ECLI:NL:RBAMS:2025:3985

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
16 juni 2025
Publicatiedatum
12 juni 2025
Zaaknummer
25-4739
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van mentorschap tegen de wil van betrokkene

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Amsterdam op 16 juni 2025 een beschikking gegeven over de verlenging van een mentorschap. Het mentorschap was oorspronkelijk ingesteld op 5 juli 2023 voor een periode van één jaar ten behoeve van de betrokkene, geboren in 1991. De mentor, benoemd door de rechtbank, heeft het verzoek ingediend om het mentorschap te verlengen, wat ook werd ondersteund door Stichting Philadelphia Zorg. De betrokkene heeft echter aangegeven het mentorschap te willen beëindigen, omdat zij zich in staat acht om zelfstandig haar belangen te behartigen. Tijdens de mondelinge behandeling op 10 juni 2025 heeft de betrokkene haar wens om zelfstandig te wonen met ambulante ondersteuning toegelicht, maar de mentor heeft aangegeven dat de situatie nog te wankel is voor zelfstandigheid. De kantonrechter heeft, na beoordeling van de situatie en de ingediende stukken, geconcludeerd dat er onvoldoende bewijs is dat de redenen voor het instellen van het mentorschap niet meer aanwezig zijn. Daarom is besloten het mentorschap met een jaar te verlengen, tot 5 juli 2026. Zowel de betrokkene als de mentor zijn verzocht om uiterlijk 5 juni 2026 schriftelijk te rapporteren over het verloop van het mentorschap en de noodzaak ervan. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en er is een mogelijkheid tot hoger beroep bij het gerechtshof te Amsterdam.

Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM
Zittingsplaats Amsterdam
zaaknummer : 11714291 EB VERZ 25-4739
dossiernummer : MB 9827
datum : 16 juni 2025

beschikking op een verzoek tot verlenging mentorschap

Bij beschikking van de kantonrechter van de rechtbank Amsterdam van 5 juli 2023 is voor een periode van 1 jaar een mentorschap ingesteld ten behoeve van [betrokkene] , geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1991, wonende te [adres 1] , hierna te noemen betrokkene, met benoeming van [mentor] , h.o.d.n. [handelsnaam] , Kvkno. [kvk-nummer] , [adres 2] , tot mentor. Bij beschikking van 19 juni 2024 is het mentorschap met een jaar verlengd, tot 5 juli 2025.

Verloop van de procedure

De kantonrechter heeft kennisgenomen van het mentorschapsverslag, ter griffie ingekomen op 22 mei 2025.
In het mentorschapsverslag is door de mentor verzocht het mentorschap te verlengen. Van Stichting Philadelphia Zorg is een begeleidend schrijven bijgevoegd waarin ook Stichting Philadelphia Zorg verzoekt het mentorschap te verlengen. De mentor is betrokken bij de evaluaties met Philadelphia zorg en andere externe hulpverlening en helpt haar weloverwogen keuzes te maken voor haarzelf en betrokkene die ze zelf niet kan overzien. Gezien de risico’s van beëindiging van het mentorschap voor betrokkene acht Stichting Philadelphia Zorg het in het belang van betrokkene het mentorschap voort te zetten.
Rechthebbende wenst opheffing van het mentorschap. Zij acht zichzelf weer in staat zelfstandig haar niet-vermogensrechtelijke belangen te behartigen.

Beoordeling

Het verzoek is mondeling behandeld op 10 juni 2025. Betrokkene heeft ter zitting toegelicht dat ze zelfstandig wil gaan wonen met ambulante ondersteuning. Ze heeft het gevoel dat ze hierin tegengewerkt wordt door de mentor. Ze heeft weinig contact met de mentor en ziet de meerwaarde van het mentorschap niet. De mentor vindt de situatie nog te wankel om nu al zelfstandig te gaan wonen, mede gelet op de zorg die betrokkene als alleenstaande moeder heeft voor haar dochter. Iedere 6 à 8 weken is er contact, aldus de mentor.
De kantonrechter is, gelet op de stukken en het verhandelde ter zitting, van oordeel dat onvoldoende is komen vast te staan dat de grond voor het instellen van het mentorschap niet meer aanwezig is. Om deze reden zal de kantonrechter het mentorschap verlengen voor de periode van 1 jaar. Betrokkene en de mentor worden verzocht om uiterlijk 5 juni 2026 schriftelijk aan te geven hoe het mentorschap tot dan toe is verlopen en of een voortzetting van het mentorschap noodzakelijk is. Vervolgens zal de kantonrechter opnieuw beslissen over een eventuele voortzetting van het mentorschap.

beslissing

De kantonrechter:

  • verlengt het mentorschap met een periode van 1 jaar, tot 5 juli 2026;
  • verzoekt zowel betrokkene als de mentor om uiterlijk 5 juni 2026 schriftelijk te reageren over het verloop en de noodzaak van het mentorschap;
- verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is gegeven door mr. R. Kruisdijk, kantonrechter, en in het openbaar uitgesproken op 16 juni 2025.
Tegen deze beschikking kan - uitsluitend door tussenkomst van een advocaat - hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof te Amsterdam:
a. door de verzoeker en degenen aan wie een afschrift van deze beschikking (digitaal) is verstrekt of verzonden binnen drie maanden na de dag van de uitspraak;
b. door andere belanghebbenden binnen drie maanden na betekening daarvan of nadat deze beschikking hun op andere wijze bekend is geworden.