Op 21 mei 2025 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van het medeplegen van diefstal van twee vrachtwagentrailers met zink. De diefstal vond plaats op 25 november 2023 in Amsterdam. De rechtbank heeft het vonnis bij verstek gewezen na een terechtzitting op 7 mei 2025. De officier van justitie, mr. M. Modder, heeft gevorderd dat het feit bewezen kan worden. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan de tenlastegelegde feiten, waarbij het bewijs is geleverd door de in het vonnis opgenomen bewijsmiddelen. De rechtbank oordeelde dat de verdachte strafbaar is en dat er geen rechtvaardigingsgronden zijn die zijn strafbaarheid uitsluiten. De rechtbank heeft de ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn gepleegd en de persoon van de verdachte in overweging genomen bij het bepalen van de straf. De rechtbank heeft uiteindelijk een gevangenisstraf van zes maanden opgelegd, met aftrek van voorarrest, en heeft de benadeelde partij niet-ontvankelijk verklaard in haar vordering omdat deze niet was onderbouwd. De op te leggen straf is gegrond op artikel 311 van het Wetboek van Strafrecht.