ECLI:NL:RBAMS:2025:4349

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
19 juni 2025
Publicatiedatum
24 juni 2025
Zaaknummer
C/13/768093 / KG ZA 25-297
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Proceskostenveroordeling
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Onbevoegdheid Nederlandse rechter in kort geding over samenwerkingsovereenkomst voor live entertainment

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Amsterdam op 19 juni 2025 uitspraak gedaan in een kort geding tussen Broadway International Group LLC (BIG) en verschillende gedaagden, waaronder Punch Live B.V. en een andere vennootschap. BIG vorderde betaling van onbetaalde facturen ter waarde van € 300.000,00 en andere rapportages met betrekking tot de uitvoering van de samenwerkingsovereenkomst voor de productie van de show 'Mamma Mia! The Party'. Gedaagden stelden zich op het standpunt dat de Nederlandse rechter onbevoegd was, omdat er een forumkeuze was gemaakt voor de Belgische rechter in Gent. De voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat de Nederlandse rechter inderdaad geen rechtsmacht heeft, omdat de vorderingen van BIG onlosmakelijk verbonden zijn met de samenwerkingsovereenkomst die onder Belgisch recht valt. De voorzieningenrechter heeft zich onbevoegd verklaard en BIG veroordeeld in de proceskosten van € 8.146,00.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling privaatrecht
zaaknummer / rolnummer: C/13/768093 / KG ZA 25-297
Vonnis in kort geding van 19 juni 2025
in de zaak van
de vennootschap naar buitenlands recht
BROADWAY INTERNATIONAL GROUP LLC,
gevestigd te New York,
eiseres bij dagvaarding van 28 april 2025,
advocaten: mr. E.N. Nordmann mr. T.M. Klaarenbeek te Amsterdam,
tegen
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
PUNCH LIVE BV,
gevestigd te Amsterdam,
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[gedaagde 2] B.V.,
gevestigd te [vestigingsplaats] ,
3.
[gedaagde 3],
wonende te [woonplaats] , België,
gedaagden,
advocaat mr. E. Hennis te Overveen.
Partijen zullen hierna BIG en gedaagden genoemd worden. Gedaagden zullen afzonderlijk worden aangeduid als: Punch Live, [gedaagde 2] en [gedaagde 3] .

1.De procedure

1.1.
Tijdens de mondelinge behandeling van dit kort geding op 5 juni 2025 is allereerst de vooraf door gedaagden ingediende incidentele conclusie houdende exceptie van onbevoegdheid besproken. BIG heeft daartegen verweer gevoerd en ook de dagvaarding toegelicht. Beide partijen hebben producties in het geding gebracht en BIG ook een pleitnota.
Bij de mondelinge behandeling waren aanwezig:
- aan de kant van BIG: mr. Nordmann en mr. Klaarenbeek,
- aan de kant van gedaagden: [naam] (legal, [gedaagde 2] ) met mr. Hennis.
Vonnis (met betrekking tot de rechtsmacht van de Nederlandse voorzieningenrechter) is bepaald op vandaag.

