ECLI:NL:RBAMS:2025:5079
Rechtbank Amsterdam
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Afwijzing vordering omzetting voorlopige aanhouding in aanhouding in het kader van overlevering
Op 6 juni 2025 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een zaak betreffende de afwijzing van een vordering tot omzetting van een voorlopige aanhouding in een aanhouding. De zaak betreft een verzoek tot overlevering van een opgeëiste persoon door de justitiële autoriteit van het Verenigd Koninkrijk. De opgeëiste persoon, geboren in 1985 en gedetineerd in een andere zaak, was op 28 mei 2025 voorlopig aangehouden op basis van de Uitvoeringswet Handels- en Samenwerkingsovereenkomst EU-VK Justitie en Veiligheid en de Overleveringswet (OLW). De officier van justitie had gevorderd om deze voorlopige aanhouding om te zetten in een aanhouding, omdat er een arrestatiebevel was ontvangen dat gedateerd was op 9 mei 2025. Tijdens de behandeling van de vordering werd duidelijk dat het arrestatiebevel al vóór de voorlopige aanhouding was ontvangen. De rechtbank heeft de opgeëiste persoon gehoord en de raadsvrouw, mr. D. van Roon, heeft opmerkingen gemaakt. De rechtbank heeft vastgesteld dat het arrestatiebevel voldeed aan de vereisten van de OLW, maar dat de voorlopige aanhouding niet op de juiste grondslag was gebaseerd. Daarom heeft de rechtbank de vordering tot omzetting van de voorlopige aanhouding in aanhouding afgewezen. De beslissing is genomen door rechter mr. A.R.P.J. Davids en griffier M.C.G. Kroon.