ECLI:NL:RBAMS:2025:3156

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
14 mei 2025
Publicatiedatum
15 mei 2025
Zaaknummer
C/13/731399 / HA ZA 23-309
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Tussenuitspraak
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Benoeming van deskundigen voor onderzoek naar indoor farms voor aardbeienteelt

In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 14 mei 2025 een tussenvonnis uitgesproken in een civiele procedure tussen VARIPAR DISTRIBUTION B.V. (Parus) en SMARTKAS B.V. (Smartkas). De rechtbank heeft besloten om twee deskundigen te benoemen voor het uitvoeren van een deskundigenonderzoek naar de technische en teelttechnische aspecten van twee indoor farms die bedoeld zijn voor de teelt van aardbeien. De benoeming van de deskundigen is noodzakelijk omdat partijen het niet eens konden worden over de deskundigen die het onderzoek zouden uitvoeren. De heer M. Looije, verbonden aan Looije Agro Technics, is benoemd als deskundige op het gebied van elektro- en installatietechniek, terwijl de heer W. van Oers, verbonden aan Horti Consult International B.V., is benoemd als deskundige op het gebied van teelttechniek. De rechtbank heeft aangegeven dat de deskundigen gezamenlijk een rapport moeten opstellen en dat zij de beschikking krijgen over het procesdossier en andere relevante materialen. De rechtbank heeft ook de verplichtingen van partijen ten aanzien van het deskundigenonderzoek uiteengezet, waaronder de verplichting om mee te werken aan het onderzoek en om relevante informatie te verstrekken. De zaak is aangehouden voor verdere beoordeling na het deskundigenonderzoek.

Uitspraak

RECHTBANK Amsterdam

Civiel recht
Zaaknummer: C/13/731399 / HA ZA 23-309
Vonnis van 14 mei 2025
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
VARIPAR DISTRIBUTION B.V. h.o.d.n. PARUS EUROPE,
gevestigd te Amsterdam,
eiseres in conventie,
verweerster in reconventie,
advocaat: mr. R.A.F. Harmsen,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
SMARTKAS B.V.,
gevestigd te Amsterdam,
gedaagde in conventie,
eiseres in reconventie,
advocaat: mr. G. Ruardij.
Partijen worden hierna Parus en Smartkas genoemd.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 22 januari 2025 en de daarin genoemde stukken,
- de akte uitlating deskundige van Parus, met producties,
- de antwoordakte houdende reactie producties van Smartkas,
- het e-mailbericht van 14 april 2025 van de rechtbank aan partijen waarin zij in de gelegenheid zijn gesteld om zich op de rol van 30 april 2025 bij akte uit te laten over de door de rechtbank voorgenomen benoeming van de heer M. Looije tot deskundige,
- de akte uitlating deskundige van Parus,
- de akte uitlating deskundige van Smartkas.
1.2.
Daarna is bepaald dat vandaag een vonnis wordt uitgesproken.

