Op 21 mei 2025 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een zaak betreffende de overlevering van een opgeëiste persoon op basis van een Europees aanhoudingsbevel (EAB) dat door Spanje is uitgevaardigd. De opgeëiste persoon, geboren in 1987 te Amsterdam, is verdacht van illegale handel in verdovende middelen, specifiek het bezit van vijftien kilogram hashish. De rechtbank heeft de behandeling van het EAB op 7 mei 2025 gehouden, waarbij de officier van justitie, mr. A.L. Wagenaar, aanwezig was en de opgeëiste persoon werd bijgestaan door zijn raadsman, mr. L.J. Woltring.
De rechtbank heeft vastgesteld dat het EAB voldoet aan de eisen van de Overleveringswet (OLW) en dat er geen weigeringsgronden zijn voor de overlevering. De verdediging stelde dat het EAB niet genoegzaam was, maar de rechtbank oordeelde dat de gegevens in het EAB voldoende duidelijkheid boden over de strafbare feiten en de betrokkenheid van de opgeëiste persoon. De rechtbank heeft ook de garantie van terugkeer naar Nederland bevestigd, wat betekent dat de opgeëiste persoon na een eventuele veroordeling in Spanje zijn straf in Nederland kan ondergaan.
Uiteindelijk heeft de rechtbank de overlevering toegestaan, waarbij de relevante artikelen van de OLW zijn toegepast. De uitspraak is gedaan door mr. J.G. Vegter als voorzitter, samen met mrs. C. Klomp en D. Segbedzi, en is openbaar uitgesproken. Tegen deze uitspraak staat geen gewoon rechtsmiddel open, conform artikel 29, tweede lid, OLW.