ECLI:NL:RBAMS:2025:4722
Rechtbank Amsterdam
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Verzoek tot verkoop van in beslag genomen aandelen in een vennootschap met voorwaarden voor executie
In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 3 juli 2025 een beschikking gegeven in een verzoek tot verkoop van in beslag genomen aandelen in [bedrijf] B.V. door verzoekers, [verzoeker 1] en [verzoeker 2]. De rechtbank heeft vastgesteld dat verzoekers een executoriale titel hebben in de vorm van een verstekvonnis van 8 januari 2025, waarin verweerder is veroordeeld tot betaling van € 140.000,00. Verzoekers hebben conservatoir beslag gelegd op de aandelen van verweerder in [bedrijf] B.V. en hebben verzocht om de verkoop van deze aandelen. De rechtbank heeft de procedure en eerdere beschikkingen uiteengezet, waaronder een verwijzing van de rechtbank Noord-Holland naar de Rechtbank Amsterdam.
De rechtbank heeft geoordeeld dat het verzoek om de aandelen te verkopen in beginsel toewijsbaar is, maar heeft besloten dat de verkoop pas kan aanvangen 14 dagen na het eindvonnis in de verzetprocedure die op 8 juli 2025 zal plaatsvinden. Dit is gedaan om te voorkomen dat de verkoop van de aandelen leidt tot onredelijke vertraging en om de belangen van beide partijen te waarborgen. De rechtbank heeft ook de wijze van verkoop en de voorwaarden voor de overdracht van de aandelen vastgesteld, waarbij de statutaire bepalingen van [bedrijf] B.V. in bepaalde gevallen buiten toepassing worden verklaard.
De beschikking bevat verder bepalingen over de termijn voor verkoop, de rol van de gerechtsdeurwaarder R. Slagman, en de verplichtingen van verweerder om medewerking te verlenen aan de verkoop. De rechtbank heeft het verzoek van verzoekers toegewezen, met inachtneming van de voorwaarden die zijn gesteld in de beschikking.