ECLI:NL:RBAMS:2025:4354

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
26 juni 2025
Publicatiedatum
25 juni 2025
Zaaknummer
11260762
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Schijn van volmachtverlening in civiele procedure over energielevering

In deze civiele procedure vorderde Slim met Energie B.V. een bedrag van € 24.999,99 van [gedaagde] B.V. voor de levering van energie tussen februari 2022 en september 2024. De kantonrechter diende te beoordelen of Slim met Energie erop mocht vertrouwen dat de persoon die de overeenkomsten had gesloten, [naam 2], daartoe bevoegd was. [gedaagde] betwistte de overeenkomsten en stelde dat [naam 2] niet bevoegd was, aangezien alleen [vertegenwoordiger] tekenbevoegd was. De kantonrechter oordeelde dat Slim met Energie onder de gegeven omstandigheden redelijkerwijs mocht aannemen dat aan [naam 2] een volmacht was verleend. Dit werd onderbouwd door het feit dat [gedaagde] eerder facturen had voldaan voor de geleverde energie, wat de schijn van volmachtverlening wekte. De kantonrechter wees de vordering van Slim met Energie toe en veroordeelde [gedaagde] in de proceskosten. Het vonnis werd uitgesproken op 26 juni 2025.

Uitspraak

RECHTBANKAMSTERDAM
Civiel recht
Kantonrechter
Zaaknummer: 11260762 \ CV EXPL 24-10617
Vonnis van 26 juni 2025
in de zaak van
SLIM MET ENERGIE B.V.,
te Maastricht,
eisende partij,
hierna te noemen: Slim met Energie,
gemachtigde: mr. M.B. Visser,
tegen
[gedaagde] B.V.,
te [vestigingsplaats] ,
gedaagde partij,
hierna te noemen: [gedaagde] ,
vertegenwoordigd door [vertegenwoordiger] .

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 27 februari 2025, met de daarin vermelde stukken;
- de mondelinge behandeling van 28 mei 2025, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt.
1.2.
Op de mondelinge behandeling zijn namens Slim met Energie de heer [naam 1] en de gemachtigde mr. Visser verschenen. Namens [gedaagde] is niemand op de mondelinge behandeling verschenen.
1.3.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De kern

2.1.
Slim met Energie vordert een bedrag van € 24.999,99 voor energie die zij aan [gedaagde] heeft geleverd in de periode van februari 2022 tot en met september 2024. Het gaat om de levering van energie op tien adressen. [gedaagde] betwist dat er overeenkomsten tussen haar en Slim met Energie bestaan. Het gaat in deze zaak om de vraag of Slim met Energie ervan mocht uitgaan dat de persoon die de overeenkomsten met Slim met Energie heeft gesloten, ook daartoe bevoegd was. De kantonrechter oordeelt van wel en wijst de vordering van Slim met Energie toe.

