3.3.Oordeel van de rechtbank
Feiten en omstandigheden
De rechtbank gaat op grond van de wettige bewijsmiddelen van de volgende feiten en omstandigheden uit.
Op 28 januari 2016 wordt de aangifte omzetbelasting op naam van verdachte via internet ingediend bij de Belastingdienst.In deze aangifte is een bedrag van € 31.542,- aan voorbelasting in mindering gebracht.
Naar aanleiding van deze aangifte omzetbelasting is door de Belastingdienst, in de persoon van de heer [persoon 1] als controlerend ambtenaar, een boekenonderzoek opgestart.Tijdens dit boekenonderzoek stuurt [persoon 2] op 26 juni 2017 de facturen uit de administratie van [verdachte] over 2015 aan de heer [persoon 1] .[persoon 2] heeft verklaard dat zij deze facturen in opdracht van [medeverdachte] heeft verstuurd.
In het dossier zijn een drietal (deel)facturen (met factuurnummers [nummer] ) gevoegd van [bedijf] aan verdachte die volgens de omschrijving zien op een Nokia core network. De totaalprijs bedraagt € 150.000,- exclusief btw en op de facturen is een totaalbedrag aan btw vermeld van € 31.500,-. De facturen moeten voldaan zijn na de eerste succesvolle live-test en niet later dan 18 maanden na levering.
In het controledossier van verdachte bevond zich een koopovereenkomst voor de verkoop van netwerkapparatuur door [bedijf] aan verdachte. De overeenkomst is gedateerd op 11 november 2015. De overeenkomst is ondertekend door [persoon 3] als verkoper en [persoon 4] als vertegenwoordiger van verdachte als koper. In de aanhef van de overeenkomst wordt vermeld dat:
- koper gebruikte netwerkapparatuur wenst te kopen zoals uiteengezet in de presentatie van 20 augustus 2015; en
- verkoper de netwerkapparatuur zelf niet kent en dat hij gelet op de herkomst, ouderdom en onbekendheid met de apparatuur geen garantie kan geven.
De partijen zijn overeengekomen dat:
- gebruikte netwerkapparatuur (ver)kocht wordt waarmee een koper een mobiel netwerk kan exploiteren en waarvan de specificaties zijn beschreven in de presentatie van 2 augustus 2015;
- de koopprijs € 150.000,- exclusief btw bedraagt; en
- koper de koopprijs pas is verschuldigd nadat de netwerkapparatuur succesvol is geïnstalleerd en getest. Tenzij de netwerkapparatuur duidelijke defecten vertoont is verkoper verplicht uiterlijk 18 maanden na ontvangst van de netwerkapparatuur de koopprijs te betalen.
Bij [bedijf] zijn door de Belastingdienst facturen waarop door [bedijf] betaalde voorbelasting staat vermeld, opgevraagd. In reactie hierop is namens [bedijf] één factuur opgestuurd waarbij is gemeld dat er maar één factuur is.De bijgevoegde factuur betreft een factuur van [bedrijf 1] aan [bedijf] van 1 december 2015, met betrekking tot de verkoop van een Nokia core network.
De overgelegde factuur is getoond aan de toenmalig financieel controller van [bedrijf 1] . Zij heeft verklaard dat deze factuur niet in de administratie van [bedrijf 1] voorkomt en dat deze factuur volgens haar vals is. Zij merkt op dat het factuurnummer en de omschrijving niet klopt, dat [bedrijf 1] geen netwerk aan [bedijf] heeft verkocht en dat zij het betreffende Nokia core network pas veel later heeft verkocht, aan [bedrijf 2] UK .
[persoon 3] was toentertijd de eigenaar van eenmanszaak [bedijf] .Op 1 december 2015, de datum van genoemde verschillende facturen, stond [persoon 3] niet meer geregistreerd als ondernemer voor de omzetbelasting.Hij heeft verklaard dat hij de factuur van [bedrijf 1] niet kent en dat hij geen Nokia core netwerk bij dit bedrijf heeft gekocht.
De bankrekening van [bedijf] is onderzocht over de periode 1 oktober 2013 tot en met 11 juli 2017. Gezien is daarbij dat in totaal € 180.500 wordt ontvangen van verdachte en dat deze betalingen betrekking hebben op facturen [nummer] .De betalingen hebben plaatsgevonden in de periode van 13 maart 2017 tot en met 20 juni 2017. Per factuurnummer is steeds sprake van meer dan tien deelbetalingen van meestal € 5.000,-.De controlerend ambtenaar heeft geen betalingen aan [bedrijf 1] gezien.
