ECLI:NL:RBAMS:2025:4402

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
6 juni 2025
Publicatiedatum
26 juni 2025
Zaaknummer
11459977 \ EA VERZ 24-1289
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek om verklaring voor recht en verplichting tot overleg inzake indexatie van pensioenen voor inactieven

In deze zaak heeft de Ondernemingsraad van Canon Europe N.V. een verzoek ingediend bij de Rechtbank Amsterdam, waarin zij vraagt om een verklaring voor recht dat het besluit van Canon om de indexatie van pensioenen voor inactieven vóór 1 januari 2017 te beëindigen, nietig is. De Ondernemingsraad stelt dat Canon in strijd met artikel 27 van de Wet op de ondernemingsraden (WOR) de wijziging van de indexatie niet ter instemming heeft voorgelegd. De procedure omvatte een mondelinge behandeling op 17 april 2025, waarbij beide partijen hun standpunten hebben toegelicht. De feiten van de zaak betreffen de pensioenregeling van Canon, waarbij de werkgever jaarlijks probeert toeslagen te verlenen op ingegane pensioenen. De Ondernemingsraad heeft in het verleden ingestemd met wijzigingen in de pensioenregeling, maar stelt nu dat Canon de afspraken over overleg over een duurzaam indexatiebeleid niet is nagekomen. De kantonrechter heeft geoordeeld dat er geen sprake is van een besluit van Canon om de indexatie te beëindigen, maar dat Canon wel verplicht is om in overleg te treden met de Ondernemingsraad over een toekomstbestendig indexatiebeleid. De rechter heeft Canon opgedragen om binnen twee maanden na de beschikking in overleg te treden met de Ondernemingsraad.

Uitspraak

RECHTBANKAMSTERDAM
Civiel recht
Kantonrechter
Zaaknummer / rekestnummer: 11459977 \ EA VERZ 24-1289
Func. 33494
Beschikking van 6 juni 2025
in de zaak van
ONDERNEMINGSRAAD VAN CANON EUROPE N.V.,
te Amsterdam,
verzoekende partij,
hierna te noemen: de Ondernemingsraad,
gemachtigde: mr. K. van Baarle,
tegen
CANON EUROPE N.V.,
te Amstelveen,
verwerende partij,
hierna te noemen: Canon,
gemachtigde: mr. C.A. Hoekstra.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het verzoekschrift, met producties;
- het verweerschrift, met producties;
- de mondelinge behandeling van 17 april 2025.
1.2.
Op 17 april 2025 heeft de mondelinge behandeling plaatsgevonden. Daar waren namens de OR aanwezig [naam 1] , [naam 2] , [naam 3] , [naam 4] (leden van de OR) en [naam 5] (actuaris), vergezeld door de gemachtigden. Namens Canon is [naam 6] verschenen (HR Directeur) vergezeld door de gemachtigde. Partijen hebben hun standpunten toegelicht, mede aan de hand van een pleitnota, en vragen van de kantonrechter beantwoord. Daarna zijn partijen in de gelegenheid gesteld om onderling tot een oplossing te komen, maar daar zijn zij niet in geslaagd.
1.3.
De beschikking is vervolgens bepaald op vandaag.