2.De verdere beoordeling

2.1.
Partijen hebben zich uitgelaten over de in het tussenvonnis van 6 november 2024 aangekondigde deskundigenrapportage.
De deskundigen
2.2.
Partijen hebben ieder deskundige(n) voorgesteld die volgens hen het aangekondigde deskundigenonderzoek zouden kunnen doen. Zij zijn het erover eens dat niet kan worden volstaan met de benoeming van één deskundige op het gebied van elektro- en installatietechniek, omdat verschillende vragen over verschillende deelonderwerpen moeten worden beantwoord, hetgeen verschillende expertises vergt. Zij zijn het niet eens geworden over de vraag welke deskundigen het aangekondigde deskundigenonderzoek zouden moeten doen.
2.3.
Partijen hebben voldoende toegelicht dat het aangekondigde deskundigenonderzoek op meer dient te zien dan alleen elektro- en installatietechniek en dat voor de beantwoording van de te stellen vragen verschillende expertises nodig zijn. De rechtbank zal daarom twee deskundigen benoemen, te weten één op het gebied van teelttechniek en één op het gebied van elektro- en installatietechniek. Daarbij wordt in aanmerking genomen dat deze onderwerpen (mogelijk) overlap vertonen en dat beide deskundigen zich daarover mogen uitlaten. Ten aanzien van de te benoemen deskundigen en de inrichting van het uit te voeren deskundigenonderzoek, wordt hierna het volgende overwogen.
Deskundige op het gebied van elektro- en installatietechniek
2.4.
Smartkas heeft verschillende deskundigen voorgesteld op het gebied van elektro- en installatietechniek. De rechtbank heeft met al die deskundigen – afgezien van Basro, nu zij reeds als partijdeskundige aan de zijde van Smartkas in deze zaak is opgetreden – contact opgenomen. Zij hebben desgevraagd allemaal tegenover de rechtbank verklaard dat zij zich niet deskundig (genoeg) achten om in deze zaak als deskundige op te treden, dan wel dat zij niet bereid zijn de benoeming te aanvaarden. De door Smartkas voorgestelde deskundigen zullen daarom niet worden benoemd. Parus heeft geen deskundigen op het gebied van elektro- en installatietechniek voorgesteld.
2.5.
De rechtbank heeft daarom zelf contact opgenomen met de heer M. Looije (verbonden aan Looije Agro Technics). Hij heeft desgevraagd tegenover de rechtbank verklaard dat hij geen persoonlijke of zakelijke banden heeft met één van partijen en dat hij bereid is de benoeming te aanvaarden.
2.6.
De rechtbank heeft daarna haar voornemen om de heer M. Looije tot deskundige te benoemen met partijen gedeeld en hen in de gelegenheid gesteld zich daarover bij gelijktijdige akte uit te laten. Partijen hebben van die gelegenheid gebruik gemaakt. Smartkas heeft in haar akte kenbaar gemaakt dat zij instemt met de benoeming van de heer M. Looije tot deskundige. Parus heeft in haar akte kenbaar gemaakt dat zij alleen kan instemmen met de benoeming van de heer M. Looije wanneer uit diens rapportage blijkt at hij beschikt over voldoende relevante expertise op het gebied van indoor farming. De rechtbank ziet in die uitlating van Parus geen bezwaar tegen de benoeming van de heer M. Looije tot deskundige. Voor zover Parus zich na het deskundigenbericht wil uitlaten over de expertise van de heer M. Looije op het gebied van indoor farms, geldt dat zij daarvoor bij conclusie na deskundigenbericht de gelegenheid krijgt.
Deskundige op het gebied van teelttechniek
2.7.
Parus heeft een deskundige voorgesteld op het gebied van kweeksystemen voor groente en fruit, maar die heeft desgevraagd tegenover de rechtbank verklaard niet bereid te zijn de benoeming te aanvaarden. Deze door Parus genoemde deskundige wordt daarom niet benoemd.
2.8.
Smartkas heeft voorgesteld Horti Consult International B.V. te benoemen tot deskundige ter beoordeling van vragen die zien op teelttechniek. De rechtbank zal de heer W. van Oers – verbonden aan Horti Consult International B.V. – tot deskundige benoemen. Hij heeft desgevraagd tegenover de rechtbank verklaard dat hij geen persoonlijke of zakelijke banden heeft met één van partijen en dat hij bereid is de benoeming te aanvaarden. Van bezwaren tegen de benoeming van de heer W. Van Oers tot deskundige is niet gebleken.
Inrichting van het deskundigenonderzoek
2.9.
