ECLI:NL:RBAMS:2025:3381
Rechtbank Amsterdam
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening in smallclaimprocedure tegen Meta Platforms Ireland Limited betreffende gebruik van persoonsgegevens voor AI-modellen
In deze zaak heeft verzoeker, wonende te [woonplaats], op 30 april 2025 een voorlopige voorziening verzocht op basis van artikel 223 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv). Het verzoek betreft een verbod aan Meta Platforms Ireland Limited, gevestigd te Dublin, Ierland, om de persoonsgegevens van verzoeker te combineren tussen Facebook en Instagram, en deze te gebruiken voor andere diensten zoals Meta Ads en Meta AI. Verzoeker stelt dat Meta zonder toestemming zijn gegevens wil combineren en dat hij niet in staat is om gebruik te maken van de opt-out mogelijkheid die Meta biedt. De spoedeisendheid van het verzoek is onderbouwd door de aankondiging van Meta dat de gegevens per 27 mei 2025 zullen worden gecombineerd, wat verzoeker als onomkeerbaar beschouwt.
Meta heeft verweer gevoerd en betoogd dat het verzoek van verzoeker niet ontvankelijk is in de small claim procedure. De kantonrechter heeft echter geoordeeld dat er voldoende samenhang is met de hoofdzaak en dat het verzoek om een voorlopige voorziening niet in strijd is met de aard van de procedure. De rechter heeft vastgesteld dat verzoeker een spoedeisend belang heeft en dat Meta niet voldoende heeft gereageerd op het verzoek. De kantonrechter heeft het verzoek van verzoeker toegewezen en Meta verboden om de persoonsgegevens van verzoeker te combineren of te gebruiken voor andere diensten, met een dwangsom van € 100.000 voor iedere overtreding van dit verbod. Tevens is Meta veroordeeld in de proceskosten van verzoeker.