2.De feiten

2.1.
BIG is een Amerikaanse vennootschap, actief op het gebied van productie, distributie en exploitatie van live entertainment.
2.2.
Punch Live B.V. heeft als activiteiten het produceren, organiseren, promoten, vertonen, ondersteunen en exploiteren van live entertainment shows, het produceren en bewerken van audio- en/of visuele artistieke producten en producties. Enig aandeelhouder is [gedaagde 3] en enig bestuurder is [gedaagde 2] . [gedaagde 2] is de financiële holding van [gedaagde 3] .
2.3.
BIG heeft op 2 april 2024 met [gedaagde 2] een samenwerkingsovereenkomst gesloten, de Joint Venture Agreement (hierna: JVA).
De hier relevante bepalingen van de JVA luiden:
“BACKGROUND:
“G. The Parties have determined that for the initial projects, they will operate the Business through Punch Live B.V., a 100% [gedaagde 2] daughter, (…)”.
(…)
ARTICLE 8. STATEMENTS
The Project Company shall provide BIG on a monthly basis with schedules demonstrating all receipts, production and operating expenses in respect of the Live Entertainment Projects, and during operating periods for the Live Entertainment Projects BIG shall receive nightly stage manager reports, daily wrap sheets, group sales schedules and ticket sales which shall be emailed to […]. The exact reports shall be agreed upon between the Parties.
(…)
ARTICLE 12. APPLICABLE LAW AND JURISDICTION
12.1
All issues, questions and disputes concerning the validity, interpretation, enforcement, performance or termination of this Agreement shall be governed by and construed in accordance
with the Belgian law.
12.2
Any disputes concerning the validity, interpretation, enforcement, performance or termination
of this Agreement shall be submitted to the exclusive jurisdiction of the Belgian courts in Ghent.”
2.4.
Punch Live is in de JVA door partijen aangewezen als projectvennootschap voor de verplichtingen met betrekking tot de kaartverkoop en uitvoering van de show Mamma Mia! The Party (hierna: MMTP) in de Benelux, te beginnen met de productie in Rotterdam, die loopt vanaf september 2024 tot en met februari 2026.
2.5.
Bij e-mail van 28 maart 2025 heeft BIG zowel Punch Live als [gedaagde 2] in gebreke gesteld voor een totaalbedrag van € 295.586,86 wegens niet betaalde facturen. In de brief wordt ook verzocht om spoedige toezending van ontbrekende weekrapportages inzake “
Food & Bar and Merchandise”.
2.6.
De advocaat van BIG heeft gedaagden bij brief van 17 april 2025 gesommeerd tot betaling van - inmiddels - €321.203,87 (exclusief rente en kosten) en [gedaagde 3] persoonlijk aansprakelijk gesteld op grond van artikel 2.11 en 6:162 Burgerlijk Wetboek.

