6.2Detentieomstandigheden
Voor het onderzoek naar de detentieomstandigheden van de opgeëiste persoon na eventuele overlevering aan Polen is van belang dat zijn overlevering in deze zaak (EAB II) wordt gevraagd om hem te vervolgen én in de zaak met parketnummer 13/092730-25 (EAB I) om hem een vrijheidsstraf te laten ondergaan. De rechtbank heeft immers voor voorlopig gedetineerden in Polen (
remand regime) een algemeen reëel gevaar van schending van grondrechten aangenomen, terwijl dit niet het geval is voor veroordeelde gedetineerden die in Polen een vrijheidsstraf ondergaan. Daarom is aan de uitvaardigende justitiële autoriteit gevraagd of, indien de overlevering van de opgeëiste persoon voor beide EAB’s wordt toegestaan, het regime voor voorlopig gedetineerden (
remand regime) gaat gelden.
Uit de aanvullende informatie van 7 mei 2025 van de Poolse autoriteiten blijkt dat de opgeëiste persoon na zijn overlevering in het
remand regimezal worden geplaatst.
In uitspraken van 5 juni 2024heeft de rechtbank geoordeeld dat sprake is van een algemeen reëel gevaar van schending van de grondrechten van gedetineerden die in het
remand regimein Polen terechtkomen. Het kernpunt hierbij is dat slechts 3 m2 persoonlijke ruimte (exclusief sanitair) is gegarandeerd voor de voorlopig gedetineerde, terwijl die veelal 23 uren per dag op zijn cel doorbrengt. Verder is de onduidelijkheid over de termijn waarop de opgeëiste persoon contact met de buitenwereld kan bewerkstelligen, een bijkomende verzwarende omstandigheid.
Standpunt van de raadsvrouw
De raadsvrouw heeft verzocht de overlevering te weigeren op grond van artikel 11 OLW dan wel de officier van justitie niet-ontvankelijk te verklaren, omdat op basis van het antwoord van 14 mei 2025 van de Poolse autoriteiten het algemene gevaar in het
remand regimeniet is weggenomen voor de opgeëiste persoon.
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de aanvullende informatie van
14 mei 2025 afdoende is om het algemeen gevaar weg te nemen.
In de aanvullende informatie van 14 mei 2025 van de Poolse autoriteiten staat het volgende vermeld:
“ [opgeëiste persoon] will most likely be detained after transfer at the Detention Centre in Gdańsk.
[opgeëiste persoon] will not be in a multi-bed cell, as in this case his detention in the Detention Centre in Gdańsk is a preventive measure and not a punishment.
He will be entitled to 2 visits with his family of 60 minutes each and additional visits with his children, he is entitled to classes with a psychologist and visits to doctors at the hospital in the Detention Centre in Gdansk, sports activities, gym, walks, shopping in the shop, phone calls to his family and lawyer. Much depends on the number of hearings at the Prosecutor's Office and the Court.
[opgeëiste persoon] is allowed to spend at least 2 hours a day outside his cell.”
Tevens bevindt zich in het dossier een brief van 22 januari 2025 van de
Deputy Director of the Department of Enforcement and Probation, waarin onder meer het volgende staat vermeld:
(…) The Prison Service monitors the population of penitentiary units on an ongoing basis and takes organizational measures to ensure that each prisoner is provided with the current statutory housing standard set at a minimum of 3 m2. (…)
Aan de hand van een globale beoordeling van alle gegevens waarover zij beschikt, gaat de rechtbank uit van de geboden zekerheid in voorgaande garanties.De rechtbank is, gelet op deze toezeggingen van de Poolse autoriteiten, van oordeel dat voor de opgeëiste persoon in het
remand regimewaar hij na overlevering zal worden geplaatst, geen reëel gevaar bestaat van een onmenselijke of vernederende behandeling in de zin van artikel 4 Handvest.Uit de aanvullende informatie van 14 mei 2025 in samenhang gelezen met de aanvullende informatie van 22 januari 2025 volgt dat de opgeëiste persoon een cel van minimaal 3 m2 persoonlijke ruimte heeft (exclusief sanitair), waarbij is aangegeven dat hij tenminste twee uur per dag buiten zijn cel kan doorbrengen. Het algemene gevaar dat de rechtbank ten aanzien van de detentieomstandigheden in het
remand regimein Poolse penitentiaire inrichtingen heeft aangenomen, wordt door deze garantie ten aanzien van de opgeëiste persoon weggenomen.
Het verweer van de raadsvrouw wordt daarom verworpen.