Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
INTERNATIONALE RECHTSHULPKAMER
Amtsgericht Münster, Duitsland (hierna: de uitvaardigende justitiële autoriteit) en strekt tot de aanhouding en overlevering van:
Rechtbank Amsterdam
Op 16 juli 2025 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een zaak betreffende een Europees aanhoudingsbevel (EAB) dat was uitgevaardigd door het Amtsgericht Münster in Duitsland op 6 september 2024. De officier van justitie had op 19 mei 2025 een vordering ingediend tot het in behandeling nemen van dit EAB. Tijdens de zitting op 2 juli 2025 was de opgeëiste persoon aanwezig, bijgestaan door zijn raadsman, mr. D.W.H.M. Wolters. De rechtbank heeft de termijn voor uitspraak op grond van de Overleveringswet met dertig dagen verlengd en de gevangenhouding bevolen, maar deze werd geschorst tot aan de uitspraak.
Tijdens de behandeling op 16 juli 2025 heeft de rechtbank vastgesteld dat de officier van justitie niet-ontvankelijk moest worden verklaard in zijn vordering. Dit was gebaseerd op een e-mail van de uitvaardigende justitiële autoriteit van 14 juli 2025, waarin werd meegedeeld dat het EAB was ingetrokken. Hierdoor was de grondslag voor de vordering komen te vervallen. De rechtbank heeft vervolgens de officier van justitie niet-ontvankelijk verklaard en de geschorste overleveringsdetentie opgeheven. Deze uitspraak is gedaan door mr. C. Klomp, voorzitter, en mrs. J.G. Vegter en A. Pahladsingh, rechters, en is openbaar uitgesproken op dezelfde dag.