3.Het geschil

3.1.
BIG vordert, samengevat:
1. primair: gedaagden hoofdelijk te veroordelen tot betaling van € 300.000,00, met rente, als voorschot op schadevergoeding wegens ongerechtvaardigde verrijking in kader van productie
MammaMia! The Party,
2. subsidiair: gedaagden hoofdelijk te veroordelen tot betaling van € 300.000,00 als voorschot op schadevergoeding wegens voorschot op schadevergoeding wegens
het onrechtmatig (groeps)handelen,
3. gedaagden te bevelen om BIG binnen vijf dagen na betekening van dit vonnis,
per e-mail, te voorzien van de onder 2.65 [1] van de dagvaarding genoemde rapportages over de periode juni 2024 tot en met heden;
4. gedaagden te bevelen om gedurende de resterende looptijd van de voorstelling
Mamma Mia! The Party in Rotterdam maandelijks, per e-mail, aan BIG die
rapportages te verstrekken,
5. gedaagden hoofdelijk te veroordelen in de proceskosten, waaronder de
beslagkosten op de voet van artikel 706 Rv.
3.2.
In randnummer 2.65 van de dagvaarding staat dat BIG een bevel vordert om inzage te geven in, althans afschrift of uittreksel te verstrekken van:
(Ï) wekelijkse omzetrapportages met betrekking tot de inkomsten uit
kaartverkoop, horeca en merchandising, vanaf 18 september 2024 tot en
met heden;
(ii) gespecificeerde overzichten per week van inkomstenstromen (itemized revenue streams);
(iii) maandelijkse financiële overzichten van alle ontvangen inkomsten, gedane
uitgaven, productie- en operationele kosten van MMTP Rotterdam;
(iv) dagelijkse wrap sheets en groepsverkopen (group sales schedules);
(v) Nightly stage manager reports en aanvullende managementrapportages.
3.3.
Gedaagden beroepen zich op onbevoegdheid van de Nederlandse rechter.
3.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
Voor alle weren hebben gedaagden zich beroepen op onbevoegdheid van de Nederlandse rechter.
4.2.
BIG stelt in de dagvaarding dat de voorzieningenrechter van de rechtbank
Amsterdam op grond van artikel 2 en artikel 99 lid 1 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) bevoegd is ten aanzien van Punch Live en [gedaagde 2] , omdat zij statutair zijn gevestigd in [vestigingsplaats] . Ten aanzien van [gedaagde 3] baseert BIG de rechtsmacht van de Nederlandse rechter op artikel 8 lid 1 [2] Brussel I-bis Verordening (Verordening (EU)-nr.-1215/2012). De vorderingen tegen [gedaagde 3] zijn onlosmakelijk verbonden met die tegen Punch Live en [gedaagde 2] , zien op hetzelfde feitencomplex en betreffen een gezamenlijke onrechtmatige constructie. De vorderingen zijn mede gebaseerd op bestuurdersaansprakelijkheid (art. 6:162 jo. 2:11 Burgerlijk Wetboek (BW)) en groepsaansprakelijkheid (art. 6:166 BW), zodat geconcentreerde behandeling door de rechtbank Amsterdam aangewezen is, aldus steeds BIG.
4.3.
Gedaagden stellen daar het volgende tegenover. Deze zaak hoort
thuis bij de rechter in Gent . In de dagvaarding heeft BIG de exclusieve forumkeuze-bedingen, waaruit duidelijk wordt dat géén keuze is gemaakt voor de Nederlandse rechter, in strijd met art. 21 Rv niet genoemd. Het dagen van Punch Live op de grond dat deze gevestigd is in Nederland en het enkel daarop aanhakend dagen van [gedaagde 2] (terwijl die partij is bij een forumkeuze-overeenkomst) en [gedaagde 3] (terwijl die in België woont) levert misbruik van procesrecht op, waarbij gedaagden worden afgehouden van de rechter die rechtsmacht heeft. Dit geldt temeer omdat Punch Live op grond van de Amendment van 7 januari 2025 aan de contractuele relatie (en dus de forumkeuze-overeenkomst) tussen BIG en [gedaagde 2] verbonden is.
4.4.
De voorzieningenrechter is met gedaagden van oordeel dat de Nederlandse rechter niet bevoegd is. In de JVA is exclusief gekozen voor de rechter in Gent . Dat forumkeuzebeding is in de aanpassing van januari 2025 (de
Amendment) niet gewijzigd. Het is ook steeds de bedoeling van partijen geweest: exact dezelfde bepaling stond al in de aan de JVA vooraf gegane ‘deal memo’ uit 2022 (productie 10 bij dagvaarding).
4.5.
In essentie draait het geschil tussen partijen om nakoming van de uit de JVA voortvloeiende verplichtingen. Het geschil valt dus onder het bereik van het forumkeuzebeding in de JVA, dat zeer ruim is geformuleerd: het betreft alle geschillen die met de JVA te maken hebben. BIG heeft in dit kort geding de vorderingen echter niet gebaseerd op nakoming, maar op ongerechtvaardigde verrijking en onrechtmatige daad. Of dit nu een poging is om op oneigenlijke gronden het forumkeuzebeding te omzeilen, zoals gedaagden stellen, of niet, deze gekunstelde constructie kan niet verhullen dat het in wezen gaat om nakoming van de JVA en baat BIG dus niet.