Gelet op de expertises van de beide deskundigen dient de heer W. Van Oers de leiding te nemen bij de beantwoording van de in de beslissing vermelde vragen onder de kop ‘teelttechniek’ en dient de heer M. Looije de leiding te nemen bij de beantwoording van alle overige in de beslissing vermelde vragen. De heer W. Van Oers mag zich evenwel ook uitlaten over de overige in de beslissing vermelde vragen. Voor de heer M. Looije geldt eveneens dat hij zich mag uitlaten over de in de beslissing vermelde vragen onder de kop ‘teelttechniek’.
2.10.
De deskundigen dienen bij de beantwoording van de in de beslissing vermelde vragen zoveel mogelijk samen te werken en een gezamenlijk deskundigenbericht op te stellen.
Vragen
2.11.
De rechtbank heeft in het tussenvonnis van 6 november 2024 vier vragen aan de deskundigen voorgesteld. Partijen hebben opmerkingen gemaakt over die voorgenomen vraagstelling. Zij hebben ook ieder eigen vragen voorgesteld.
2.12.
Partijen hebben voldoende toegelicht dat met betrekking tot beide farms over verschillende deelonderwerpen verschillende vragen aan de deskundigen moeten worden voorgelegd. Naar het oordeel van de rechtbank moeten over acht deelonderwerpen vragen worden voorgelegd aan de deskundigen, te weten i) algemene vragen ii) materiaaleigenschappen iii) teelttechniek iv) pompen v) osmose-filters en UV-straling vi) chillers vii) elektro- en installatietechniek en viii) overige punten die de deskundigen van belang achten. Met inachtneming van de door partijen gedane voorstellen, zullen over die deelonderwerpen de in de beslissing vermelde vragen aan de deskundigen worden voorgelegd.
2.13.
Daarbij wordt opgemerkt dat de door Smartkas voorgestelde vragen die zien op – samengevat – compliance van de farms met EU-verordeningen, legaliteit van het gebruik van R22-gas en de (geldigheid van) certificeringen van materialen en apparatuur niet worden overgenomen, omdat de beantwoording van die vragen een juridische beoordeling vergt, hetgeen niet zal worden overgelaten aan de deskundigen. Hetzelfde geldt voor de door Parus voorgestelde vraag of het volgens de destijds in het Verenigd Koninkrijk geldende voorschriften toegestaan was om het gebruikte R22-gas van de chillers te vervangen.
Onderwerp van het deskundigenonderzoek
2.14.
Voorop staat dat beide farms niet meer in bedrijf en (grotendeels) ontmanteld zijn. De deskundigen zullen dan ook onderzoek moeten doen naar het materiaal dat nog wel voorhanden is. Zoals de rechtbank reeds in het tussenvonnis van 22 januari 2025 heeft overwogen krijgen de deskundigen de beschikking over het procesdossier (inclusief de in opdracht van Smartkas opgestelde deskundigenrapporten), de resterende apparatuur in opslag en het door Smartkas gemaakte beeldmateriaal. Tegen deze achtergrond dienen de deskundigen bij de beantwoording van de vragen steeds duidelijk te vermelden in hoeverre daarover op dit moment nog een oordeel te geven is. Voor zover de deskundigen vragen niet kunnen beantwoorden, omdat de farms niet meer bezocht kunnen worden, kunnen zij hiervan melding maken in het deskundigenbericht.
2.15.
Parus heeft aangeboden een door haar geleverde installatie bij een andere afnemer in Nederland door de deskundigen te laten onderzoeken. Smartkas heeft daartegen bezwaar gemaakt. De rechtbank zal het aan de deskundigen overlaten om te bepalen of zij het raadzaam achten de door Parus genoemde installatie te inspecteren in het kader van het hier uit te voeren deskundigenonderzoek.
Hoe nu verder?
2.16.
In het tussenvonnis van 6 november 2024 is al aangekondigd en toegelicht dat Smartkas het voorschot op de kosten van de deskundigen moet betalen.
2.17.
De rechtbank wijst erop dat partijen verplicht zijn om mee te werken aan het onderzoek door de deskundigen. De rechtbank zal deze verplichting uitwerken zoals hierna onder de beslissing omschreven. Wordt aan een van deze verplichtingen niet voldaan, dan kan de rechtbank daaraan de gevolgen verbinden die zij geraden acht, ook in het nadeel van de desbetreffende partij.
2.18.
Als een partij op verzoek van (een van de) deskundige(n) of op eigen initiatief schriftelijke opmerkingen en verzoeken aan (een van de) deskundige(n) toestuurt, moet zij daarvan direct afschrift aan de wederpartij verstrekken.
2.19.
Iedere verdere beslissing in deze zaak wordt aangehouden.

