ECLI:NL:RBAMS:2025:3527

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
13 mei 2025
Publicatiedatum
28 mei 2025
Zaaknummer
13-110962-25
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek om aanvullende toestemming voor tenuitvoerlegging van straf na overlevering aan Duitsland

Op 13 mei 2025 heeft de Rechtbank Amsterdam, Internationale Rechtsulpkamer, een beschikking gegeven op een verzoek om aanvullende toestemming voor de tenuitvoerlegging van een straf. Dit verzoek was ingediend door de officier van justitie op 15 april 2025 en betreft een persoon die eerder is overgeleverd aan Duitsland. De overlevering vond plaats voor feiten die vóór het tijdstip van de overlevering zijn begaan, maar waarvoor de betrokkene niet is overgeleverd. Het verzoek is ingediend door de Arrondissementsrechtbank Aken op 6 februari 2025. De rechtbank heeft vastgesteld dat het verzoek voldoet aan de eisen van artikel 8, eerste lid, van Kaderbesluit 2002/584/JBZ en dat de voorhanden zijnde stukken toereikend zijn om een beslissing te nemen, met volledige eerbiediging van de rechten van de verdediging van de overgeleverde persoon. De rechtbank heeft daarom besloten het verzoek toe te wijzen en verleent toestemming voor de tenuitvoerlegging van de straf voor de feiten zoals vermeld in het verzoek. Deze beslissing is genomen door de voorzitter en twee andere rechters, in tegenwoordigheid van griffiers.

Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM

INTERNATIONALE RECHTSHULPKAMER

Parketnummer: 13-110962-25
Datum beslissing: 13 mei 2025
BESLISSING
op de vordering ex artikel 14, derde lid, Overleveringswet (hierna: OLW), ingediend door de officier van justitie bij deze rechtbank op 15 april 2025, strekkende tot het in behandeling nemen van een verzoek om toestemming te verlenen voor de tenuitvoerlegging van een straf die is opgelegd voor feiten die vóór het tijdstip van de overlevering zijn begaan en waarvoor de betrokkene niet is overgeleverd, als bedoeld in artikel 14, eerste lid, aanhef en onder g, OLW. Dit verzoek is ingediend door de Arrondissementsrechtbank Aken, Duitsland, op 6 februari 2025 en betreft:
[overgeleverde persoon] ,
geboren in [geboorteplaats] (Duitsland) op [geboortedag] 1981,
zonder vaste woon- of verblijfplaats in Nederland,
gedetineerd in [land] ,
hierna te noemen: de overgeleverde persoon.

1.Beoordeling

Het verzoek bevat de gegevens als bedoeld in artikel 8, eerste lid, van Kaderbesluit 2002/584/JBZ. De voorhanden zijnde stukken zijn toereikend om - met volledige eerbiediging van de rechten van verdediging van de overgeleverde persoon - een beslissing te nemen.
Het verzoek betreft feiten ten aanzien waarvan krachtens de OLW overlevering had kunnen worden toegestaan.
De rechtbank zal daarom het verzoek toewijzen.

2.Beslissing

De rechtbank:
verleent op grond van artikel 14, eerste lid, aanhef en onder g, en derde lid, OLW toestemming voor de tenuitvoerlegging van de straf van
[overgeleverde persoon]voor de feiten zoals vermeld in het verzoek.
Deze beslissing is genomen op 13 mei 2025 door
mr. A.K. Glerum, voorzitter,
mrs. H.H.J. Zevenhuijzen en E. Biçer, rechters,
in tegenwoordigheid van mrs. F.K. Verbruggen en A.T.P. van Munster, griffiers,