biotech heeft verder, ter beëindiging van het onrechtmatig handelen door Wego Europe, gevorderd dat Wego Europe wordt veroordeeld om gedurende dertig dagen een tekst op haar website te plaatsen, op basis waarvan het voor haar afnemers duidelijk zal zijn dat Wego Europe hen niet langer van in de Faciliteit geproduceerde LCDA’s kan voorzien. Gelet op de gehele voorgeschiedenis, waarin weliswaar door derden, maar met - uiteindelijk - medeweten van Wego Europe, telkens rechterlijke uitspraken zijn genegeerd en waarin Wego Europe er (telkens) voor heeft gekozen haar handel in die LCDA-producten voort te blijven zetten, heeft Cathay Biotech, naast het uit te spreken verbod, naar het oordeel van de rechtbank voldoende zelfstandig belang bij een toewijzing van de gevorderde publicatie. Bij dit oordeel wordt betrokken dat Cathay Biotech, indien het hierna uit te spreken verbod door Wego Europe zou worden genegeerd, niet beschikt over het volledige klantenbestand van Wego Europe in de EER en Zwitserland en zodoende niet in staat zal zijn alle afnemers van Wego Europe te berichten dat het Wego Europe niet langer is toegestaan hen van de in de Chinese Faciliteit geproduceerde LCDA’s te voorzien. De vordering zal in zoverre dan ook worden toegewezen. De rechtbank zal aan de veroordeling een dwangsom verbinden als na te melden. Ook zal de rechtbank de dwangsom maximeren zoals hierna te melden.
Proceskosten
5.37.
Wego Europe is in het ongelijk gesteld en moet daarom de proceskosten (inclusief nakosten) betalen. Gezien het onderliggende belang zal voor het liquidatietarief aansluiting worden gezocht bij het hoogste tarief (tarief VIII). Aldus worden de proceskosten in de hoofdzaak aan de zijde van Cathay Biotech begroot op:
- dagvaarding € 112,37
- griffierecht € 688,00
- salaris advocaat € 8.714,00 (2 punten x € 4.357)
- nakosten
€ 178,00(plus de verhoging zoals vermeld in de beslissing)
Totaal € 9.692,37.
5.38.
Ook over de proceskosten van de behandelde incidentele vordering tot het wijzen van een voorlopige voorziening moet in deze hoofdprocedure worden beslist, nu de beslissing daarover in het vonnis in incident is aangehouden. De rechtbank ziet aanleiding de kosten van dat incident te compenseren. Hiertoe is het volgende redengevend. De beslissing op de gevorderde voorlopige voorziening is weliswaar in het vonnis in incident van 24 juli 2024 aangehouden en de vordering wordt in dit vonnis uiteindelijk niet in behandeling genomen, maar slechts omdat de door Wego Europe gedane aanhoudingsverzoeken niet worden ingewilligd en de hoofdzaak in die zin geen vertraging oploopt; niet omdat het door Cathay Biotech (ook in het kader van de voorlopige voorziening) gevorderde verbod niet toewijsbaar is.
De proceskosten in het incident tot zekerheidstelling zijn reeds in het vonnis in incident van 28 augustus 2024 gecompenseerd.

