ECLI:NL:RBAMS:2025:4019
Rechtbank Amsterdam
- Kort geding
- Rechtspraak.nl
Verzoek tot veroordeling in de proceskosten na intrekking kort geding door Prologis Management B.V.
In deze zaak heeft Prologis Management B.V. (hierna: Prologis) een kort geding ingesteld tegen een gedaagde partij, met als doel dat de gedaagde meewerkt aan een onderzoek naar vertrouwelijke bedrijfsdocumenten. Echter, kort voor de zitting op 13 mei 2025 heeft Prologis het kort geding ingetrokken. De gedaagde heeft vervolgens verzocht om Prologis te veroordelen in de werkelijke proceskosten, stellende dat Prologis misbruik heeft gemaakt van procesrecht door een kansloze procedure te starten. Prologis heeft hierop gereageerd en betwist dat haar vorderingen kansloos waren.
De kantonrechter heeft geoordeeld dat de gedaagde onvoldoende aannemelijk heeft gemaakt dat Prologis op voorhand had moeten begrijpen dat haar vorderingen kansloos waren. Prologis heeft voldoende onderbouwd dat zij belang had bij het instellen van de procedure, gezien het risico op ongeoorloofde verspreiding van vertrouwelijke documenten. De kantonrechter heeft ook verwezen naar een arrest van de Hoge Raad, waarin is bepaald dat een partij die een procedure intrekt niet gelijkgesteld kan worden aan een in het ongelijk gestelde partij. Uiteindelijk heeft de kantonrechter de vordering van de gedaagde om Prologis te veroordelen in de proceskosten afgewezen.
Dit vonnis is uitgesproken op 12 juni 2025 door de kantonrechter J.H.J. Evers.