3.De beslissing

De rechtbank
3.1.
beveelt een onderzoek door deskundigen voor de beantwoording van de volgende vragen met betrekking tot beide farms:
I) Algemene vragen
  • Vertoonden de beide farms in januari 2023 functionele en/of technische gebreken en zo ja, wat voor gebreken en wat was daarvan de oorzaak?
  • Waren die gebreken zodanig dat beide farms niet konden functioneren?
  • Waren die gebreken te herstellen en zo ja, wat was de meest geëigende manier van herstel?
II) Materiaaleigenschappen
Bij de beantwoording van de navolgende vragen die zien op de gebruikte rekken en goten, dient steeds rekening te worden gehouden met de mate van luchtvochtigheid en de kans op corrosievorming.
  • Van welk materiaal zijn de rekken gemaakt?
  • Is dat materiaal geschikt voor de teelt van aardbeien zoals hier werd beoogd?
  • In hoeverre is de wijze waarop de rekken aan elkaar waren gelast en aan de vloer waren verankerd, voldoende stevig?
  • Is de wijze waarop de goten op elkaar aansloten voldoende deugdelijk?
  • Is de in het systeem verwerkte verlichting geschikt en zo ja, was die verlichting voldoende verstelbaar althans kende die verlichting voldoende bedieingsmogelijkheden voor de teelt van aardbeien?
III) Teelttechniek
Partijen twisten over de vraag of de beide farms NFT-systemen behelzen is of dat het op maat gemaakte (speciaal voor Smartkas ontwikkelde) systemen zijn.
  • Kunt u – tegen die achtergrond – uitleggen wat voor systeem is geleverd?
  • Was het systeem geschikt voor het doel, namelijk de teelt van aardbeien? Bij de beantwoording van deze vraag dient rekening te worden gehouden met:
o De hellingshoek van de rekken en de vraag of die rekken moeten aflopen of waterpas moeten zijn (in verband met de distributie van voedingsstoffen aan alle planten in het systeem).
o De CO2-fles, sensoren, capaciteit van de watertanks, positie van de apparatuur in de ruimte en het effect dat dit heeft op het klimaat in de ruimte waarin het systeem staat.
IV) Pompen
Partijen zijn het erover eens dat de geleverde pompen periodiek pompen en niet voortdurend. Bij de beantwoording van de navolgende vragen dient rekening te worden gehouden met mogelijke alg- en schimmelgroei en de distributie van voedingsstoffen in het systeem.
  • Hoeveel pompen bevatte het systeem?
  • Is die hoeveelheid pompen genoeg?
  • Is het nodig dat die pompen continu water door het systeem pompen?
V) Osmose-filters en UV-straling
- Op welke wijze functioneert het gebruikte ozon-/UV-systeem en is dat toereikend voor het beoogde doel van de teelt van aardbeien?
VI) Chillers
- Parus heeft op enig moment aangeboden om het gebruikte R22-gas te vervangen door een ander gas. Was dit een passende oplossing?
VII) Elektro- en installatietechniek
- Kunt u iets zeggen over de geschiktheid van de wijze waarop de bedrading van de geleverde apparatuur is aangesloten op de schakelkasten?
VIII) Overige punten
- Zijn er nog punten die u naar voren wilt brengen waarvan de rechter volgens u kennis dient te nemen bij de verdere beoordeling?
3.2.
benoemt tot deskundigen:
de heer M. Looije
verbonden aan: Looije Agro Technics
correspondentieadres: [adres 1]
telefoon: [telefoonnummer 1]
e-mailadres: [e-mailadres 1]
de heer W. van Oers
verbonden aan: Horti-Consult International B.V.
correspondentieadres: [adres 2]
telefoon: [telefoonnummer 2]
e-mailadres: [e-mailadres 2]
3.3.
bepaalt dat de griffier een kopie van dit vonnis aan de deskundigen zal toezenden,
het voorschot
3.4.
bepaalt met het oog op de vaststelling van het voorschot op de kosten van de deskundigen het volgende:
- de deskundigen moeten
binnen twee wekenna de datum van deze beslissing een begroting van de kosten opgeven aan de griffie van de rechtbank, gespecificeerd naar het verwachte aantal te besteden uren, het uurtarief en de eventuele overige kosten,
