ECLI:NL:RBAMS:2025:3167

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
13 mei 2025
Publicatiedatum
15 mei 2025
Zaaknummer
11503070 \ EA VERZ 25-56
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Proces-verbaal
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek tot vernietiging besluiten Vereniging van Eigenaren met betrekking tot gemeenschappelijke gedeelten

Op 13 mei 2025 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een zaak tussen verzoekers, eigenaren van een appartementsrecht, en de Vereniging van Eigenaren (VvE) van hun appartementencomplex. De verzoekers hebben een verzoekschrift ingediend om de besluiten van de VvE van 17 december 2024 te vernietigen, waarin werd besloten dat bepaalde ramen en schuifpuien tot de gemeenschappelijke gedeelten behoren. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de VvE op basis van de splitsingsakte bevoegd was om deze besluiten te nemen. De rechter oordeelde dat de PH-ramen, aluminium schuiframen en het glijprofiel van de schuifpui inderdaad gemeenschappelijke zaken zijn, en dat de besluiten van de VvE niet in strijd zijn met de wet of de splitsingsakte. De verzoekers zijn in het ongelijk gesteld en zijn veroordeeld tot betaling van de proceskosten, die zijn begroot op € 609,50. De uitspraak is gedaan in aanwezigheid van partijen, waarbij de kantonrechter de vorderingen van de verzoekers heeft afgewezen en de proceskostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad heeft verklaard.

Uitspraak

RECHTBANKAMSTERDAM
Civiel recht
Kantonrechter
Zaaknummer / rekestnummer: 11503070 \ EA VERZ 25-56
Proces-verbaal van de mondelinge uitspraak naar aanleiding van de behandeling van een verzoek van 13 mei 2025
in de zaak van

1.[verzoeker 1]

2. [verzoeker 2],
te [woonplaats] ,
verzoekende partij,
hierna te noemen: [verzoekers] ,
procederend in persoon,
tegen
VERENIGING VAN EIGENAARS VAN [naam VvE],
te [vestigingsplaats] ,
verwerende partij,
hierna te noemen: de VvE,
gemachtigde: mr. J.N. Heeringa,
De zitting wordt gehouden in het gebouw van de rechtbank in Amsterdam.
De zaak wordt behandeld door mr. J.H.J. Evers, kantonrechter, en mr. S.M.P. Mulder als griffier.
Aanwezig zijn:
- [verzoekers] ,
- [naam 1] en [naam 2] (bestuurders) en [naam 3] (technisch beheerder), namens de VvE, met de gemachtigde,
- [belanghebbende 1] , [belanghebbende 2] en [belanghebbende 3] als belanghebbenden.
Partijen hebben op de zitting hun standpunten toegelicht. Vervolgens is de mondelinge behandeling gesloten en heeft de kantonrechter op de zitting in aanwezigheid van partijen mondeling uitspraak gedaan.