[medeverdachte] heeft verklaard dat zijn (zelfgekozen) roepnaam ‘ [medeverdachte] ’ is.Met betrekking tot verdachte heeft hij verklaard dat hij eigenlijk alles deed.Hij diende de belastingaangiften, zoals de aangiften omzetbelasting, in.Hij heeft daarbij de naam van zijn (toenmalige) vrouw, [persoon 4] , als contactpersoon vermeld, omdat zij de bestuurder was van verdachte. In het bedrag van € 31.542,- aan voorbelasting dat in de aangifte over het vierde kwartaal van 2015 is opgenomen, is de verschuldigde omzetbelasting van de facturen van [bedijf] aan verdachte begrepen.[medeverdachte] heeft verklaard dat hij de overeenkomst tussen [bedijf] en verdachte heeft opgesteld.
[medeverdachte] heeft tijdens een verhoor op 22 juni 2020 verklaard dat het Nokia core network in de kelder van het kantoor van verdachte stond. Vervolgens zijn verbalisanten gaan kijken en hebben zij geconstateerd dat zij de door [medeverdachte] omschreven apparatuur niet hebben aangetroffen.
Overwegingen
De rechtbank acht bewezen dat verdachte de tenlastegelegde feiten heeft begaan. Daarvoor is van belang dat de rechtbank het volgende afleidt uit de hiervoor weergegeven feiten en omstandigheden.
Verdachte zou van [bedijf] een Nokia core network hebben gekocht. De btw die haar daarbij in rekening is gebracht, is als voorbelasting in mindering gebracht en de facturen waaruit die aankoop zou blijken, zijn aan de Belastingdienst ter beschikking gesteld. De rechtbank concludeert echter, op basis van de hierboven genoemde feiten uit het dossier en de behandeling ter zitting, dat de gestelde levering niet heeft plaatsgevonden en dat de ter beschikking gestelde facturen vals zijn.
De door [medeverdachte] opgestelde koopovereenkomst bevat verschillende opmerkelijke aspecten. Er is sprake van een zeer lange betalingstermijn van 18 maanden, waarbij de betalingsverplichting afhankelijk is van testresultaten. De overeenkomst is allesbehalve concreet in de omschrijving en de individualiseerbaarheid van het goed dat zou zijn geleverd. Dat de facturen in een (groot aantal) termijnen zou worden betaald is niet in de overeenkomst vastgelegd. Dit maakt al met al dat sprake is van zeer ongunstige verkoopvoorwaarden voor [bedijf] , met grote risico’s dat uiteindelijk niet betaald zou worden. Terwijl het volgens de verklaring van [medeverdachte] ter zitting juist voor verdachte een buitenkansje was om het Nokia core network voor dit relatief zeer lage bedrag te kunnen kopen.
Verdachte heeft in het voorjaar van 2017 de facturen uiteindelijk betaald, terwijl volgens de verklaring van [medeverdachte] ter zitting op dat moment nog niet getest was. [medeverdachte] heeft naar het oordeel van de rechtbank geen geloofwaardige verklaring kunnen geven voor de vragen die deze opmerkelijke gang van zaken opriep.
Dat er door [bedijf] geen Nokia core network is geleverd, vindt steun in de omstandigheid dat [persoon 3] ontkent het Nokia core network ingekocht te hebben bij [bedrijf 1] en dat inkoop niet terug te zien is op de bankrekening van [bedijf] . Ook vanuit [bedrijf 1] wordt verklaard dat het Nokia core network niet aan [bedijf] is verkocht en/of geleverd.
Dat de FIOD geen apparatuur heeft aangetroffen die voldeed aan de door verdachte gegeven omschrijving van het Nokia core network, ondersteunt eveneens de stelling dat er niet is geleverd. De omstandigheid dat door de verdediging foto’s uit april 2025 zijn overgelegd waaruit zou moeten blijken dat verdachte (nog steeds) over het Nokia core network beschikt maakt dit niet anders. De rechtbank heeft op basis van deze foto’s geen mogelijkheid om vast te stellen dat het voorwerp op de foto’s het voorwerp is dat volgens de koopovereenkomst en facturen voor in totaal € 150.000,- exclusief btw zou zijn (ver)kocht.
Gelet hierop concludeert de rechtbank dat het Nokia core network niet aan verdachte is geleverd, de door verdachte ter beschikking gestelde facturen vals zijn en de door verdachte ingediende aangifte onjuist is. Naar het oordeel van de rechtbank kunnen de gedragingen in redelijkheid aan verdachte worden toegerekend, zodat bewezen is dat verdachte deze strafbare feiten heeft gepleegd. De rechtbank acht daarbij niet bewezen dat verdachte deze feiten als medepleger heeft begaan.