- de griffie zal de opgave van de deskundigen vervolgens toezenden aan partijen,
- partijen kunnen desgewenst
binnen twee wekenna dagtekening van de brief/het bericht van de griffie schriftelijk bij de rechtbank bezwaar maken tegen de begroting,
- als niet of niet tijdig bezwaar wordt gemaakt, zal de hoogte van het voorschot op de kosten van de deskundigen worden vastgesteld op het door de deskundigen begrote bedrag,
- als wel tijdig bezwaar wordt gemaakt, zal de hoogte van het voorschot door de rechtbank worden vastgesteld,
3.5.
bepaalt dat Smartkas het voorschot dient over te maken binnen twee weken na de datum van de nota met betaalinstructies van het Landelijk Dienstencentrum voor de Rechtspraak,
het onderzoek
3.6.
bepaalt dat Smartkas – na vaststelling van het voorschot – het procesdossier in afschrift aan de deskundigen moet toesturen,
3.7.
bepaalt dat de deskundigen het onderzoek zelfstandig zullen instellen op de door de deskundigen in overleg met partijen te bepalen tijd en plaats,
3.8.
wijst de deskundigen erop dat:
- de deskundigen voor aanvang van het onderzoek kennis moet nemen van de Gedragscode voor gerechtelijk deskundigen in civielrechtelijke en bestuursrechtelijke zaken én van de Leidraad deskundigen in civiele zaken (beide te raadplegen op www.rechtspraak.nl),
- de deskundigen het onderzoek pas begint na het bericht van de griffier omtrent betaling van het voorschot,
- de deskundigen het onderzoek onmiddellijk staken en contact opnemen met de griffier, als tijdens de uitvoering van de werkzaamheden het voorschot niet toereikend blijkt te zijn,
- de deskundigen bij het onderzoek de partijen in de gelegenheid moeten stellen opmerkingen te maken en verzoeken te doen, en dat de deskundigen in het schriftelijk bericht vermelden of aan dit voorschrift is voldaan, onder vermelding van de eventueel gemaakte opmerkingen en/of gedane verzoeken,
3.9.
bepaalt dat partijen nadere inlichtingen en gegevens aan de deskundigen moeten verstrekken als de deskundigen daarom vragen, de deskundigen toegang moeten verschaffen tot voor het onderzoek noodzakelijke plaatsen, en de deskundigen ook voor het overige gelegenheid moeten geven om het onderzoek te verrichten,
het schriftelijk rapport
3.10.
draagt de deskundigen op om uiterlijk drie maanden na het schriftelijk bericht van de griffier over de betaling van het voorschot een schriftelijk en ondertekend rapport in drievoud ter griffie van de rechtbank in te leveren, met een gespecificeerde declaratie,
3.11.
wijst de deskundigen erop dat:
- uit het schriftelijk rapport moet blijken op welke stukken het oordeel van de deskundigen is gebaseerd,
- de deskundigen een concept van het rapport aan partijen moeten toezenden, waarna partijen de gelegenheid krijgen om binnen vier weken daarover bij de deskundigen opmerkingen te maken en verzoeken te doen, en dat de deskundigen in het definitieve rapport de door partijen gemaakte opmerkingen en verzoeken en de reactie van de deskundige daarop moeten vermelden,
3.12.
bepaalt dat partijen bij de deskundigen geen gelegenheid hebben om op elkaars opmerkingen en verzoeken naar aanleiding van het concept-rapport te reageren,
overige bepalingen
3.13.
bepaalt dat de zaak op de parkeerrol zal komen van
1 oktober 2025,
3.14.
draagt de griffier op om de zaak op een eerdere rol te plaatsen:
- als het voorschot niet binnen de daarvoor bepaalde (eventueel verlengde) termijn is ontvangen: voor akte uitlating voortprocederen van beide partijen op een termijn van twee weken of
- na ontvangst ter griffie van het rapport: voor conclusie na deskundigenbericht van partijen op een termijn van vier weken,
3.15.
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. L. Voetelink, rechter, bijgestaan door mr. L.J.P.C. Silven, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 14 mei 2025.