ECLI:NL:RBAMS:2025:3268

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
15 mei 2025
Publicatiedatum
20 mei 2025
Zaaknummer
11306403 CV EXPL 24-11786
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Op tegenspraak
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling van een jaarnota en herijking van meterstanden in energiecontract

In deze zaak vorderde Budget Thuis B.V. betaling van een jaarnota van € 3.867,70 van gedaagde, een consument. De vordering werd afgewezen omdat gedaagde recht had op herijking van de meter op basis van artikel 10.1 van de algemene voorwaarden, en Budget Thuis had nagelaten om deze herijking te laten uitvoeren. De procedure begon met een dagvaarding op 5 september 2024, gevolgd door verschillende processtukken en een mondelinge behandeling op 26 februari 2025. De kantonrechter oordeelde dat Budget Thuis aan haar informatieverplichtingen had voldaan, maar dat de jaarnota niet kon worden vastgesteld zonder de herijking van de meter. Hierdoor werden de vorderingen van Budget Thuis in zowel conventie als reconventie afgewezen, en werd Budget Thuis veroordeeld in de proceskosten. Het vonnis werd uitgesproken op 15 mei 2025 door kantonrechter J.H.J. Evers.

Uitspraak

RECHTBANKAMSTERDAM
Civiel recht
Kantonrechter
Zaaknummer: 11306403 \ CV EXPL 24-11786
fno. 64443
Vonnis van 15 mei 2025
in de zaak van
BUDGET THUIS B.V.,
gevestigd te Amsterdam,
eisende partij in conventie,
verwerende partij in reconventie,
hierna te noemen: Budget Thuis,
gemachtigde: Syncasso Gerechtsdeurwaarders B.V.,
tegen
[gedaagde],
wonende te [woonplaats] ,
gedaagde partij in conventie,
eiseres in reconventie,
hierna te noemen: [gedaagde] ,
procederend in persoon.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding van 5 september 2024, met producties,
  • de conclusie van antwoord, tevens houdende eis in reconventie, van 14 november 2024, met producties,
  • het instructievonnis van 28 november 2024,
  • de aanvullende producties van Budget Thuis, ontvangen op 10 januari 2025,
  • de conclusie van antwoord in reconventie, ontvangen op 24 februari 2025,
  • de mondelinge behandeling van 26 februari 2025, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt,
  • het proces-verbaal van de mondelinge tussenuitspraak in reconventie van 26 februari 2025,
  • de akte van Budget Thuis, ontvangen op 17 april 2025.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
Tussen partijen heeft een overeenkomst bestaan voor de levering van energie. Deze energieleveringsovereenkomst is op 14 mei 2020 aangegaan voor de overeengekomen duur van drie jaar, ingaande op 18 juni 2020.
2.2.
Op de overeenkomst zijn de ‘Algemene Voorwaarden van Budget Energie voor Levering van Elektriciteit en Gas aan Kleinverbruikers 2017’ van toepassing (hierna: de algemene voorwaarden). In artikel 10.1 is bepaald:
“10.1 Twijfelen wij of u eraan of de elektriciteitsmeter en/of de gasmeter goed werken of de meting juist is? Dan mogen wij of u de netbeheerder vragen de elektriciteitsmeter en/of de gasmeter te laten onderzoeken. Wij informeren u dan over het onderzoek, de kosten van het onderzoek en over de nieuwe meter, als die nodig is. Hiervoor geldt:
-
Willen wij de meter laten onderzoeken? Dan moeten wij vooraf de kosten van het onderzoek betalen.
-
Wilt u de meter laten onderzoeken? Dan moet u vooraf de kosten van het onderzoek aan de netbeheerder betalen. Werkt de meter niet goed? Dan krijgt u het geld weer terug.”
2.3.
Op 26 juli 2021 heeft Budget Thuis aan [gedaagde] een jaarnota gestuurd, die ziet op de periode van juli 2020 tot en met juni 2021, voor een bedrag van in totaal € 3.867,70 (hierna: de jaarnota).

3.Het geschil in conventie en reconventie

3.1.
Budget Thuis vordert in conventie bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad veroordeling van [gedaagde] tot betaling van € 3.867,70 aan hoofdsom, € 483,76 aan vervallen wettelijke rente en € 511,77 aan buitengerechtelijke (incasso)kosten, vermeerderd met de wettelijke rente over de hoofdsom en de kosten van de procedure.
3.2.
Budget Thuis legt aan haar vordering ten grondslag dat [gedaagde] de jaarnota d.d. 26 juli 2021 onbetaald heeft gelaten.
3.3.
[gedaagde] voert verweer en concludeert tot afwijzing van de vordering, met veroordeling van Budget Thuis in de proceskosten.
3.4.
In reconventie vordert [gedaagde] - samengevat – dat de meterstanden zoals opgenomen in de jaarnota worden herijkt en dat de jaarnota wordt herberekend, met veroordeling van Budget Thuis in de proceskosten.
3.5.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover nodig, nader ingegaan.

