ECLI:NL:RBAMS:2025:4339

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
26 juni 2025
Publicatiedatum
24 juni 2025
Zaaknummer
13/322007-24
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak van verdachte in explosiezaak bij tandartspraktijk in Amsterdam-Noord

Op 26 juni 2025 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in de strafzaak tegen een 21-jarige man, die werd verdacht van het veroorzaken van een explosie op 15 mei 2024 bij een tandartspraktijk in Amsterdam-Noord. De explosie was het gevolg van het plakken van een cobra 6 explosief aan de gevel van het pand, dat vervolgens tot ontploffing werd gebracht. Tijdens de zitting op 12 juni 2025 heeft de officier van justitie, mr. T. van Wanrooij, betoogd dat er voldoende bewijs was om de verdachte te veroordelen, waaronder DNA-sporen op tape en communicatie op de telefoon van de verdachte over het plaatsen van explosieven. De verdediging, vertegenwoordigd door mr. D.M. Moes, stelde echter dat het bewijs onvoldoende was om de verdachte te veroordelen, vooral omdat het DNA-spoor op de niet-plakkant van de tape was aangetroffen en andere bewijsstukken dateren van na de explosie.

De rechtbank oordeelde dat er onvoldoende bewijs was om de verdachte te veroordelen. Hoewel er een DNA-spoor was aangetroffen, kon niet worden vastgesteld wanneer dit op de tape terecht was gekomen. Er was geen bewijs dat de verdachte op de plaats delict was op het moment van de explosie. Gezien deze omstandigheden besloot de rechtbank de verdachte vrij te spreken van het ten laste gelegde feit. De rechtbank gelastte ook de teruggave van in beslag genomen telefoons aan de verdachte, terwijl andere in beslag genomen voorwerpen bewaard zouden worden voor de rechthebbende.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling Publiekrecht
Teams Strafrecht
Parketnummer: 13/322007-24
Datum uitspraak: 26 juni 2025
Vonnis van de rechtbank Amsterdam, meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken, in de zaak tegen:
[verdachte] ,
geboren op [geboortedag] 2003 te [geboorteplaats] ,
ingeschreven in de Basisregistratie Personen op het adres
[adres] , [woonplaats] ,
thans gedetineerd te: [naam Justitieel Complex] ,
hierna: verdachte.

1.Het onderzoek ter terechtzitting

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 12 juni 2025.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie, mr. T. van Wanrooij, en van wat verdachte en zijn raadsvrouw, mr. D.M. Moes, naar voren hebben gebracht.

2.Tenlastelegging

Aan verdachte is – kort gezegd – ten laste gelegd dat hij zich op 15 mei 2024 te Amsterdam heeft schuldig gemaakt aan het teweegbrengen van een ontploffing door benzine voor een pand te gooien, een cobra 6 bij het pand te plaatsen en die cobra 6 tot ontploffing te brengen.
De volledige tenlastelegging is opgenomen in
bijlage Idie aan dit vonnis is gehecht en geldt als hier ingevoegd.

3.Vrijspraak

3.1.
Standpunt van het Openbaar Ministerie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat het ten late gelegde feit wettig en overtuigend kan worden bewezen. Er zijn DNA-sporen van verdachte aangetroffen op de tape waarvan aannemelijk is dat deze is gebruikt bij het plaatsen van de Cobra 6. Daarbij blijkt uit de telefoon van verdachte dat hij instructies heeft gehad over hoe hij een explosief zou moeten plaatsen. Verder is een gesprek aangetroffen op zijn telefoon waarin hij heeft geïnformeerd naar cobra’s en de mogelijkheid om die in Noord te laten afleveren. Gelet op voorgaande dient verdachte veroordeeld te worden voor het ten laste gelegde feit.
3.2.
Standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft zich op het standpunt gesteld dat verdachte dient te worden vrijgesproken van het ten laste gelegde feit. Het gegeven dat een DNA-spoor van verdachte op de niet-plakkant van de tape is aangetroffen, is onvoldoende bewijs dat hij enig aandeel heeft gehad in het te weeg brengen van de explosie. Hetgeen de officier van justitie verder aanhaalt betreffen allemaal gegevens van een datum na het ten laste gelegde feit en hebben dus geen verband met onderhavig feit. Verdachte dient dan ook te worden vrijgesproken van het ten laste gelegde feit.
3.3.
Oordeel van de rechtbank
Het staat vast dat op 15 mei 2024 een explosie heeft plaatsgevonden bij de tandartspraktijk gevestigd op de [adres] . De rechtbank acht echter onvoldoende bewezen dat verdachte degene is geweest die de explosie tot stand heeft gebracht. Er is een DNA-spoor van verdachte aangetroffen, op de niet-plakkant van de tape die vermoedelijk gebruikt is om de cobra 6 aan het pand te vestigen. Op welk moment het DNA dat overeenkomt met dat van verdachte op die tape terecht is gekomen, kan op grond van het dossier niet worden vastgesteld. Het dossier bevat geen bewijs dat verdachte op 15 mei 2024 op de plaats delict is geweest, de cobra 6 heeft geplaatst en die tot ontploffing heeft gebracht. De overige omstandigheden die de officier van justitie aanhaalt maken dat niet anders omdat deze van na de ten laste gelegde datum zijn. Gelet op het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat het ten laste gelegde feit niet kan worden bewezen, zodat verdachte daarvan zal worden vrijgesproken.

4.Beslag

Onder verdachte zijn de volgende voorwerpen in beslag genomen:
  • 1 STK papier, goednummer: G6501781;
  • 1 STK fust, goednummer: G6501780;
  • 1 STK plakband, goednummer: G6501782;
  • 1 STK GSM (iPhone), goednummer G6591795;
  • 1 STK GSM (iPhone), goednummer G6591798;
  • 1 STK GSM (Samsung), goednummer G6591801.
Teruggave aan verdachte
Nu verdachte wordt vrijgesproken van het ten laste gelegde feit kunnen de telefoons die bij hem in beslag zijn genomen aan hem worden teruggegeven.
Bewaren voor de rechthebbende
Het stuk papier, fust en plakband behoren niet aan verdachte toe en zullen worden bewaard voor de rechthebbende.

5.Beslissing

De rechtbank komt op grond van het voorgaande tot de volgende beslissing.
Verklaart het ten laste gelegde niet bewezen en
spreektverdachte daarvan
vrij.
Gelast de
teruggaveaan [verdachte]van:
  • 1 STK GSM (iPhone), goednummer G6591795;
  • 1 STK GSM (iPhone), goednummer G6591798;
  • 1 STK GSM (Samsung), goednummer G6591801.
Gelast de
bewaringten behoeve van de
rechthebbendevan:
  • 1 STK papier, goednummer: G6501781;
  • 1 STK fust, goednummer: G6501780;
  • 1 STK plakband, goednummer: G6501782.
Dit vonnis is gewezen door
mr. A.H.E. van der Pol voorzitter,
mrs. E. Biçer en D. Segbedzi, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. R.T. Lo Dico griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank van 26 juni 2025.