Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.Het onderzoek ter terechtzitting
2.Tenlastelegging
3.Waardering van het bewijs
inkoopfacturen die aan de Belastingdienst ter beschikking zijn gesteld vals zijn en de op die facturen vermelde omzetbelasting ten onrechte als voorbelasting is opgevoerd in de aangiften omzetbelasting. In zoverre is dus ook niet van belang of verdachte goederen heeft
verkochtof niet.
4.Bewezenverklaring
5.De strafbaarheid van de feiten
6.De strafbaarheid van verdachte
7.Motivering van de straf
8.Toepasselijke wettelijke voorschriften
9.Beslissing
[verdachte - bedrijf] B.V., daarvoor strafbaar.
€ 5.000,-(vijfduizend euro).