2.De feiten

2.1.
Voor (oud-)werknemers van Canon geldt een pensioenregeling bij Nationale-Nederlanden (verder ook: NN). Tot 2017 was dat een middelloonregeling. In het pensioenreglement stond onder meer deze bepaling:
Toeslag op de ingegane pensioenen en nog niet ingegane pensioenen waarop gewezen deelnemers recht hebben volgens artikel 15:1. De werkgever probeert jaarlijks per 1 januari toeslagen te verlenen op ingegane pensioenen. Dit geldt ook voor de pensioenen die nog niet zijn ingegaan waarop de gewezen deelnemers recht hebben volgens artikel 15 en voor de nog niet ingegane partner- en wezenpensioenen die horen bij een ingegaan ouderdomspensioen.De werkgever beslist jaarlijks in hoeverre de pensioenen worden aangepast.(…)3. Voor de financiering van de verhogingen heeft de werkgever een toeslagdepot gevormd bij Nationale-Nederlanden. In het toeslagdepot wordt jaarlijks gestort de overrente die volgens de uitvoeringsovereenkomst (zie artikel 2) beschikbaar komt. Als het depotsaldo onvoldoende is voor het verlenen van de omschreven toeslag, zal de werkgever beslissen of hij hiervoor eventueel een aanvullende koopsom zal betalen aan Nationale-Nederlanden. Anders wordt een lagere toeslag gegeven.(…)
2.2.
Canon heeft de OR op 20 juni 2017 verzocht om in te stemmen met een wijziging van de pensioenregeling naar een pensioenregeling met premieregeling met een stijgende staffel. Ook zou 1,8% van de pensioengrondslag dan jaarlijks in het indexatiedepot worden gestort. In het instemmingsverzoek staat onder meer bij de indexatie:
CENV management will invite the works council in 2018 to start the discussion on a sustainable and future proof indexation policy taking into account the interest of employees, former employees, retirees and CENV.
2.3.
De OR heeft uiteindelijk ingestemd maar daarbij wel verzocht om een nieuw depot op te richten voor inactieven vanaf 2017, depot B, waarin het indexatiebudget zou worden gestort. De OR heeft dit per e-mail van 1 mei 2017 verzocht:
if we donate the surplus in the current indexation depot, then the current inactives benefit (more) from this than future inactives. It literally means that current inactives get some of the budget that is meant for current actives. That is something we have to avoid because it’s not fair and hard to explain. The most accurate way to solve this is to create two depots (A en B), in which A is the current depot that will only decrease in the future (apart from investment returns) and B is the new depot as of 1-1-2017 and only meant for future inactives.
Canon is daarmee akkoord gegaan. Gevolg daarvan was dat indexatiedepot A, waarin het beschikbare bedrag voor indexatie voor werknemer die voor 2017 inactief zijn geworden zat, niet meer gevuld zou worden anders dan met eventueel beschikbare overrente.
2.4.
In haar instemming van 7 augustus 2017 schrijft de OR voorts onder meer:
Works Council conditions on approval:(…)7.1 Indexation for inactives on the long run: The profit-sharing depot of the pre 2017 pension contract will in general only be drawn from, not contributed to. For continuation of indexation for current and future inactives, management has expressed several times its strong intention for it to be continued. There is commitment to quantify and create the means to continue the principle of indexation. Works Council will be involved as partner in this process from 2018 onwards. Works Council consent on the upcoming RFC before the end of 2018 for all inactive employees will be an integral part of this conditional consent.
2.5.
Canon heeft bezwaar gemaakt tegen deze voorwaarde. Na reactie daarop door de OR met uitleg over deze gestelde voorwaarde is Canon daar niet meer op teruggekomen.
2.6.
In een brief van Canon aan de OR van 1 mei 2018 heeft Canon voor wat betreft indexatie het volgende aangegeven:
Future indexation policy
On a date to be agreed CENV management would like to meet with the works council to start the discussion regarding the future indexation policy. CENV management would like to have a sustainable and future proof indexation policy taking into account the interest of the employees, former employees, retirees and CENV.
2.7.
In het addendum op het op 1 januari 2015 in werking getreden pensioenreglement 2015, dat dateert van augustus 2017, staat met betrekking tot toeslagen op ingegane pensioenen en opgebouwde pensioenaanspraken van de gewezen deelnemer die geen dienstverband meer met Canon heft het volgende:
1. De werkgever streeft er naar jaarlijks per 1 april toeslagen te verlenen op:- de ingegane pensioenen (met bijbehorende nog niet ingegane partner- en wezenpensioen);
- De nog niet ingegane pensioenen waarop de gewezen deelnemers recht hebben volgens artikel 15;
De werkgever beslist jaarlijks in hoeverre de pensioenen worden aangepast.(…)3. Voor de financiering van de verhogingen heeft de werkgever een depot gevormd bij Nationale-Nederlanden, hierna depot-A genoemd.Aan de middelen in depot-A worden jaarlijks de beleggingsopbrengsten toegevoegd uit hoofde van deze middelen. Als het depotsaldo onvoldoende is voor het verlenen van de omschreven toeslag, wordt een lagere of geen toeslag uit depot-A verleend.Daarnaast heeft de werkgever een nieuw toeslagdepot gevormd voor de verhogingen van de na 1 januari 2017 ingegane pensioenen en van de pensioenaanspraken van degenen die na 1 januari 2017 uit dienst treden bij de werkgever, hierna depot-B genoemd. De middelen in depot-B worden aangewend zodra er geen middelen meer aanwezig zijn in het hiervóór genoemde (reeds bestaande) depot-A. Aan de middelen in depot-B worden jaarlijks de beleggingsopbrengsten toegevoegd uit hoofde van deze middelen. Ook worden in depot-B de middelen gestort die de werkgever jaarlijks beschikbaar stelt. Als het depotsaldo onvoldoende is voor het verlenen van de omschreven toeslag, wordt een lagere of geen toeslag uit depot-B verleend.
Deze bepaling staat ook in de toeslagovereenkomst (bijlage 2).
2.8.
In 2021 heeft de OR, onder voorwaarden, opnieuw ingestemd met de pensioenregeling vanaf 2022. De OR heeft onder meer voorwaarde A gesteld:
For the years 2021 onwards Works Council expects management to at least yearly !q, February to present a statement of the depots A & B. Contribution/return on investment/withdrawal/balance. These depots are essential to serve the purpose of indexation for inactive or future inactive participants. In the long term we expect depot A & B will be insufficient to fully fund the indexation. This point in time Works Council expects to be over five years in the future. Before that point is reached but ultimately before the next revision of pension agreement we expect management to come up with other funds to guarantee indexation for the old Defined Benefit based pension entitlements (…).In haar reactie op die voorwaarde heeft Canon onder meer opgemerkt:
The company intends to undertake a holistic review and redesign of pension and benefits package (including the indexation provision) as part of the upcoming change in pension regulations. We expect to discuss a number of different options with the works council over the upcoming years.
2.9.
Op 6 november 2023 heeft NN een brief gestuurd aan de oud-medewerkers die voor 1 januari 2017 inactief zijn geworden. Daarin staat onder meer:
Je hebt via Canon Europa N.V. pensioen opgebouwd bij Nationale-Nederlanden. Je ontvangt deze brief omdat het pensioen dat tot 1 april 2023 is opgebouwd voor de laatste keer met 2,34% is verhoogd.(…)Laatste verhoging van je pensioen (einde toeslagregeling)Voor het verhogen van de pensioenen die tot 1 april 2023 zijn opgebouwd, had je werkgever een spaarpot (toeslagdepot) gemaakt. Met het geld dat nog aanwezig was, is je pensioen per 1 april 2023 met 2,34% verhoogd. Omdat het toeslagdepot nu leeg is, wordt je pensioen in de toekomst niet meer verhoogd.De toeslagregeling is per 1 april 2023 beëindigd.
2.10.
Op 5 december 2023 heeft de OR in een e-mail aan Canon de nietigheid van het besluit van Canon ingeroepen. In deze e-mail schrijft zij onder meer:
Langs deze weg roept de OR de nietigheid in van het eenzijdige besluit om de indexatie van inactieven in de tot 1 januari 2017 geldende DB regeling te beëindigen. De OR heeft meerdere malen aan canon verzocht om de indexatie niet te beëindigen en dat niet door NN te laten communiceren.(…)De beëindiging van de indexatie is een wijziging of intrekking van een regeling op grond van een pensioenovereenkomst zoals bedoeld in artikel 27 WOR. Canon heeft daarvoor geen instemming verzocht. In ieder geval heeft de OR geen instemming gegeven. Dat maakt dat de OR zich genoodzaakt ziet om schriftelijk een beroep te doen op de nietigheid van dat besluit.
2.11.
Partijen hebben uitgebreid over hun geschil gecommuniceerd maar hebben hun verschil van inzicht dat ziet op de indexatie van pensioenen voor inactieven vóór 1 januari 2017 niet onderling weten op te lossen.

