ECLI:NL:RBAMS:2025:5267

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
15 juli 2025
Publicatiedatum
21 juli 2025
Zaaknummer
770223 FA RK 25/4144
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlening van een zorgmachtiging op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg

Op 15 juli 2025 heeft de Rechtbank Amsterdam een beschikking gegeven inzake de verlening van een zorgmachtiging voor een betrokkene, geboren in 1981 in de Dominicaanse Republiek. De rechtbank heeft deze machtiging verleend op verzoek van de officier van justitie, omdat de betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, specifiek schizofrenie, en er zorgen zijn over zijn welzijn en gedrag. De mondelinge behandeling vond plaats zonder de aanwezigheid van de betrokkene, die niet in gesprek wilde gaan met de rechter. De advocaat van de betrokkene heeft bezwaar gemaakt tegen de zorgmachtiging, maar de rechtbank oordeelde dat de zorg noodzakelijk is om ernstig nadeel te voorkomen, zoals lichamelijk letsel en maatschappelijke teloorgang. De rechtbank heeft vastgesteld dat er geen mogelijkheden voor vrijwillige zorg zijn en dat verplichte zorg noodzakelijk is. De zorgmachtiging is verleend voor een periode van zes maanden, met specifieke maatregelen zoals het toedienen van medicatie en het beperken van de bewegingsvrijheid. De beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken door rechter E. Dinjens, bijgestaan door griffier L.F. Datema.

Uitspraak

beschikking
RECHTBANK AMSTERDAM
Afdeling privaatrecht Team Familie & Jeugd
zaaknummer / rekestnummer: C/13/770223 – FA RK 25/4144
kenmerk: ZM/IND/167941
Machtiging tot het verlenen van verplichte zorg
Beschikking van 15 juli 2025van de rechtbank Amsterdam naar aanleiding van het door de officier van justitie ingediende verzoek tot het verlenen van een zorgmachtiging als bedoeld in artikel 6:4 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz), ten aanzien van:
[betrokkene] ,
geboren op [geboortedatum] 1981 te [geboorteplaats] (Dominicaanse Republiek),
wonende te [adres] ,
zorgaanbieder: Arkin,
hierna te noemen: betrokkene,
advocaat: mr. N. Bevelander te Amsterdam

1.Procesverloop

1.1.
Het procesverloop blijkt uit het verzoekschrift met bijlagen, ingekomen ter griffie op 2 juli 2025 en het proces-verbaal d.d. 17 juni 2025.
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 15 juli 2025 in het gebouw van de rechtbank. Tijdens de mondelinge behandeling waren aanwezig en heeft de rechtbank de volgende personen gehoord:
- de raadsvrouw;
- mw. [naam] , verpleegkundig specialist.
Omdat de officier van justitie een nadere toelichting op of motivering van het verzoek niet nodig acht, is hij niet bij de mondelinge behandeling verschenen.
De rechtbank heeft vastgesteld dat er een eerdere zitting heeft plaatsgevonden. Uit het proces-verbaal van die zitting van 17 juni 2025 blijkt dat betrokkene op dat moment al een tijd uit beeld was. De verpleegkundige kon toen geen contact met hem krijgen ondanks meerdere pogingen ook via het netwerk. Ook de advocaat had toen geen contact kunnen krijgen. De behandeling is toen aangehouden teneinde de behandelaar en de advocaat in de gelegenheid te stellen in contact met betrokkene te komen en om betrokkene nogmaals in de gelegenheid te stellen om door de rechtbank te worden gehoord.
De rechtbank heeft op de behandeling van heden vastgesteld dat betrokkene wederom niet is verschenen. Betrokkene is op de juiste wijze voor de mondelinge behandeling opgeroepen. Hij heeft de aangetekende brief met daarin het tijdstip van de zitting in ontvangst genomen. De advocaat heeft aangegeven dat zij meerdere pogingen heeft gedaan betrokkene te spreken te krijgen. Tijdens de mondelinge behandeling heeft zij uiteindelijk kort telefonisch contact met betrokkene gehad, waarbij de rechter en griffier en de behandelaar de zaal hebben verlaten. Betrokkene gaf aan de advocaat aan dat hij niet in gesprek met de rechter wilde en heeft aangegeven dat de advocaat namens hem een standpunt in kon nemen. De rechtbank heeft daaruit geconcludeerd dat betrokkene niet gehoord wenst te worden en is daarop met instemming van de advocaat overgegaan tot de mondelinge behandeling zonder aanwezigheid van betrokkene.

