Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.Het onderzoek ter terechtzitting
2.Tenlastelegging
bijlage I, die aan dit vonnis is gehecht en geldt als hier ingevoegd.
3.Waardering van het bewijs
bijlage II. Voor het overige is gebruikgemaakt van voetnoten. In de voetnoten wordt, tenzij anders vermeld, telkens verwezen naar bewijsmiddelen die zich in het aan deze zaak ten grondslag liggende einddossier bevinden, [1] volgens de in dat dossier toegepaste nummering. Tenzij anders vermeld, gaat het daarbij om processen-verbaal, in de wettelijke vorm opgemaakt door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren.
[slachtoffer 3] , die aangifte heeft gedaan van oplichting door middel van bankhelpdeskfraude op 24 juli 2024. [5] Deze oplichting is begonnen met meerdere telefoongesprekken, zowel van iemand die zich voordeed als bankmedewerker van de fraudehelpdesk als van iemand die zich voordeed als politieagent, waarna er iemand bij de woning van aangeefster langskwam om waardevolle spullen mee te nemen. [6] Relevant voor wat betreft deze telefoongesprekken is dat uit een tap op het IMEI-nummer [IMEI-nummer 1] blijkt dat de mobiele telefoon met dat IMEI-nummer op 24 juli 2024 sinds 12:39:37 was voorzien van het telefoonnummer [telefoonnummer 2] . [7] Vanaf dit telefoonnummer zijn op 24 juli 2024 meerdere gesprekken gevoerd met het nummer [nummer 1] (het nummer van aangeefster [slachtoffer 3] ). [8] Eén van die gesprekken komt qua starttijd en duur nagenoeg overeen met de duur van het gesprek zoals dat op het videofragment op het scherm van de Nokia 105 te zien is en de aanmaakdatum en -tijd van dat videofragment. [9] Daarmee kan de in het videofragment zichtbare telefoon geïdentificeerd worden als de telefoon met IMEI-nummer [IMEI-nummer 1] . [10]
IMEI-nummers, sterkt de rechtbank in de overtuiging dat verdachte de gebruiker was van deze beide IMEI-nummers.
8 februari 2024 gekoppeld aan een account bij de Bunq-bank op naam van verdachte, dus ook op 25 juli 2024. [43] In het hiernavolgende kan ‘ [account 1] ’ daarom als ‘verdachte’ worden gelezen. De raadsman heeft hiertegen verweer gevoerd, namelijk dat op
14 januari 2024 een Snapchat-account is aangemaakt met het telefoonnummer [telefoonnummer 1] dat niet automatisch betekent dat dit het account van verdachte moet zijn geweest, omdat ditzelfde telefoonnummer sinds 8 februari 2024 aan een bankrekening van verdachte is gekoppeld. Gelet op alle bewijsmiddelen in onderlinge samenhang bezien, gaat de rechtbank hieraan voorbij.
[slachtoffer 9] te zien is. [50]
bijlage IIkomt naar voren dat de modus operandi van de oplichters aan de telefoon steeds grotendeels overeenkomt. Onder meer de volgende overeenkomsten vallen op.
[slachtoffer 8] niet ziet op geld. Evenmin wordt in de tenlastelegging inzake
[slachtoffer 2] gesproken over een bankpas.
16 oktober 2021 vanuit de slaapkamer geluid hoorde vanuit de woonkamer. Vervolgens hoorde ze dat iemand de deur van de woonkamer naar de hal opende en daarna de deur van de logeerkamer. Aangeefster zag door de half openstaande slaapkamerdeur dat het automatische licht in de logeerkamer aansprong. [61] Op dat moment is ze gaan schreeuwen. Vervolgens zag ze de indringer voor haar bed staan. [62] De indringer riep ‘boe’ en rende vervolgens weg – het huis uit, zo bleek even later. [63] Aangeefster heeft verklaard dat één van de kantelramen aan de voorzijde van het huis iets geforceerd was. De sponning van het raam was ontzet. [64] De indringer heeft niets uit de woning weggenomen. [65] Aangeefster omschrijft de indringer als een blanke man tussen de 18 en 25 jaar oud met een tenger postuur, rond de 170 centimeter lang, met een ‘delicaat’ hartvormig gezicht, ‘mooie’ wenkbrauwen, een rechte neus, bruine spleetogen (al kan hij ze ook hebben dichtgeknepen), een beetje een hoog voorhoofd, bruin haar dat dik en steil was, twee kuiltjes in zijn kin en met een heel vrouwelijk gezicht voor een man. [66]
4.Bewezenverklaring
bijlage IIvervatte bewijsmiddelen bewezen dat verdachte:
[slachtoffer 7] , [slachtoffer 10] , [slachtoffer 8] , [slachtoffer 2] , [slachtoffer 3] , [slachtoffer 1] , [slachtoffer 4] , [slachtoffer 5] , [slachtoffer 6] en [slachtoffer 9] heeft bewogen tot de afgifte van enig goed en het ter beschikking stellen van gegevens, te weten
5.De strafbaarheid van de feiten
6.De strafbaarheid van verdachte
7.Motivering van de straf
8.Beslag
9.Ten aanzien van de benadeelde partij en de schadevergoedingsmaatregel
10.Toepasselijke wettelijke voorschriften
11.Beslissing
[verdachte], daarvoor strafbaar.
36 (zesendertig) maanden.
€ 5.090,30 (vijfduizend negentig euro en dertig eurocent) aan vergoeding van materiële schade en € 1.000,00 (duizend euro) aan vergoeding van immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf 21 juni 2024 tot aan de dag van de algehele voldoening.
€ 6.090,30 (zesduizend negentig euro en dertig eurocent) te betalen, behalve voor zover dit bedrag al door of namens anderen is betaald, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf 21 juni 2024 tot aan de dag van de algehele voldoening. Bij gebreke van betaling en verhaal kan gijzeling worden toegepast voor de duur van 65 (vijfenzestig) dagen. De toepassing van die gijzeling heft de betalingsverplichting niet op.