In deze zaak vordert de eiseres, werkzaam bij de Gemeente Amsterdam, volledige loondoorbetaling tijdens haar ziekteperiodes als gevolg van burn-outklachten. Eiseres stelt dat haar klachten zijn veroorzaakt door schadelijke werkomstandigheden bij de Gemeente Amsterdam. De procedure begon met een dagvaarding op 29 oktober 2024, gevolgd door een mondelinge behandeling op 1 mei 2025. Tijdens de behandeling heeft eiseres haar standpunt toegelicht, terwijl de Gemeente Amsterdam haar verweer voerde. De kantonrechter heeft vastgesteld dat eiseres sinds 1 juli 2016 in dienst is bij de Gemeente Amsterdam en dat zij zich in 2017 en 2021 ziek heeft gemeld. Eiseres vordert onder andere het gemiste loon en een 13e maand, maar de Gemeente Amsterdam betwist dat de klachten van eiseres zijn ontstaan door de werkomstandigheden. De kantonrechter oordeelt dat niet is aangetoond dat de klachten van eiseres het gevolg zijn van schadelijke omstandigheden op de werkvloer. Hierdoor wordt de vordering van eiseres afgewezen. Eiseres wordt ook veroordeeld in de proceskosten, die zijn begroot op € 679,50.