3.Het verzoek en het verweer, tevens voorwaardelijk tegenverzoek

3.1.
De OR verzoekt de kantonrechter om bij beschikking, uitvoerbaar bij voorraad:
I. voor recht te verklaren dat het besluit van Canon om de indexatie van pensioenen voor inactieven vóór 1 januari 2017 te beëindigen, althans de uitvoering daarvan door NN, nietig is;
II. voor recht te verklaren dat Canon in strijd met artikel 27 WOR de (wijziging van de) indexatie voor inactieven niet ter instemming heeft voorgelegd aan de OR;
III. voor recht te verklaren dat Canon de met de OR gemaakte afspraken tot overleg over een duurzaam en toekomstbestendig indexatiebeleid van alle inactieven niet is nagekomen;
IV. voor recht te verklaren dat Canon gehouden is middelen beschikbaar te stellen om een duurzaam en toekomstbestendig indexatiebeleid ten aanzien van huidige en toekomstige inactieven;
V. Canon te verplichten om binnen 14 kalenderdagen na dagtekening van de te geven beschikking de beëindiging van de indexatie voor
inactieven vóór 1 januari 2017ongedaan te maken en de beëindiging (al dan niet via Nationale-Nederlanden) te rectificeren in die zin dat schriftelijk aan inactieven wordt gemeld dat de eerder genoemde beëindiging onjuist is, dit op straffe van een dwangsom van € 1.000,- per dag voor iedere dag (of een gedeelte daarvan) dat Canon in gebreke blijft om hieraan te voldoen. De dwangsom dient daarbij ten gunste te komen van
inactieven vóór 1 januari 2017, al dan niet via een storting in depot A bij Nationale-Nederlanden;
VI. Canon te verplichten binnen 14 dagen na het vonnis, danwel een door de kantonrechter te bepalen redelijke termijn, in overleg te treden met de OR over een duurzaam en toekomstbestendig indexatiebeleid voor alle werknemers en inactieven, waarbij als uitgangspunt geldt dat Canon middelen beschikbaar stelt voor financiering van de indexatie voor inactieven; dit op straffe van een dwangsom van € 1.000,- per dag voor iedere dag (of een gedeelte daarvan) dat Canon in gebreke blijft om hieraan te voldoen. De dwangsom dient daarbij ten gunste te komen van
inactieven vóór 1 januari 2017, al dan niet via een storting in depot A en B bij Nationale-Nederlanden;
VII. Canon te verplichten in overleg te treden met de OR over een duurzame en toekomstbestendige financiering van de indexatie voor werknemers en inactieven, waarbij als uitgangspunt geldt dat Canon ook middelen beschikbaar moet stellen voor de indexatie voor
inactieven, en dat deze gesprekken binnen 30 kalenderdagen na dagtekening van de te geven beschikking moeten worden gestart. Dit op straffe van een dwangsom van € 1.000,- per dag voor iedere dag (of een gedeelte daarvan) dat Canon in gebreke blijft om hieraan te voldoen. De dwangsom dient daarbij ten gunste te komen van
inactieven vóór 1 januari 2017, al dan niet via een storting in depot A bij Nationale Nederlanden.