4.6.
Voldoende aannemelijk is dat dit forumkeuzebeding, behalve tussen de partijen die de JVA hebben getekend (BIG en [gedaagde 2] ), ook geldt voor Punch Live. In de JVA is aan Punch Live immers een grote rol als uitvoerder van – om te beginnen - het project in Rotterdam toebedeeld. In de JVA staat bijvoorbeeld:
“BACKGROUND:
“G. The Parties have determined that for the initial projects, they will operate the Business through Punch Live B. V., a 100% [gedaagde 2] daughter, (…).”,
waarna in de verdere artikelen diverse taken en verplichtingen aan Punch Live worden toebedeeld.
BIG stelt ook zelf in de dagvaarding dat op grond van de JVA op [gedaagde 2] en Punch Live — als projectvennootschap - onder meer de verplichtingen rusten tot (i) betaling van overeengekomen vergoedingen (ii), betaling van de overeengekomen royalty's en (iii) het wekelijks aanleveren van volledige en gespecificeerde rapportages over inkomsten, uitgaven en operationele gegevens met betrekking tot MMTP. BIG verwijst daartoe naar de artikelen 1.4, 1.5, 3.1.3, 6.4, 8 en 9 en Annex 3 JVA. Zij stelt verder dat deze verplichtingen van wezenlijk belang zijn voor de uitvoering van de overeenkomst en de controleerbaarheid van de financiële stroom tussen partijen, dat Punch Live deze verplichtingen stelselmatig niet is nagekomen en dat Punch Live tot op heden heeft nagelaten de aan haar gerichte facturen te voldoen, conform de overeengekomen termijnen en voorwaarden zoals vastgelegd in de JVA. Hieruit volgt zonneklaar dat ook BIG meent dat Punch Live aan de JVA – en daarmee aan het forumkeuzebeding - is gebonden.
4.7.
[gedaagde 3] woont in België. Volgens de hoofdregel is dus niet de Nederlandse maar de Belgische rechter ten aanzien van hem bevoegd. Het beroep van BIG op de uitzonderingsbepaling van artikel 8 Brussel I bis betreffende samenhangende zaken baat BIG niet, aangezien de Nederlandse rechter ten aanzien van [gedaagde 2] en Punch Live geen rechtsmacht heeft, zoals hiervoor overwogen.
4.8.
Voor zover gedaagden nog beoogd hebben de rechtsmacht van de Nederlandse voorzieningenrechter te baseren op artikel 35 Brussel I bis, geldt het volgende. Dit beroep gaat met betrekking tot de geldvorderingen alleen al niet op omdat BIG niet heeft gegarandeerd dat het bedrag wordt terugbetaald indien zij in een bodemgeschil in het ongelijk zou worden gesteld; daarom is dit incasso-kortgeding geen bewarende maatregel in de zin van artikel 35 Brussel I bis.
4.9.
Met betrekking tot de vordering tot afgifte van de rapportages geldt dat het niet doelmatig zou zijn als de Nederlandse rechter daarover dan wel zou oordelen. Daarnaast gaat het ook daarbij om nakoming van de verplichtingen uit de JVA, zodat de exclusieve forumkeuze voor de rechter in Gent geldt.
4.10.
De slotsom is dat de Nederlandse rechter geen rechtsmacht heeft en dat de voorzieningenrechter zich onbevoegd zal verklaren. BIG zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van gedaagden worden begroot op:
- griffierecht € 6.861,00
- salaris advocaat 1.107,00
- nakosten € 178,00 (plus de verhoging zoals vermeld in de beslissing)
_______________________________
Totaal € 8.146,00

5.De beslissing

De voorzieningenrechter
5.1.
verklaart zich onbevoegd van de vorderingen kennis te nemen,
5.2.
veroordeelt BIG in de proceskosten van € 8.146,00, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe, te vermeerderen – indien het vonnis wordt betekend – met € 92,00 plus de kosten van betekening,
5.3.
verklaart dit vonnis wat betreft de kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. T.H. van Voorst Vader, voorzieningenrechter, bijgestaan door mr. M.A.H. Verburgh, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 19 juni 2025. [3]

Voetnoten

1.In het petitum staat 3.65, maar kennelijk is 2.65 bedoeld – vzr.
2.Dat bepaalt dat de rechter van de woonplaats van één der gedaagden ook bevoegd is ten aanzien van andere, in het buitenland woonachtige gedaagden, indien de vorderingen zodanig samenhangen dat een gelijktijdige behandeling noodzakelijk is ter voorkoming van tegenstrijdige beslissingen.
3.type: MAH