ECLI:NL:RBAMS:2025:5086

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
7 juli 2025
Publicatiedatum
17 juli 2025
Zaaknummer
AMS 25/3546
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek voorlopige voorziening inzake handhaving bestemmingsplan en hotelbeleid voor opvang asielzoekers

Op 7 juli 2025 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een zaak waarin verzoekers een voorlopige voorziening vroegen tegen de afwijzing van hun handhavingsverzoek. Dit verzoek was gericht tegen mogelijke overtredingen van het bestemmingsplan en het hotelbeleid op een specifieke locatie, waar het Centraal Orgaan Opvang Asielzoekers (COA) plannen had om opvang te bieden aan asielzoekers. Het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam had het handhavingsverzoek op 4 juni 2025 afgewezen, waarop verzoekers bezwaar maakten en de voorzieningenrechter om een voorlopige voorziening vroegen. Tijdens de zitting op 7 juli 2025 hebben de gemachtigden van verzoekers, het college en de derde-partij, het COA, hun standpunten toegelicht. De voorzieningenrechter heeft vervolgens onmiddellijk uitspraak gedaan. In haar beoordeling concludeerde de voorzieningenrechter dat er geen spoedeisend belang was voor het treffen van een voorlopige voorziening, omdat er geen onomkeerbare situatie was en verzoekers de bezwaarprocedure konden afwachten. De voorzieningenrechter wees het verzoek af en besliste dat verzoekers geen proceskostenvergoeding of griffierecht zouden ontvangen. De uitspraak is openbaar uitgesproken en er staat geen hoger beroep of verzet open tegen deze beslissing.

Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM
Bestuursrecht
zaaknummer: AMS 25/3546
proces-verbaal van de mondelinge uitspraak van de voorzieningenrechter van 7 juli 2025 op het verzoek om een voorlopige voorziening in de zaak tussen

[verzoekers] , uit [plaats] , verzoekers

(gemachtigde: mr. R.M. Rensing),
en
het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam,het college
(gemachtigde: mr. J. de Savornin Lohman en mr. M. van Looij).
Als derde-partij neemt aan de zaak deel: Centraal Orgaan Opvang Asielzoekers (COA) uit Rijswijk (gemachtigden: mr. A.A.E. Spoor, N. Akten en J. Munnik).

Inleiding

1. In deze uitspraak beslist de voorzieningenrechter op het verzoek om een voorlopige voorziening van verzoekers tegen de afwijzing van het preventieve handhavingsverzoek (het verzoek) om handhavend op te treden tegen mogelijke overtredingen van het bestemmingsplan en het hotelbeleid op het adres [adres] . Het verzoek betreft de plannen van het COA om op deze locatie opvang te bieden aan asielzoekers.
2. Het college heeft het verzoek met het besluit van 4 juni 2025 (het primaire besluit) afgewezen.
3. Verzoekers hebben tegen het primaire besluit bezwaar gemaakt. Zij hebben de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
4. De voorzieningenrechter heeft het verzoek om voorlopige voorziening van verzoekers op 7 juli 2025 op zitting behandeld. Hieraan hebben namens verzoekers de gemachtigden: J. Achterberg en B. Beukeboom deelgenomen. Verder hebben de gemachtigden van het college en de gemachtigden van de derde-partij deelgenomen.
5. Na afloop van zitting heeft de rechtbank onmiddellijk uitspraak gedaan.

Beoordeling door de voorzieningenrechter

6. Het oordeel van de voorzieningenrechter heeft een voorlopige karakter en bindt de rechtbank in een (eventueel) bodemgeding niet.
7. De voorzieningenrechter toetst of er op dit moment aanleiding bestaat om een voorlopige voorziening te treffen. Zij is van oordeel dat dit niet het geval is.
8. Een procedure bij de voorzieningenrechter is een spoedprocedure. Deze procedure kan alleen worden gevoerd als "onverwijlde spoed" dat vereist en de bezwaar- of beroepsprocedure niet kan worden afgewacht, omdat dit tot onomkeerbare gevolgen zou leiden.
9. Volgens verzoekers is het spoedeisend belang gelegen in het verder in gebruik nemen van het hotel als opvang voor asielzoekers terwijl de benodigde omgevingsvergunning daarvoor ontbreekt. Daarnaast is dat belang volgens hen gelegen in de overlast die wordt ervaren van de 340 asielzoekers die al in de opvang verblijven.
10. De voorzieningenrechter is van oordeel dat dit geen spoedeisend belang oplevert. Er is namelijk geen sprake van een onomkeerbare situatie. De te plaatsen asielzoekers kunnen weer worden verplaatst. Dit betekent dat verzoekers de bezwaarprocedure kunnen afwachten.
11. Omdat de voorzieningenrechter het verzoek afwijst, krijgen verzoekers geen vergoeding van de proceskosten en het griffierecht.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is uitgesproken in het openbaar op 7 juli 2025 door mr. D. Sullivan, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. J.J. Bakker, griffier.
griffier
voorzieningenrechter
Een afschrift van dit proces-verbaal is verzonden aan partijen op:

Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.