ECLI:NL:RBAMS:2025:4087
Rechtbank Amsterdam
- Beschikking
- C. M. Mellema
- Rechtspraak.nl
Echtscheiding en toepasselijk recht op huwelijksvermogensregime tussen partijen van Marokkaanse afkomst
In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 17 juni 2025 uitspraak gedaan in een echtscheidingsprocedure tussen een man en een vrouw, beiden van Marokkaanse afkomst, die in Nederland wonen. De man heeft verzocht om de echtscheiding uit te spreken, stellende dat het huwelijk duurzaam is ontwricht. De vrouw heeft verweer gevoerd en daarnaast een verzoek ingediend met betrekking tot het huurrecht van de woning en het huwelijksvermogensregime. De rechtbank heeft vastgesteld dat het Nederlands recht van toepassing is op de echtscheiding, aangezien beide partijen de Nederlandse nationaliteit bezaten ten tijde van de indiening van het verzoekschrift. De rechtbank heeft de echtscheiding toegewezen en bepaald dat de vrouw het huurrecht van de woning toekomt, omdat zij daar met de kinderen woont.
Wat betreft het huwelijksvermogensregime heeft de vrouw primair verzocht om het Nederlands recht van toepassing te verklaren, terwijl de man heeft gesteld dat het Marokkaanse recht van toepassing is. De rechtbank heeft geoordeeld dat het Marokkaanse recht van toepassing is, op basis van de Chelouche-Van Leer-regels, aangezien beide partijen ten tijde van de huwelijkssluiting enkel de Marokkaanse nationaliteit hadden. De vrouw heeft een beroep gedaan op de onaanvaardbaarheidsexceptie en de Zimbabwe-exceptie, maar de rechtbank heeft geoordeeld dat deze beroepen niet slagen. De rechtbank heeft de vrouw niet-ontvankelijk verklaard in haar verzoek om het contante spaargeld, omdat dit verzoek niet zonder nadere bewijsvoering kon worden beoordeeld en zou leiden tot onnodige vertraging van de procedure. De beschikking is gegeven door mr. C. M. Mellema en is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.