3.2.
Aan het verzoek heeft de Ondernemingsraad het volgende ten grondslag gelegd. De OR heeft nooit met beëindiging van indexatie ingestemd en Canon had de indexatie nooit mogen beëindigen zonder instemming van de OR. De OR heeft ten onrechte op 6 november 2023 de indexatie van het tot 1 januari 2017 opgebouwde pensioen van ex-werknemers beëindigd, althans dat door NN laten doen. Canon heeft daarom op 5 december 2023 tijdig de nietigheid van (de uitvoering van) dat besluit ingeroepen. Tussen Canon en de OR is afgesproken dat de indexatie van alle werknemers en inactieven duurzaam en toekomstbestendig zou zijn, waarbij Canon heeft beloofd met de OR daarover te overleggen. Onder die voorwaarde had de OR in 2017 en 2021 ingestemd met de voorgestelde wijziging van de pensioenregeling. Duidelijk is dat daarbij aanvullende middelen nodig zijn.
3.3.
Canon verzet zich tegen toewijzing van het verzoek en voert daartoe aan dat er geen besluit aan de beëindiging van de indexatie ten grondslag ligt. Het verhogen van de pensioenen is niet meer mogelijk omdat depot A leeg is. Daarmee wordt niet voldaan aan de voorwaarde voor toeslagverlening, namelijk het beschikbaar zijn van voldoende middelen. NN heeft geconcludeerd dat de pensioenen niet meer verhoogd kunnen worden en dat op 6 november 2023 aan de desbetreffende oud-werknemers gecommuniceerd. Dat is geen voorgenomen besluit van een ondernemer op grond waarvan instemming van de OR vereist is. De beëindiging van de indexatie is het directe gevolg van het opraken van de beschikbare middelen omdat er geen overrente beschikbaar is. Het is ook een gevolg van de afspraken die Canon in 2017 bij de beëindiging van de middelloonregeling met de OR heeft gemaakt over de toevoeging van het premieoverschot aan een nieuw depot (depot B).
3.4.
Voor wat betreft het verzoek om Canon te veroordelen tot om in overleg te treden met de OR over een duurzame en toekomstbestendige indexatie voor alle (ex-)werknemers, geldt dat een eventuele verwijzing in de correspondentie naar overleg over een duurzame en toekomstbestendige indexatie, enkel ziet op de ontwikkeling van de bijdrage in depot B, als gevolg van het in 2017 vastgestelde premieoverschot. Een overleg over de werknemers die enkel onder depot A vallen is nimmer overeengekomen of toegezegd.
3.5.
Canon verzoekt voorwaardelijk, namelijk voor het geval geoordeeld wordt dat de beëindiging van de toeslagverlening uit depot A een besluit is van Canon waarvoor zij instemming van de OR behoefde, om haar vervangende toestemming te geven in de zin van artikel 27 lid 4 WOR om het besluit alsnog te nemen. De OR verweert zich tegen dit tegenverzoek en verzoekt tot afwijzing daarvan.
3.6.
Hetgeen overigens door partijen naar voren is gebracht zal, voor zover relevant, bij de beoordeling aan de orde komen.