3.De beoordeling

3.1.
Slim met Energie vordert, na vermeerdering van eis, veroordeling van [gedaagde] tot betaling van facturen voor een bedrag van € 24.999,99, met veroordeling van [gedaagde] in de kosten van de procedure. Slim met Energie heeft haar vordering om proceseconomische redenen tot dit bedrag gematigd.
3.2.
Voor de beoordeling van het geschil dient onderscheid gemaakt te worden tussen twee vorderingen. Er is een vordering van € 3.843,08 voor de levering van gas en elektriciteit op het adres [adres 1] en een vordering van € 23.757,18 voor de levering van elektriciteit en gas op de overige negen adressen. [gedaagde] heeft met betrekking tot het adres [adres 1] uitdrukkelijk betwist dat zij met Slim met Energie een overeenkomst heeft gesloten. Met betrekking tot de vordering van de levering van energie aan de overige negen adressen heeft [gedaagde] geen verweer gevoerd. Hoewel dit verweer ontbreekt, ziet de kantonrechter dat de overeenkomsten met betrekking tot die adressen op eenzelfde wijze tot stand zijn gekomen. Om die reden zal de kantonrechter het ervoor houden dat [gedaagde] het verweer met betrekking tot de [adres 1] ook voert ten aanzien van de overige negen adressen.
Schijn van volmachtverlening
3.3.
Slim met Energie stelt het volgende. Een overeenkomst voor het leveren van energie komt tot stand doordat Netstroom (een handelsnaam van Slim met Energie) een offerte stuurt. In de offerte staat dat de overstap naar Nieuwe Stroom kan worden gemaakt door op de activatielink te klikken. Bij alle overeenkomsten heeft [gedaagde] dit gedaan. Daarna is de overeenkomst per brief bevestigd. Het contact over de energie en de overeenkomsten heeft plaatsgehad met [naam 2] . Slim met Energie mocht er daarom op vertrouwen dat [naam 2] bevoegd was namens [gedaagde] te handelen. De elektriciteit en gas is vervolgens op de verschillende adressen geleverd en de facturen voor deze leveringen zijn onbetaald gebleven. [gedaagde] in daarom gehouden deze facturen te betalen, aldus Slim met Energie.
3.4.
[gedaagde] betwist dat zij met Slim met Energie overeenkomsten heeft gesloten voor de levering van elektriciteit en gas. Het verweer van [gedaagde] komt er – naar de kantonrechter begrijpt – in de kern op neer dat [naam 2] niet bevoegd was de overeenkomsten te sluiten. [gedaagde] is namelijk niet bekend met [naam 2] en bovendien is alleen [vertegenwoordiger] tekenbevoegd.
3.5.
Voor het tot stand komen van een overeenkomst met een rechtspersoon als [gedaagde] is vereist dat degene die de overeenkomst sluit, daartoe bevoegd is. In deze zaak is niet duidelijk of [naam 2] bevoegd was, omdat een volmacht dat zij namens de rechtspersoon rechtshandelingen mocht verrichten, ontbreekt. Hoewel het controleren van een volmacht in beginsel voor rekening en risico van de leverancier komt, volgt de kantonrechter het standpunt van Slim met Energie dat zij er niettemin op mocht vertrouwen dat [naam 2] gevolmachtigd was deze overeenkomsten voor de levering van elektriciteit en gas te sluiten. De kantonrechter overweegt hiertoe als volgt.
3.6.
Als een rechtshandeling in naam van een ander is verricht, dan kan tegen de wederpartij, indien zij op grond van een verklaring of gedraging van die ander heeft aangenomen en onder de gegeven omstandigheden redelijkerwijze mocht aannemen dat een toereikende volmacht was verleend, op de onjuistheid van deze veronderstelling geen beroep worden gedaan (art. 3:61 lid 2 BW). Bij de beoordeling is van belang of degene in wiens naam is gehandeld zelf de schijn van de aanwezigheid van een toereikende volmacht heeft gewekt. De achterman kan de bedoelde schijn wekken door een verklaring of ander actief gedrag, maar ook door het laten voortbestaan van een bepaalde situatie of een andersoortig niet-doen. Hierbij is het niet van belang of een gedeelte van de schijnwekkende feiten zich eerst na de totstandkoming van de overeenkomst heeft voortgedaan. [1]
3.7.