6.De beslissing

De rechtbank
6.1.
verbiedt Wego Europe met onmiddellijke ingang om LCDA’s die in de Faciliteit zijn geproduceerd in de EER en Zwitserland te importeren, verkopen of anderszins te verhandelen, te weten vanaf 1 juni 2019 tot de datum waarop blijkens een niet meer voor beroep vatbare uitspraak van de Chinese rechter (een zgn. eindvonnis) met het productieproces in de Faciliteit geen inbreuk meer wordt gemaakt op het octrooi van Cathay Biotech;
6.2.
bepaalt dat Wego Europe een dwangsom verbeurt van € 50.000,00 (zegge: vijftigduizend euro) per overtreding van het onder 6.1 genoemde verbod, te vermeerderen met een dwangsom van € 25.000,00 (zegge: vijfentwintigduizend euro) voor iedere dag waarop die overtreding voortduurt, tot een maximum van in totaal € 20.000.000,00 (zegge: twintig miljoen euro) is bereikt;
6.3.
verklaart voor recht dat Wego Europe sinds 1 juni 2019 onrechtmatig handelt jegens Cathay Biotech door LCDA’s die in de Faciliteit zijn geproduceerd in de EER en Zwitserland te importeren en te verhandelen, te weten vanaf 1 juni 2019 tot de datum waarop blijkens een niet meer voor beroep vatbare uitspraak van de Chinese rechter (een zgn. eindvonnis) met het productieproces in de Faciliteit geen inbreuk meer wordt gemaakt op het octrooi van Cathay Biotech;
6.4.
veroordeelt Wego Europe tot betaling van alle schade die Cathay Biotech vanaf 1 juni 2019 heeft geleden en nog zal lijden door het onrechtmatig importeren, verkopen of anderszins verhandelen door Wego Europe van in de Faciliteit geproduceerde LCDA’s, nader op te maken bij staat en te vereffenen volgens de wet;
6.5.
gelast Wego Europe binnen dertig dagen na betekening van dit vonnis een schriftelijke verklaring te overhandigen aan de raadsman van Cathay Biotech, met de navolgende informatie, welke ook is onderbouwd met documenten die de juistheid ervan de verklaring bewijzen:
  • het totaalaantal door Wego Europe in de EER en Zwitserland verkochte LCDA's vanaf 1 juni 2019 tot heden;
  • de omzet en winst die met die verkoop is gerealiseerd, met vermelding van de maand en het jaar waarin het product is verkocht;
6.6.
bepaalt dat Wego Europe een dwangsom verbeurt van € 20.000,00 (zegge: twintigduizend euro) voor iedere dag of gedeelte van een dag dat Wego Europe met hetgeen onder 6.5 is gelast in gebreke blijft, met dien verstande dat boven een bedrag van € 2.000.000,00 (zegge: twee miljoen euro) geen dwangsommen meer zullen worden verbeurd;
6.7.
gelast Wego Europe, binnen zeven dagen na betekening van dit vonnis, de volgende tekst te publiceren op haar website en deze daar onveranderd gepubliceerd te houden gedurende dertig dagen, waarbij de tekst direct in beeld zal verschijnen bij het openen van de algemene pagina, voorafgaand aan de inhoudelijke tekst van die pagina, in het voor die website gebruikelijke goed leesbare lettertype en lettergrootte en omrand door een duidelijk zwart kader, zonder enige toevoegingen in woord of beeld:
“We are obliged to inform you that the District Court of Amsterdam has decided in a judgment on the merits dated May 14,2025 that our importing, selling or otherwise commercializing of LCDA’s produced in China in the facility of Laiyang is unlawful for which reason we no longer offer these LCDA’s. This unlawfulness refers to a period from June 1st, 2019 until a Chinese court in a final and non-appealable judgement may decide that and since when the patent of Cathay Biotech is no longer infringed.”;
6.8.
bepaalt dat Wego Europe een dwangsom verbeurt van € 20.000,00 (zegge: twintigduizend euro) voor iedere dag of gedeelte van een dag dat Wego Europe met hetgeen onder 6.7 is gelast in gebreke blijft, gerekend vanaf twee dagen na betekening van dit vonnis, met dien verstande dat boven een bedrag van € 2.000.000,00 (zegge: twee miljoen euro) geen dwangsommen meer zullen worden verbeurd;
6.9.
veroordeelt Wego Europe in de proceskosten in de hoofdzaak, aan de zijde van Cathay Biotech tot op heden begroot op € 9.580,00, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe, te vermeerderen met [als het vonnis wordt betekend] € 92,00 plus de kosten van betekening;
6.10.
veroordeelt Wego Europe tot betaling van de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over de proceskosten als deze niet binnen veertien dagen na aanschrijving zijn betaald;
6.11.
compenseert de kosten van het incident tussen partijen, in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt;
6.12.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad, met uitzondering van hetgeen onder 6.3 is beslist;
6.13.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mrs. C.M.E de Koning, H.C. Hoogeveen en A.J. Scheijde en in het openbaar uitgesproken op 14 mei 2025. [3]

Voetnoten

1.Verordening (EU) nr. 1215/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2012 betreffende de rechterlijke bevoegdheid, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken (herschikking).
2.Verordening (EG) nr. 864/2007 van het Europees Parlement en de Raad van 11 juli 2007 betreffende het recht dat van toepassing is op niet-contractuele verbintenissen.
3.type: AJS