Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
[eiser 3],
1.De procedure
2.De feiten
(west-)Europa vanwege de steeds strenger wordende milieueisen niet meer te certificeren zijn, maar in landen met minder strenge eisen nog een grote economische waarde vertegenwoordigen (veelal landen in Afrika en het Midden-Oosten).
“Aan de hand van eigen onderzoek door ING en de door u gegeven antwoorden (…), is er volgens ING sprake van onacceptabele risico's in de zin van de Wwft, waardoor zij verplicht is de bankrelatie te beëindigen.”,waarna 12 punten met ‘verdachte’ transacties en omstandigheden worden benoemd en toegelicht.
3.Het geschil
4.De beoordeling
Spoedeisend belang
(1) Op grond van artikel 35 ABV heeft een bank een contractuele bevoegdheid de relatie met een klant te beëindigen. De opzeggingsbevoegdheid van een bank en haar contractuele vrijheid zijn echter niet onbegrensd.
(2) De omstandigheden van het geval kunnen meebrengen dat het naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is dat een bank van haar contractuele opzeggingsbevoegdheid gebruik maakt (zie artikel 6:248 lid 2 BW en HR 10 oktober 2014, ECLl:NL:HR:2014:2929).
(3) Een opzegging moet worden beoordeeld tegen de achtergrond van de bancaire zorgplicht (artikel 2 ABV), waarbij het belang om deel te nemen aan het betalingsverkeer voor de rekeninghouders wordt meegewogen. Daarbij moet mede worden betrokken dat het voor (rechts)personen van groot belang is dat zij toegang hebben tot het bancaire systeem. In het arrest van de Hoge Raad van 5 november 2021 (ECLI:NL:HR:2021:1652) is geoordeeld dat in beginsel op banken op grond van hun maatschappelijke positie ook ten aanzien van niet-consumenten, de verplichting kan rusten een betaalrekening aan te bieden. Daarbij weegt zwaar mee dat het zonder betaalrekening vrijwel onmogelijk is om deel te nemen aan het maatschappelijk verkeer en om een bedrijf te exploiteren.
(4) Banken hebben op grond van de Wwft een verantwoordelijkheid bij het signaleren van financieel-economische criminaliteit en andere integriteitsrisico’s. Zij moeten zoveel mogelijk voorkomen dat het financiële systeem voor oneigenlijke doelen wordt gebruikt (of: misbruikt). Daartoe moeten zij onderzoek doen naar hun cliënten en de verzamelde informatie up-to-date houden. Als een bank niet aan haar onderzoeksplicht kan voldoen, moet zij de relatie met de klant beëindigen (artikel 5 lid 3 Wwft). De bank kan dan immers het risico van misbruik van de door haar aangeboden producten en diensten niet overzien
mogelijk illegale financiering van de terroristische organisatie [naam organisatie] te Libanon”zou voortvloeien. Dit staat niet in de opzeggingsbrief maar wel in de door ING op 15 april 2025 ingediende ‘akte weergave feiten’ als een van de vier aanleidingen voor het klantonderzoek. In die akte staat daarover verder:
“ [eiser 1] viel in dat verband op vanwege de frequente financiële transacties (met o.a.(rechts-)personen) in Libanon in combinatie met intensieve activiteiten in de tweedehands autohandel, veelal met partijen in het Midden-Oosten (m.n. in HRC [2] Libanon) en West-Afrika. Dit duidt op een beproefde methode van illegale fondsenwerving voor de Libanese terreurorganisatie [naam organisatie] .”
bills of ladingmaken voor ING niet duidelijk waarom deze betaling niet is verricht door de gefactureerde partij (de Limited in Nigeria) en wat de connectie is met de betalende (een UK Limited) partij. ING stelt dat eisers geen uitleg hebben gegeven en geen (schriftelijke) communicatie hebben
“Ook het niet meer accepteren van een veelvoud aan kleine transacties van verschillende particulieren zoals gebeurde onder CAP TOUR is onderdeel van het al eerder genoemde verbeterplan. Het maken van (betaal)afspraken met het netwerk van vaste handelspartners gebeurt daadwerkelijk voornamelijk telefonisch en in persoon. Cliënten zijn voornemens de daarbij gemaakte afspraken schriftelijk vast te leggen (voor de eigen administratie).”
(west-)Europa en elders. Naar aanleiding van uw onderzoek is cliënt evenwel in gaan zien dat er, wat betreft het voeren van een volledige en inzichtelijke administratie, sprake was van tekortkomingen. Zaken zoals wijzigingen in de orders en onderlinge verrekeningen voert hij niet altijd (volledig) door op papier. Cliënt is wat dit betreft bezig met een verbeterplan, dat reeds in de praktijk wordt uitgevoerd. Een onderdeel hiervan is het niet meer accepteren van transacties van particulieren, waarbij de koopsom (vaak in delen) door familieleden in Europa wordt overgemaakt. Betalingen die voor cliënt niet te achterhalen zijn accepteerde hij al niet, en deze worden na ontvangst teruggestort. (Zie ook de eerder ontvangen
178,00