ECLI:NL:RBAMS:2025:4032

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
22 mei 2025
Publicatiedatum
16 juni 2025
Zaaknummer
11631197 WM VERZ 25-3569
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen administratieve sanctie wegens verkeersgedraging en ontheffing

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Amsterdam op 22 mei 2025 uitspraak gedaan in een beroep tegen een administratieve sanctie opgelegd aan betrokkene, die in het bezit is van een ontheffing. De sanctie was opgelegd op basis van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wahv) wegens het gebruik van een weg in strijd met een geslotenverklaring voor motorvoertuigen. De gedraging vond plaats op 13 december 2023. De gemachtigde van betrokkene, Appjection B.V., heeft beroep ingesteld tegen de beslissing van de verweerder, die het beroep ongegrond verklaarde. Tijdens de zitting op 8 mei 2025 heeft de verweerder erkend dat het beroep gegrond is, omdat betrokkene over een ontheffing beschikt. De kantonrechter heeft het beroep gegrond verklaard, de bestreden beslissing en de inleidende beschikking vernietigd, en een proceskostenvergoeding van € 1.554,00 toegekend aan betrokkene. De uitspraak is openbaar gedaan door de kantonrechter in aanwezigheid van de griffier.

Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling privaatrecht
kantonrechter: mr. J.H.J. Evers
zaaknummer: 11631197 WM VERZ 25-3569
beslissing van: 22 mei 2025
func.: 58217
Beslissing van de kantonrechter van 22 mei 2025 inzake het beroep ingevolge de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (verder: de Wahv) van:

AXUS NEDERLAND B.V.

[adres]
verder: betrokkene
Namens wie beroep is ingesteld door:
Appjection B.V.
mr. M. Lagas
verder: gemachtigde
welk beroep is ingesteld bij verzoekschrift, ingekomen bij de CVOM te Utrecht op 21 november 2024 en is gericht tegen de beslissing van 10 oktober 2024 van de
officier van justitie(verder: verweerder) ten aanzien van betrokkene.

CJIB-nummer: [nummer]

VERLOOP VAN DE PROCEDURE

Aan betrokkene is bij beschikking van 26 december 2023 (verder: de inleidende beschikking) een sanctie in het kader van de Wahv opgelegd. De gemachtigde heeft tegen de inleidende beschikking beroep ingesteld bij verweerder. Deze heeft dat beroep – na gemachtigde te hebben gehoord - ongegrond verklaard. Tegen die beslissing heeft de gemachtigde vervolgens beroep ingesteld bij de kantonrechter. Verweerder heeft de op de zaak betrekking hebbende gegevens overgelegd. Het beroep is behandeld op de openbare zitting van 8 mei 2025. Partijen zijn voor deze zitting opgeroepen.
Namens gemachtigde zijn de heer [naam 1] en de heer [naam 2] ter zitting verschenen.
Ter zitting heeft verweerder gereageerd op de inhoud van het beroepschrift. Verweerder heeft geconcludeerd dat het beroep gegrond is.

GRONDEN VAN DE BESLISSING

1. Aan betrokkene is bij de inleidende beschikking wegens een verkeersgedraging een administratieve sanctie opgelegd ingevolge de Wahv. Betrokkene wordt verweten een weg te hebben gebruikt in strijd met een geslotenverklaring voor alle motorvoertuigen (bord C12). De gedraging is geconstateerd op 13 december 2023 om 08:37 uur op de Sloterweg (west) te Amsterdam.
2. Het beroep is tijdig ingesteld.
3. Gemachtigde voert tegen de beslissing van verweerder aan dat betrokkene in het bezit is van een ontheffing. Een kopie van deze ontheffing is aan het beroepschrift toegevoegd. Namens betrokkene is verzocht om een proceskostenvergoeding.
4. Ter zitting stelt verweerder zich op het standpunt dat het beroep gegrond is. Gebleken is dat betrokkene over een ontheffing.
5. Het volgende wordt overwogen.
6. De kantonrechter kan zich verenigen met het door verweerder ter zitting ingenomen standpunt. Het beroep wordt gegrond verklaard.

Proceskostenvergoeding

7. Namens betrokkene is door gemachtigde om een vergoeding van de proceskosten verzocht. Nu de inleidende beschikking wordt vernietigd, wordt een proceskostenvergoeding toegekend.
8. De vergoeding van kosten is in het Besluit proceskosten bestuursrecht (Bpb) forfaitair per proceshandeling vastgelegd. Gemachtigde heeft de volgende vergoedbare proceshandelingen verricht:
- het indienen van een administratief beroep bij verweerder;
- het bijwonen van een fysieke hoorzitting bij verweerder;
- het indienen van beroep bij de kantonrechter; en
- het verschijnen tijdens de zitting van de kantonrechter.
9. Volgens de bijlage bij het Bpb dient aan ieder van deze proceshandelingen 1 punt te worden toegekend. De waarde van 1 punt bedraagt met ingang van 1 januari 2025 in de fase van het bezwaar en administratief beroep € 647,00 en in de fase van het beroep en hoger beroep € 907,00.
10. Gelet op het voorgaande worden er in deze zaak voor de door gemachtigde verrichte proceshandeling in de fase van het administratief beroep 2 punten ad € 647,00 toegekend en voor de verrichte proceshandelingen in de fase van het beroep bij de kantonrechter 2 punten ad € 907,00. Gelet op de aard van de zaak wordt de wegingsfactor 0,5 (gewicht van de zaak = licht) toegepast. Aldus zal de kantonrechter verweerder veroordelen in de kosten tot een bedrag van € 1.554,00 ((2x647+2x907) x 0,5).

BESLISSING

De kantonrechter:
  • verklaart het beroep gegrond en vernietigt de bestreden beslissing, alsmede de inleidende beschikking;
  • bepaalt dat het als zekerheid betaalde bedrag aan betrokkene wordt gerestitueerd;
- kent aan betrokkene ten laste van verweerder een kostenvergoeding toe van € 1.554,00.
Deze uitspraak is gedaan door mr. J.H.J. Evers, kantonrechter, in aanwezigheid van I.K. van Weelden, griffier, en is in het openbaar uitgesproken.
De griffier De kantonrechter
Datum verzending
Bent u het met deze beslissing niet eens, dan kunt u
binnen zes wekenna de hierboven vermelde datum van verzending van deze beslissing hoger beroep instellen bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, maar alleen indien de als gevolg van deze beslissing te betalen administratieve sanctie meer dan € 110,00 bedraagt. Het beroepschrift dient schriftelijk (niet per e-mail) te worden ingediend bij rechtbank Amsterdam, afdeling privaatrecht, team kanton, postbus 70515, 1007 KM, Amsterdam en dient door degene die het beroep instelt of een gemachtigde te worden ondertekend. De procedure bij het gerechtshof verloopt schriftelijk,
tenzij in het beroepschrift uitdrukkelijk om een mondelinge behandeling wordt gevraagd.