Op 21 mei 2025 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een zaak betreffende de overlevering van een opgeëiste persoon op basis van een Europees aanhoudingsbevel (EAB) dat was uitgevaardigd door de Rechtbank Kladno in Tsjechië. De officier van justitie diende op 6 maart 2025 een vordering in tot behandeling van het EAB, dat was uitgevaardigd op 22 mei 2023. De opgeëiste persoon, geboren in 1986, werd bijgestaan door zijn raadsman, mr. M.L. van Gessel, en een tolk. Tijdens de zitting op 7 mei 2025 heeft de rechtbank de termijn voor uitspraak verlengd en de gevangenhouding bevolen, met schorsing tot aan de uitspraak.
De rechtbank heeft vastgesteld dat het EAB voldoet aan de eisen van de Overleveringswet (OLW) en dat er geen weigeringsgronden van toepassing zijn. De opgeëiste persoon heeft verklaard dat zijn persoonsgegevens correct zijn en dat hij de Tsjechische nationaliteit heeft. Het EAB vermeldt dat de opgeëiste persoon na overlevering onverwijld op de hoogte zal worden gesteld van zijn recht op verzet of hoger beroep. De rechtbank concludeert dat de overlevering kan worden toegestaan, omdat aan de voorwaarden van artikel 12, sub d, OLW is voldaan. De feiten waarvoor de overlevering wordt verzocht, zijn strafbaar volgens de Nederlandse wetgeving, met name op grond van de Opiumwet.
De rechtbank heeft uiteindelijk besloten de overlevering toe te staan, omdat er geen belemmeringen zijn die zich daartegen verzetten. De uitspraak is openbaar gedaan en er staat geen gewoon rechtsmiddel open tegen deze beslissing, conform artikel 29, tweede lid, OLW.