Uitspraak
1.De procedure
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
.De proceskosten van [eiser] worden begroot op:
Rechtbank Amsterdam
In deze civiele zaak vordert eiser, die samen met gedaagde in 2014 strafrechtelijk is veroordeeld voor een gewapende bankoverval, de helft van de door hem betaalde schadevergoeding aan de benadeelden. Eiser heeft in totaal € 31.194,- aan schadevergoedingen betaald, waarvan € 275,- aan een slachtoffer en € 30.919,- aan de bank. Gedaagde is niet veroordeeld tot schadevergoeding aan de bank, maar is wel hoofdelijk aansprakelijk voor de schade die door de overval is ontstaan. De kantonrechter oordeelt dat eiser recht heeft op regres van gedaagde, omdat beide partijen hoofdelijk aansprakelijk zijn voor de schade. De kantonrechter wijst de vordering van eiser toe, omdat de onderlinge verdeling van de schadevergoeding gelijk is, gezien de gelijke straf die beide partijen hebben ontvangen. Gedaagde's verweren worden verworpen, onder andere omdat het ne bis in idem-beginsel niet van toepassing is in deze civiele procedure. De kantonrechter veroordeelt gedaagde tot betaling van € 15.597,- aan eiser, vermeerderd met wettelijke rente en proceskosten.