4.De beoordeling

Budget Thuis heeft voldaan aan haar informatieverplichtingen
4.1.
Budget Thuis heeft gesteld dat de overeenkomst tussen partijen is aangegaan in een
vestiging van Mediamarkt, zodat sprake is van een overeenkomst die is aangegaan buiten de
verkoopruimte. Budget Thuis moet daarbij voldoen aan de informatieverplichtingen als
genoemd in artikelen 6:230m en 6:230t BW.
4.2.
Het doel van artikel 6:230m lid 1 BW is om de consument de mogelijkheid te geven
een weloverwogen besluit te nemen over zijn aankoop. Een verwijzing achteraf naar waar de informatie als bedoeld in artikel 6:230m lid 1 BW op de website dan wel in de algemene voorwaarden kan worden gevonden is, gelet op voornoemd doel, in beginsel niet voldoende. Volgens Budget Thuis heeft [gedaagde] met een medewerker van Budget Thuis in de Mediamarkt stap voor stap een digitaal bestelproces doorlopen. Het digitale bestelproces is weergegeven op door Budget Thuis overgelegde schermafbeeldingen. Met toestemming van [gedaagde] zijn de aanmeldgegevens en de informatie van artikel 6:230m lid 1 BW naar het door haar opgegeven e-mailadres verzonden.
4.3.
Budget Thuis heeft een e-mail van 14 mei 2020, gericht aan [gedaagde] ,
overgelegd. Aan de e-mail zijn bijgevoegd de leveringsovereenkomst, de voorwaarden van de leveringsovereenkomst, de verklaring van ontvangst cadeaukaart, een tarievenblad, de ‘informatie overstappen’, een herroepingsformulier en de voorwaarden van de Mediamarkt-actie. Voor de algemene voorwaarden wordt in de e-mail verwezen naar een link, zoals dat ook al in het aanmeldproces was gebeurd.
4.4.
Gezien de overgelegde schermafbeeldingen en de door Budget Thuis gegeven
toelichting wordt vastgesteld dat is voldaan aan de essentiële precontractuele informatieverplichtingen (daaronder wordt begrepen de informatieverplichtingen genoemd in artikel 6:230m lid 1 onder a, b, e, h, o en p BW). Aan de overige verplichtingen uit dit artikel en de verplichtingen die voortvloeien uit artikel 6:230t lid 1 en 2 BW heeft Budget Thuis met het verzenden van de e-mail van 14 mei 2020 eveneens voldaan, waarbij ervan uit wordt gegaan dat [gedaagde] door het opgeven van het betreffende e-mailadres ten tijde van de aanmelding, heeft ingestemd met het verstrekken van de overeenkomst en de betreffende informatie per e-mail in plaats van op papier.
De vordering van Budget Thuis wordt afgewezen
4.5.
Vanwege de nauwe samenhang tussen de vorderingen in conventie en reconventie, zullen deze vorderingen gezamenlijk worden behandeld.
4.6.
[gedaagde] stelt dat de jaarnota niet klopt. Volgens haar is het weergegeven verbruik en verschuldigde bedrag aanzienlijk hoger dan de jaren ervoor en erna. Dit heeft zij destijds na ontvangst van de jaarnota aangegeven bij Budget Thuis, en ook heeft zij daarbij herhaaldelijk verzocht om herberekening en toelichting van het jaarverbruik. Ter onderbouwing van haar stellingen heeft [gedaagde] e-mails aan Budget Thuis overgelegd van 7 augustus 2021, 3 september 2021 en 7 september 2021.
4.7.
Op grond van artikel 10.1 van de tussen partijen geldende algemene voorwaarden had [gedaagde] recht op een herijking van de meter. Budget Thuis heeft nagelaten om opdracht te geven tot herijking van de meter. Daarom is Budget Thuis bij tussenvonnis van 26 februari 2025 in de gelegenheid gesteld te onderzoeken of een herijking nog mogelijk is.
4.8.
Bij akte van 17 april 2025 heeft Budget Thuis kenbaar gemaakt dat een herijking van de meter niet meer mogelijk is. Dit heeft tot gevolg dat niet meer kan worden vastgesteld of de jaarnota klopt. De vorderingen in conventie worden daarom afgewezen. Bij die stand van zaken wordt aan beoordeling van de reconventionele vordering niet meer toegekomen.
Proceskosten
4.9.
Budget Thuis zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten in conventie en in reconventie worden veroordeeld. In dat kader heeft [gedaagde] gevorderd dat Budget Thuis haar gederfde inkomsten moet betalen over de periode sinds het ontstaan van het geschil. De verletkosten van [gedaagde] worden ingevolge artikel 238 Rv begroot op € 50,00.

5.De beslissing

De kantonrechter
in conventie en in reconventie
5.1.
wijst de vorderingen van Budget Thuis af,
5.2.
veroordeelt Budget Thuis in de proceskosten, tot aan deze uitspraak aan de zijde van [gedaagde] vastgesteld op € 50,00 aan verletkosten,
5.3.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
5.4.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.H.J. Evers, kantonrechter, en in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier, mr. L.W. Oosthoek, op 15 mei 2025.