4.De beoordeling

4.1.
De twee belangrijkste vragen die in deze zaak voorliggen zijn de vraag óf sprake is van een besluit van Canon om de pensioenen van de inactieven van voor 1 januari 2017 niet te indexeren, en of voor dat besluit instemming van de OR vereist is. Geoordeeld wordt als volgt.
Besluit?
4.2.
In 2017 is de pensioenregeling, met instemming van de OR, gewijzigd van een middelloonregeling naar een premieregeling (met stijgende staffel). Op uitdrukkelijk verzoek van de OR is daarbij afgesproken dat de 1,8% die beschikbaar zou komen voor indexatie, in een nieuw depot zou worden gestort, depot B. Dat depot zou pas gebruikt worden als depot A leeg zou zijn, en enkel beschikbaar zijn voor inactieven vanaf 2017. Partijen waren zich er ten tijde van het maken van deze afspraak van bewust dat depot A, beschikbaar voor indexatie voor álle inactieven, op termijn (naar verwachting 5 jaar) leeg zou raken.
4.3.
Voorts is sprake van een voorwaardelijke indexatie, namelijk indexatie onder de voorwaarde dat er beschikbare middelen in het depot (A) zouden zitten voor de indexatie. Dat depot A inmiddels leeg is staat niet ter discussie. Het niet meer kunnen indexeren van de pensioenen van de inactieven van voor 2017 is een direct gevolg van het leegraken van depot A, en de keuze van de OR om in 2017 een nieuw depot op te richten dat enkel beschikbaar is voor de inactieven vanaf 2017. Daardoor is de beschikbare indexatie niet in depot A gestort. Dat er vanaf 1 april 2023 niet meer geïndexeerd kan worden kan dan ook niet gezien worden als een door Canon genomen besluit.
4.4.
Het voorgaande betekent dat geen sprake is van een op of omstreeks 6 november 2023 door Canon genomen besluit om de indexatie voor de inactieven van voor 2017 te beëindigen. Die beëindiging vloeit simpelweg voort uit het niet meer aanwezig zijn van beschikbare middelen in depot A voor de indexatie, de voorwaarde waaronder een indexatie kan worden gegeven. Dat heeft tot gevolg dat de vorderingen onder I, II en V worden afgewezen omdat geen sprake is van een besluit tot wijziging of beëindiging van de pensioenregeling (welk besluit wel instemmingsplichtig zou zijn op grond van artikel 27 lid 1 WOR).
Overleg?
4.5.
Wat resteert zijn de verklaringen voor recht onder III en IV waar de OR om heeft verzocht, en de verzoeken om Canon te verplichten met de OR in overleg te gaan over een duurzaam en toekomstbestendig pensioen. Deze zien kort gezegd allemaal op de stelling dat overeengekomen is dat overleg tussen de OR en Canon zou gaan plaatsvinden over een duurzaam en toekomstbestendig pensioen, en dat daarvoor ook middelen beschikbaar zouden worden gesteld. De kantonrechter concludeert op grond van de overgelegde stukken dat Canon inderdaad heeft toegezegd dat zij voor zowel de inactieven als de werknemers, en dus ook voor de inactieven van voor 1 januari 2017, heef toegezegd te zullen gaan overleggen over een duurzaam en toekomstbestendig indexatiebeleid. Zij heeft in haar communicatie daarin geen onderscheid gemaakt, zowel niet in 2017 als in de jaren daarna, zoals blijkt uit de bij de feiten opgenomen correspondentie. Dat overleg heeft niet (afdoende) plaatsgevonden, en dat betekent dat de onder III. gevraagde verklaring voor recht dat de afspraken over het voeren van dit overleg door Canon niet is nagekomen toewijsbaar is. In het verlengde daarvan zal Canon ook worden verplicht om met de OR hierover in overleg te treden. De kantonrechter ziet daarbij geen aanleiding om een dwangsom op te leggen, nu niet is gebleken dat Canon zich aan een dergelijke veroordeling niet zal houden. Aangezien een termijn van 14 dagen voor het realiseren van een overleg op deze schaal te kort is, zal Canon daarvoor een termijn worden gegund van 2 maanden.
4.6.
Verder wordt geoordeeld dat, hoewel het moet gaan om een realistisch overleg over een duurzaam en toekomstbestendig indexatiebeleid, de vordering om voor recht te verklaren dat Canon gehouden is middelen beschikbaar te stellen voor een dergelijk indexatiebeleid voor huidige en toekomstige inactieven zo ongeclausuleerd niet toewijsbaar is. Het overleg over een duurzaam en toekomstbestendig indexatiebeleid moet nog plaatsvinden, en weliswaar is een logisch uitgangspunt dat het indexatiebeleid door Canon gefinancierd moet worden, maar op welke wijze dat moet plaatsvinden en wanneer, daarover moeten in voornoemd overleg afspraken gemaakt worden. Concrete toezeggingen van Canon om middelen ter beschikking te stellen zijn niet gegeven zodat deze verklaring voor recht niet toewijsbaar is.
4.7.
Wat resteert is het verzoek tot overleg onder VII. Dit verzoek is gelijkluidend aan het deels toegewezen verzoek onder VI., met dien verstande dat er een andere termijn in het verzoek staat en de vordering met betrekking tot de dwangsom afwijkend is. Nu reeds een andere termijn wordt toegewezen en de dwangsom niet toewijsbaar is, blijft niet meer over dan hetgeen reeds toegewezen wordt.

5.De beslissing

De kantonrechter
5.1.
verklaart voor recht dat Canon de met de OR gemaakte afspraken tot overleg over een duurzaam en toekomstbestendig indexatiebeleid van alle inactieven niet is nagekomen;
5.2.
verplicht Canon om binnen 2 maanden na onderhavige beschikking in overleg te treden met de OR over een duurzaam en toekomstbestendig indexatiebeleid voor alle werknemers en inactieven;
5.3.
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is gegeven door mr. H.M. Patijn en in het openbaar uitgesproken op 6 juni 2025, in tegenwoordigheid van de griffier, mr. J. Higler-Huisman.