ECLI:NL:RBAMS:2025:4801
Rechtbank Amsterdam
- Kort geding
- Rechtspraak.nl
Vervangende toestemming voor vakantie met minderjarige in kort geding
Op 9 juli 2025 vond een mondelinge uitspraak plaats in een kort geding bij de Rechtbank Amsterdam, waarin de vrouw, eiseres in conventie, vervangende toestemming vroeg om met haar 12-jarige minderjarige kind naar Marokko op vakantie te gaan. De man, gedaagde in conventie en eiser in reconventie, had geen bezwaar tegen de eerste drie weken van de zomervakantie, maar wilde dat de laatste drie weken bij hem doorgebracht werden. De vrouw had eerder tickets geboekt voor de periode van 11 juli tot en met 7 augustus 2025, terwijl de man een tegenvordering indiende voor vervangende toestemming om van 5 tot en met 17 augustus 2025 naar Dubai te reizen met het kind. De voorzieningenrechter oordeelde dat de vordering van de vrouw gedeeltelijk werd toegewezen, waarbij zij toestemming kreeg voor de reis van 11 juli tot en met 3 augustus 2025. De man kreeg ook vervangende toestemming voor zijn reis naar Dubai van 5 tot en met 17 augustus 2025. De rechter benadrukte het belang van overleg tussen ouders over vakantieplannen en dat de proceskosten werden gecompenseerd, waarbij iedere partij zijn eigen kosten droeg.