In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Amsterdam op 16 mei 2025 uitspraak gedaan in een geschil tussen [eiser] en [gedaagde] over de koop van een aquarium. De partijen sloten op 2 mei 2022 een overeenkomst waarbij [eiser] een groot aquarium met toebehoren kocht van [gedaagde] voor € 1.900,00. Na een aanbetaling van € 500,00 heeft [eiser] het aquarium echter niet volledig opgehaald, wat leidde tot een situatie van schuldeisersverzuim. [gedaagde] heeft herhaaldelijk geprobeerd [eiser] te bereiken om de resterende spullen op te halen, maar [eiser] heeft zijn afspraken niet nagekomen. Uiteindelijk heeft [gedaagde] de aquariumbak buiten gezet, waar deze beschadigd raakte. [eiser] vorderde schadevergoeding en ontbinding van de overeenkomst, maar de kantonrechter oordeelde dat de tekortkoming niet toerekenbaar was aan [gedaagde] en dat [eiser] in schuldeisersverzuim was geraakt. De vorderingen van [eiser] werden afgewezen, en [gedaagde] werd bevrijd van zijn leveringsverplichting. [eiser] werd veroordeeld tot betaling van de proceskosten.