1.De beoordeling

1.1.
[verzoekers] zijn eigenaar van het appartementsrecht met appartementsindex 325, rechtgevende op het uitsluitend gebruik van de woning op de begane grond en eerste verdieping, met de daarbij behorende berging gelegen op de begane grond, aan het [locatie] , zijnde de nummering nog onbekend, thans bekend als [adres] . De woning is onderdeel van een appartementencomplex met 79 appartementen. De VvE is de vereniging van eigenaars van het appartementencomplex.
1.2.
Bij besluiten van 17 december 2024 heeft de vergadering van de VvE besloten om (1) de PH-ramen en (2) de aluminium schuiframen inclusief het profiel te zien als kozijn en dat deze daarmee vallen onder de verantwoordelijkheid van de VvE. Ook is besloten dat (3) het glijprofiel van een schuifpui onder de verantwoordelijkheid van de VvE valt.
1.3.
[verzoekers] hebben op 14 januari 2025 een verzoekschrift met producties ingediend dat strekt tot vernietiging dan wel nietigverklaring alsmede schorsing van deze besluiten.
1.4.
De vraag die beantwoord moet worden is of de PH-ramen, de aluminium schuiframen en een glijprofiel van een schuifpui tot de gemeenschappelijke gedeelten en gemeenschappelijke zaken behoren. Daarbij is het de vraag of dit op een vergadering van de VvE had moeten worden besloten, maar op grond van artikel 10 van de splitsingsakte is begrijpelijk dat de VvE hiervoor heeft gekozen. Hierover is namelijk in de VVE een discussie ontstaan nadat verzoekers een andere mening waren toegedaan dan het bestuur van de VvE. In de splitsingsakte is geen modelreglement van toepassing verklaard.
1.5.
De kantonrechter stelt vast dat het gaat om bijzondere ramen in een kozijn waarbij de ramen ver uit elkaar zijn geplaatst. Dat volgt uit de foto’s en de beschrijvingen in het dossier. Op grond van de splitsingsakte worden de buitengevels – daaronder begrepen de ramen met het glas en de kozijnen met de deuren die zich in de buitgevels bevinden – tot de gemeenschappelijke gedeelten en gemeenschappelijke zaken gerekend. Daarmee is de voormelde vraag beantwoord. Dat geldt voor alle onderdelen.. Een raam, inclusief het hang- en sluitwerk, is namelijk een gezamenlijk geheel dat dient ter afsluiting van het gebouw van de buitenkant. Er zijn geen onderdelen die niet gemeenschappelijk zijn. Als er onderdelen niet gemeenschappelijk zouden zijn, had dat in de splitsingsakte moeten zijn geregeld. Er zijn echter geen uitzonderingen in de splitsingsakte opgenomen. Daarom zijn het gehele raam en het gehele kozijn gemeenschappelijk, zodat de eigenaars in beginsel verplicht zijn het onderhoud over te laten aan de VvE. Dat is de hoofdregel. Ook van die hoofdregel over het onderhoud kan in de splitsingsakte echter worden afgeweken. Die uitzondering is geregeld in artikel 18 van de splitsingsakte. Daaruit volgt dat de eigenaar de binnenzijde van de ramen en deuren, waaronder ook het hang- en sluitwerk, zelf moet onderhouden en dus ook betalen. Dat maakt niet dat die onderdelen niet gemeenschappelijk zijn, maar enkel dat die gemeenschappelijke onderdelen door de appartementseigenaars zelf moeten worden onderhouden.
1.6.
De besluiten zijn dus niet in strijd, maar in overeenstemming met de splitsingsakte. Van strijd met de wet is ook niet gebleken, zodat geen sprake is van nietige besluiten. De besluiten zijn ook niet vernietigbaar, omdat de besluiten niet onredelijk zijn. De kantonrechter is het belang van [verzoekers] niet duidelijk geworden. Er zullen immers sowieso kosten gemaakt moeten worden voor het onderhoud. Ook is niet relevant dat sommige eigenaars de betreffende ramen wel hebben en anderen niet. Voor de eigenaars die normale ramen hebben, moet ook het onderhoud van het binnenwerk van die ramen, en het hang- en sluitwerk door die eigenaars zelf worden gedragen. De besluiten blijven dus in stand.
1.7.
Omdat reeds bij deze beschikking een eindbeslissing wordt gegeven, behoeft niet meer te worden beslist op het schorsingsverzoek.
1.8.
[verzoekers] zijn in het ongelijk gesteld en moeten daarom de proceskosten (inclusief nakosten) betalen. De proceskosten van de VvE worden begroot op:
- salaris gemachtigde
542,00
(2 punten × € 271,00)
- nakosten
67,50
(plus de kosten van betekening zoals vermeld in de beslissing)
Totaal
609,50

2.De beslissing

De kantonrechter
2.1.
wijst de vorderingen van [verzoekers] af,
2.2.
veroordeelt [verzoekers] in de proceskosten van € 609,50, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe, te vermeerderen met de kosten van betekening als [verzoekers] niet tijdig aan de veroordelingen voldoen en het vonnis daarna wordt betekend,
2.3.
verklaart dit vonnis wat betreft de proceskostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit proces-verbaal is opgemaakt en ondertekend door de kantonrechter.
33806