Op 15 mei 2025 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een zaak betreffende een Europees aanhoudingsbevel (EAB) dat was uitgevaardigd door het Kantongerecht voor Praag 4, Tsjechië, op 8 november 2024. De zaak betreft de opgeëiste persoon, geboren in 1983 in Tsjecho-Slowakije, die momenteel gedetineerd is. De rechtbank heeft de behandeling van het EAB op 1 mei 2025 gehouden, waarbij de officier van justitie, mr. K. van der Schaft, aanwezig was. De opgeëiste persoon werd bijgestaan door zijn raadsman, mr. D.W.H.M. Wolters, en een tolk in de Tsjechische taal. De rechtbank heeft de termijn voor uitspraak verlengd en de gevangenhouding bevolen.
Het EAB is gebaseerd op een vonnis van het Kantongerecht voor Praag 4 van 5 september 2024, waarbij de opgeëiste persoon een vrijheidsstraf van zes maanden is opgelegd. De rechtbank heeft vastgesteld dat het EAB voldoet aan de eisen van de Overleveringswet (OLW) en dat er geen weigeringsgronden zijn voor de overlevering. De rechtbank heeft geconcludeerd dat de feiten waarvoor de overlevering wordt verzocht, ook onder Nederlands recht strafbaar zijn, en dat de opgeëiste persoon in persoon is verschenen bij het proces dat tot de beslissing heeft geleid.
De rechtbank heeft uiteindelijk besloten om de overlevering toe te staan, en deze uitspraak is openbaar uitgesproken. Tegen deze uitspraak staat geen gewoon rechtsmiddel open, conform artikel 29, tweede lid, OLW.