Uitspraak
1.De procesgang
2.De ontvankelijkheid van de officier van justitie
Joint Investigation Team(hierna: JIT). In deze overeenkomst zijn door de autoriteiten van deze landen afspraken gemaakt over de vervolging van verdachte en zijn medeverdachten voor verschillende feiten. Daarbij zou verdachte in Nederland en België voor mensenhandel worden vervolgd en in Bulgarije voor onder meer witwassen, het feit dat verdachte in deze zaak ten laste is gelegd.
- Op 1 juli 2019 heeft de officier van justitie per e-mail aan de rechter-commissaris aangegeven dat door de Bulgaarse autoriteiten is toegezegd dat verdachte en de medeverdachten in Bulgarije voor witwassen zullen worden vervolgd. De rechter-commissaris heeft vervolgens bij brief van 29 augustus 2019 aangegeven dat het inmiddels bekend is geworden dat de verdachten in Bulgarije voor witwassen zullen worden vervolgd;
- Op 29 september 2022 heeft de officier van justitie per e-mail bij de voorzitter van de rechtbank aangegeven dat sinds 2019 vaststaat dat verdachte niet in Nederland voor witwassen wordt vervolgd en dat op geen enkel moment de verwachting is gewekt dat dit wel zou gebeuren;
- Op 13 september 2024 stond er met betrekking tot het witwasfeit in Bulgarije een zitting gepland, waarbij door de Bulgaarse rechter is medegedeeld dat er informatie nodig was over de stand van zaken van de vervolging van witwassen in Nederland. In reactie daarop heeft het Openbaar Ministerie bij brief van 24 januari 2025 aan de Bulgaarse autoriteiten laten weten dat verdachte en zijn medeverdachten in Nederland niet verder voor witwassen worden vervolgd.
- Op 11 februari 2025 heeft het Openbaar Ministerie informatie van de Bulgaarse autoriteiten ontvangen, inhoudende dat Bulgarije de verdere afhandeling van in beslag genomen geld en goederen op zich zal nemen en de bevestiging dat verdachte en zijn medeverdachten in Bulgarije zullen worden vervolgd voor witwassen.