Alle overeenkomsten met betrekking tot de tien adressen zijn op eenzelfde wijze gesloten. Bij sommige van deze overeenkomsten is daarover contact geweest met [naam 2] . Slim met Energie heeft bij conclusie van repliek onbetwist gesteld dat zij [naam 2] is en via Cadore B.V. bestuurder is geweest van [gedaagde] . Slim met Energie heeft correspondentie tussen haar en [gedaagde] overgelegd. In dit mailverkeer bevindt zich een e-mail van 23 juni 2023 aan Slim met Energie van de afzender [naam 2] over het gasverbruik van het adres [adres 2] (producties 14 en 22 bij de conclusie van repliek). Daarin staat onder meer “
We hebben meerdere adressen en contracten bij jullie en daarvan zijn de meeste appartementen zelf groter en zoals je wellicht kunt zien is het gebruik daar aanzienlijk lager.”. De mail is ondertekend met: “
[naam 2] , [gedaagde] ”.
3.8.
Uit het voorgaande volgt dat een relatie tussen [naam 2] en [gedaagde] bestaat en zij namens [gedaagde] met Slim met Energie over de overeenkomsten communiceert. Hieruit kan worden afgeleid dat zij namens [gedaagde] naar voren is geschoven om de overeenkomsten voor de levering van energie te regelen. Bovendien bevestigt deze [naam 2] in haar e-mail van 23 juni 2023 dat er met Slim met Energie meerdere contracten zijn voor meerdere adressen.
3.9.
Verder is relevant dat – zoals Slim met Energie onbetwist heeft gesteld – [gedaagde] voor deze panden gedurende een langere periode reeds facturen heeft voldaan. Door het voldoen van deze facturen, heeft [gedaagde] de situatie dat er tussen partijen met betrekking tot deze tien adressen overeenkomsten waren gesloten, laten voortbestaan. [gedaagde] heeft in feite door het betalen van deze facturen het bestaan van de overeenkomsten bevestigd. Zoals hiervoor onder 3.6. is opgenomen, wijst dit op een schijn van volmachtverlening aan [naam 2] voor het aangaan van de verschillende overeenkomsten.
3.10.
Tot slot weegt de kantonrechter mee dat – zoals Slim met Energie onbetwist heeft gesteld – door [gedaagde] een zogenoemde B2B-incassomandaat is afgegeven, zodat Slim met Energie automatisch bij [gedaagde] kon incasseren. Volgens Slim met Energie betekent dit dat degene die de overeenkomst heeft getekend – in dit geval [naam 2] – ook toegang moet hebben gehad tot de rekeningen van [gedaagde] , althans dat [naam 2] ook bevoegd was om deze machtiging goed te keuren. Ook dit is een bevestiging dat [naam 2] bevoegd was rechtshandelingen voor [gedaagde] te verrichten.
3.11.
De kantonrechter is van oordeel dat Slim met Energie onder deze omstandigheden, in onderlinge samenhang bezien, redelijkerwijs mocht aannemen dat aan [naam 2] een volmacht was verleend en zij dus bevoegd was namens [gedaagde] de verschillende overeenkomsten te sluiten. Dit betekent dat met betrekking tot alle adressen tussen partijen overeenkomsten voor het leveren van gas en elektriciteit tot stand zijn gekomen. Nu [gedaagde] niet heeft betwist dat het gas en de elektriciteit op deze adressen is geleverd en evenmin de hoogte van de facturen heeft betwist, is zij gehouden deze facturen alsnog aan Slim met Energie te betalen. De vordering zal dan ook worden toegewezen.
Proceskosten
3.12.
[gedaagde] is in het ongelijk gesteld en moet daarom de proceskosten (inclusief nakosten) betalen. De proceskosten van Slim met Energie worden begroot op:
- kosten van de dagvaarding
115,22
- griffierecht
496,00
- salaris gemachtigde
1.629,00
(3 punten × € 543,00)
- nakosten
135,00
(plus de kosten van betekening zoals vermeld in de beslissing)
Totaal
2.375,22

4.De beslissing

De kantonrechter
4.1.
veroordeelt [gedaagde] B.V. om aan Slim met Energie B.V. te betalen een bedrag van € 24.499,99,
4.2.
veroordeelt [gedaagde] B.V. in de proceskosten van € 2.375,22, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe, te vermeerderen met de kosten van betekening als [gedaagde] B.V. niet tijdig aan de veroordelingen voldoet en het vonnis daarna wordt betekend,
4.3.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. H.D. Coumou en in het openbaar uitgesproken op 26 juni 2025.

Voetnoten

1.Bijvoorbeeld HR 12 januari 2001 (