2.Beoordeling

2.1.
Uit de overgelegde stukken en het behandelde ter zitting is gebleken dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, in de vorm van schizofrenie. Daarnaast is er sprake van een stoornis in middelengebruik en licht zwakbegaafdheid. De advocaat heeft tijdens de mondelinge behandeling aangegeven dat betrokkene niet is beoordeeld door een onafhankelijke psychiater, hetgeen volgens haar wel had moeten gebeuren. De rechtbank is echter van oordeel dat de psychiater goed heeft onderbouwd dat er meerdere pogingen zijn gedaan om betrokkene te zien en te spreken en dat het zorg mijdende gedrag passend is bij de psychische stoornis. Dat betrokkene niet mee heeft gewerkt aan de onafhankelijke beoordeling, past in zoverre bij zijn stoornis. Nu er voldoende pogingen zijn gedaan om betrokkene te onderzoeken vindt de rechtbank de medische verklaring bruikbaar voor het beoordelen van het verzoek.
2.2.
Deze stoornis leidt tot ernstig nadeel, gelegen in ernstig lichamelijk letsel, ernstige verwaarlozing, maatschappelijke teloorgang en de situatie dat betrokkene met hinderlijk gedrag agressie van anderen oproept.
2.3.
Om het ernstig nadeel af te wenden of de geestelijke gezondheid van betrokkene te stabiliseren of te herstellen of de door de stoornis bedreigde of aangetaste fysieke gezondheid van betrokkene te stabiliseren of te herstellen, heeft betrokkene zorg nodig.
2.4.
De advocaat heeft namens betrokkene afwijzing van het verzoek bepleit, omdat hij het niet eens is met de zorgmachtiging en geen verdere bemoeienis wenst. De rechtbank volgt dit standpunt niet en neemt daarbij in aanmerking dat de verpleegkundig specialist tijdens de mondelinge behandeling heeft medegedeeld dat er momenteel sprake is van een moeizame behandelrelatie. Betrokkene zwerft veel rond en er is geen contact met hem te krijgen. Er zijn grote zorgen over hem. Het vermoeden bestaat dat betrokkene al enige tijd zijn medicatie niet meer inneemt, met als gevolg toegenomen achterdocht en mogelijke wanen. Volgens de specialist ouderengeneeskunde is een zorgmachtiging noodzakelijk om betrokkene door middel van ‘bemoeizorg’ weer in beeld te krijgen en hem middels medicamenteuze behandeling en een eventuele klinische opname te stabiliseren.
2.5.
Gebleken is dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn. Om die reden is verplichte zorg nodig Van de in het verzoekschrift genoemde vormen van zorg, die zijn gebaseerd op het zorgplan en het advies van de geneesheer-directeur, alsmede gelet op hetgeen bij de mondelinge behandeling naar voren is gekomen acht de rechtbank de volgende vormen van verplichte zorg noodzakelijk gedurende zes maanden:
  • toedienen van medicatie;
  • het verrichten van medische controles of andere medische handelingen en therapeutische maatregelen, ter behandeling van een psychische stoornis, dan wel vanwege die stoornis, ter behandeling van een somatische aandoening;
  • beperken van de bewegingsvrijheid,
  • insluiten,
  • uitoefenen van toezicht op betrokkene,
  • onderzoek aan kleding of lichaam,
  • onderzoek van de woon- of verblijfsruimte op gedrag-beïnvloedende middelen en gevaarlijke voorwerpen,
  • controleren op de aanwezigheid van gedrag-beïnvloedende middelen,
  • aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen en het nakomen van afspraken met het ambulant behandelteam;
  • opnemen in een accommodatie,
2.6.
De verplichte zorg is evenredig en naar verwachting effectief. Uit de stukken blijkt dat bij het bepalen van de juiste zorg rekening is gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen, alsmede met de veiligheid van betrokkene. Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben.
2.7.
Hetgeen namens en door betrokkene als verweer is aangevoerd doet aan het voorgaande niet af.
2.8.
Gelet op het voorgaande is voldaan aan de criteria voor en doelen van verplichte zorg als bedoeld in de Wvggz. De zorgmachtiging zal worden verleend voor de verzochte duur van zes maanden.

3.Beslissing

De rechtbank:
verleent een zorgmachtiging ten aanzien van [betrokkene] , geboren op [geboortedatum] 1981 te [geboorteplaats] (Dominicaanse Republiek), inhoudende dat gedurende de looptijd van de machtiging bij wijze van verplichte zorg de in rechtsoverweging 2.5 genoemde maatregelen kunnen worden getroffen;
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met uiterlijk 15 januari 2026.
Deze beschikking is op 15 juli 2025 mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken door mr. E. Dinjens, rechter, bijgestaan door L.F. Datema als griffier en op 18 juli 2025 schriftelijk uitgewerkt en ondertekend.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.