In deze zaak, die zich afspeelt voor de Rechtbank Amsterdam, hebben de holdingvennootschappen, bestaande uit zes B.V.'s, een vordering ingesteld tegen Beryllium B.V. naar aanleiding van de verkoop van aandelen in Star Apple Holding B.V. De holdingvennootschappen vorderen onder andere betaling van een bedrag van € 4.173.548,- en schadevergoeding, alsook inzage in bescheiden met betrekking tot een earn-out regeling. Beryllium, de gedaagde, heeft in het incident verzocht om de natuurlijke personen achter de holdingvennootschappen in vrijwaring op te roepen, omdat zij zouden hebben gehandeld in strijd met de afspraken in de Share Purchase Agreement (SPA). De rechtbank heeft echter geoordeeld dat de vorderingen van Beryllium tot oproeping in vrijwaring niet toewijsbaar zijn, omdat de argumenten die Beryllium aanvoert ook in de hoofdzaak tegen de holdingvennootschappen kunnen worden ingediend. De rechtbank heeft de vordering tot oproeping in vrijwaring afgewezen en Beryllium veroordeeld in de proceskosten van het incident. De zaak zal verdergaan met een conclusie van antwoord van Beryllium.